GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 362

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 362

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

immer versnellende stroom waartegen de bevindelijken met hun 'oude waarheid' moeten oproeien. Niet zonder schade, zoals Janse onder andere aantoont in de niet geringe generatiekloof die zich tussen bevindelijke ouders en hun kinderen ontwikkelt. Grote verschillen tussen oud en jong vindt men met name in de opvattingen over het tweevoudige kerkbezoek op zondag, het zingen van gezangen en het dragen van een hoofddeksel (door de dames) tijdens de kerkdienst, het televisiebezit, het bioscoopbezoek en het stakingsrecht, waarbij duidelijk zal zijn dat de jongeren steeds voor het 'liberalere' alternatief opteren. Een iets geringer, maar altijd nog aanmerkelijk verschil tussen ouders en kinderen, vindt men in de standpunten over 'vrouwelijke ambtsdragers', het bijbels fundament van EO-programma's (op de radio naar wij hopen te mogen aannemen!), het gebruik van de statenvertaling, de toelaatbaarheid van wedstrijdsport, vaccinatie, verzekeringen, voorbehoedmiddelen en vrouwelijke politici en de (on)wenselijkheid van andersdenkende vrienden en kennissen. Ook al heeft het merendeel van deze verschillen betrekking op 'uiterlijkheden' (in de visie van Janse althans) en 'afgeleide' normen en waarden — in leerstelligheden zou men minder aan erosie blootstaan — de suggestie is duidelijk gewekt: de bevindelijk gereformeerden bevinden zich op een hellend vlak. Alle aanleiding dus voor een gesprek met dr. Janse.

D

e Tijdgeest heeft ook Apeldoorn niet onberoerd gelaten. Het centrum oogt als dat van willekeurig welke provincieplaats. De slopershamer heeft in en rond de Stationsstraat duchtig huisgehouden, kaalslag, braakgrond en ongastvrij hekwerk achterlatend. De 'Miss City Bar', de onvermijdelijke sexshop en een vooroorlogs fabrieksgebouw dat leegstaat, rijp voor de sloop. Een klok zonder wijzers tegen de schoorsteen. Verval alom. Linksaf de Kanaalstraat in, waar op nummer 15, naast V en D en recht tegenover de Nieuwe Apeldoornsche Courant, de redactie van het Reformatorisch Dagblad is gevestigd. Hoofdredacteur Janse houdt kantoor in wat, qua ruimte en uitzicht, bij een eerdere bestemming van het gebouw de portiersloge moet zijn geweest. Daar bezet hij zijn strategische positie die wellicht zelfs symbolische betekenis heeft. Keurig in het lichte, blauwgrijze pak, modern gekapt en geschoeid, grijzend aan de slapen, zou hij de nietsvermoedende leek op kerkelijk gebied, gemakkelijk op een dwaalspoor kunnen zetten. Niet echter zijn woordkeus, noch zijn manier van praten, die — qua zinswending en taalgebruik — alras bevestigen dat men hier toch met een represantant van het allerzwaarste kerkgebeuren in Nederland, met één der bewaarders van het pand der vaad'ren, van doen heeft. Wat hebt u met de studie beoogd? Toch geen puur wetenschappelijk doel naar ik aanneem? "Nee, dat is inderdaad een combinatie geweest. Enerzijds heb je kennelijk toch de behoefte wetenschappelijk bezig te zijn. Zo zou het mijns inziens althans moeten zijn. Anderzijds heb ik duidelijk een onderwerp gekozen, dat voor mij en de groepering waarin ik me beweeg van belang is. Het was voor mij dus niet moeilijk om dit onderwerp te kiezen, temeer daar er over deze kringen weinig materiaal beschikbaar was." Ik begrijp uit uw boek dat u uzelf op de 'linkervleugel' van de bevindelijken situeert? "Nou, och, neu, dat zou..." Ik durf het te vragen omdat u in uw boek zelf onderscheid aanbrengt tussen een linker- en een rechtervleugel, én een middengroep, aan het bevindelijke front.

|ËJ

"OK, die verscheidenheid is er in deze groepering. Maar als u vraagt waar ik mijzelf localiseer, dan zal mijn antwoord zijn: toch eerder in het midden dan nou direct ter linkerzijde, zij 't dat ik ook hier en daar in mijn studie beklemtoon dat je zo'n indeling toch met grote voorzichtigheid moet hanteren. Vooral ook omdat ook de verscheidenheid in kerkelijk opzicht binnen de bevindelijke kring groot is. Kijk, hervormden kom je in bevindelijke kringen bij voorbeeld in alle soorten tegen. De gereformeerde gemeenten reken ik dan zo'n beetje tot de middengroep, heel globaal hoor. En dan heb je de oud-gereformeerden en de gereformeerde gemeenten in Nederland, nou die reken ik dan gemakshalve tot de rechtervleugel. En het segment van de christelijk gereformeerden dat zich tot de bevindelijken wil rekenen, kom je meestal tegen op de linkervleugel."

J

anse is van '69 tot '73 wetenschappelijk medewerker geweest aan de subfaculteit politicologie van de VU. In die periode ontwikkelden zich de eerste ideeën omtrent dit onderzoek. Het werk stagneerde echter ernstig toen hij in '73 tot een hoger ambt geroepen werd: hoofdredacteur van het twee jaar eerder opgerichte Reformatorisch Dagblad. "In de tijd dat'ik medewerker aan de VU was, verschenen de studies van Hendriks en D. Th. Kuiper (over de emancipatie der gereformeerden — gjp). En och, dat interesseerde me wel. Daar ben ik toen wat op doorgegaan. Die periode aan de VU heb ik toch, alles met mekaar, als zinvol ervaren. Kijk het was natuurlijk een klimaat waar ik me, als puntje bij paaltje kwam, niet thuis voelde. Maar ik werd er, met name door collega's, gerespecteerd. Zij gaven me de ruimte. Ik had soms wel eens wat moeite met studenten, maar ik heb er op een bepaalde manier prettig kunnen werken. Ik had er ook al gestudeerd en wist dus heel goed waar ik terecht kwam. 't Is dus bepaald niet zo dat ik naar het Reformatorisch Dagblad ben overgestapt vanuit de gedachte: nou mot ik toch écht weg. Bepaald niet!"

1 00 OOG, omhoog! Hier is |

het niet', zong Van Lodesteijn, I ver terug in de bevindelijke geschiedenis. De zwaren zingen het hem nog altijd volgaarne na

296

In uw boek stelt u dat de kloof tussen de bevindelijken en de rest van de samenleving de laatste decennia almaar groter is geworden. Hoe verklaart u dat? "In heel algemene termen formulerend zou je kunnen zeggen dat óók vroeger — zeg: tussen de twee wereldoorlogen — er een duidelijk verschil was tussen de levensopvattingen en het gedragspatroon van de bevindelijk gereformeerde en het algemeen Nederlandse. Maar dat laatste gedragspatroon kon je altijd nog wel typeren als algemeen christelijk. In die patronen zijn belangrijke verschuivingen opgetreden. Oók wel in onze kring. Maar in de Nederlandse samenleving zie je, vooral in de laatste twintig jaar een belangrijke stroomversnelling van, zeg maar vaag christelijk naar postchristelijk. Je kunt dat onder meer zien in het denken over ethische grondvragen — over abortus, om maar eens wat te noemen, over de positie van huwelijk en gezin, de plaats van de vrouw in de maatschappij. Ondanks de verschuivingen die zich, veelal onderhuids, ook in onze kring hebben voorgedaan is daarmee uiteindelijk de kloof met de Nederlandse samenleving aanmerkelijk groter geworden." Wat betreft de geleidelijke verschuivingen in eigen kring, vraagt u zich in de 'beleidsaanbevelingen' wat retorisch af: "Kan het ook niet nodig zijn te veranderen om gelijk te blijven?" Wat bedoelt u daar precies mee? "Neem bij voorbeeld het gebruikelijke standpunt binnen de SGP dat men zich ten zeerste afzette tegen de rooms-katholieke kerk. We hadden nogal de naam anti-papistisch te zijn. Dat is nu veel minder het geval. Ja, schrik niet, men is niet voor de paus hoor! Maar dat verzet tegen de roomse kerk en de roomse zuil krijgt nu veel minder nadruk. Dat heeft natuurlijk te maken met veranderingen in de politieke conVU-magazine, 14e jaargang nr, 8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 362

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's