GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 325

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 325

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

was in het begin — bij mij althans — alleen maar taal en emotie, en allemaal nog erg onsystematisch, 't Gekke is echter dat de gedichten die ik in mijn debuuthandel opnam, achteraf heel systematisch in elkaar blijken te zitten en dus kennelijk toch min of meer georganiseerd tot stand zijn gekomen. Waar nu precies die overgang heeft gelegen, dat weet ik niet meer."

Stemmen uit het verleden

was het schrijven iets van: diep ademhalen en hard schudden, een soort cocktail shaken." Die tijd is definitief achter de rug, aldus Ad Zuiderent nu. ,,Dat heeft toen een functie gehad. Dat was een periode waarin ik volkomen onzeker was over wat voor schrijver ik was en óf ik wel een schrijver was of zou worden. Nu ligt dat anders. Wat ik nu geschreven hèb, dat kan ik niet meer herhalen. Dat wil ik ook niet herhalen. Ik heb het idee dat gedichten bij mij heel sterk samenhangen met een — zeg maar — 'levensontwikkeling'. Daarom zal ik niet gauw dit jaar weer een bundel publiceren die teveel Ijjkt op de vorige. Maartegelijkertijd kan ikgeen bundel publiceren die er volkomen van verschilt. Mijn aandacht moet zich langzaam maar zeker verleggen. Dat gebeurt overigens betrekkelijk vanzelf." "Het eerste gedicht waarover ik redelijk tevreden was, schreef ik na een les Nederlands, gewijd aan Paul van Ostaijen. Dat taalgebruik in combinatie met die typografische capriolen sprak me erg aan. Daarna brak een periode aan waarin ik enorm veel ging schrijven. Inderdaad: soms tien gedichten op één avond. Mijn confrontatie met de poëzie van Lucebert is ook erg belangrijk geweest. Zonder dat ik zijn gedichten nou ook allemaal begreep, trof me daarin de toon en de vrijheidsdrang die eruit sprak. Doordat ik niet alles begreep, had ik ook niet het idee dat ik mijn eigen gedichten volledig hoefde te begrijpen. Het gevolg was wel dat ik ontzettend veel taaivondsten deed, als een gek langs de onbegrensde mogelijkheden van de taal rende. Maar op dat moment wist ik nog niet wat mijn thema's waren, waarik'tovermoesthebben. Het VU-magazine, 14ejaargang nr. 7. juli 'augustus 1985

De motieven om je aan poëzie te wagen kunnen velerlei zijn. Niet zelden gaan ze samen. Drie van die motieven zijn betrekkelijk courant: de natuurlijke neiging tot het kunstzinnige en de esthetiek, de aangeboren aandrift je in het geschreven woord te uiten, en het bedrijven van poëzie om met het verleden af te rekenen dan wel in het reine te komen. Deze motieven speelden ook voor Ad Zuiderent een rol, alhoewel: "Dat laatste weetje pas achteraf. En verder is het een kwestie van het ontwikkelen van vermogens die je kennelijk hebt. Met beeldende kunst kon ik actief slecht uit de voeten. In de muziek zou ik me hebben moeten beperken tot reproducerend kunstenaar en dat trok me niet zo. Ik heb dus echt gekozen voor een gebied waar ik zelf creatief meer kon, en niet uitsluitend hoefde te vertolken wat anderen hadden bedacht. Pas achteraf besef je dat, hoe 'scheppend' je als dichter ook bent, je toch al die stemmen uit het verleden mee weergeeft. Bovendien heb ik bij sommige gedichten nog wel het idee als bij een film: je zou er nog muziek bij kunnen denken." Wij fietsten langs de Amstel naar liet zuiden. Niet lang geleden had ik hier geluk. Wat moest ik doen als ik het weer had? Terugdenken? Maar er was geen muziek die de herinneringen ordent/— dit zuiden was niet warm — geen zware transportfiets meer,/'De Poëtische Vervoering' geheten, en ik rechtop daarop de wereld overziend. Gelukkig dacht ik nu, krom boven mijn tien versnellingen,/aan mijn gezondheid, aan mijn jongensdroom van een zittend bestaan/ en alles bezweren, de dikke kerk van Nes, geëmailleerde reclameborden. De banden gleden stil o ver de weg. Onder de dampen van Uithoorn wist ik dat dit/ mijn toekomst was, een training voor een langer leven vol geheugen,/ geen inspiratie meer tot meer. ('Tocht langs de rivier' uit Geheugen voor landschap, 1979) Ondanks zijn weinig omvangrijke oeuvre maakte Ad Zuiderents poëzie in de tijd een opmerkelijke ontwikkeling door. Desondanks blijven daarin steeds duidelijk herkenbare, vaak terugkerende thema's te ontdekken. Daar is een zeker nostalgisch getint verlangen naar een blije maar voorgoed voorbije jeugd — een gelukkige jeugd, zoals hijzelf zegt —, daar is grote aandacht voor het landschap in het algemeen en voordat van zijn geboortestreek, de Zuidhollandse eilanden, in het bijzonder — "Zuiderent schuift landschappen 263

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 325

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's