GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 374

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 374

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kuyper, de afwezige hoofdredacteur

De mannen achter De Standaard bleven onderbelicht "De dagbladpers, vroeger ook in onzen kring zoo vaak geminacht en onder den naam van courantengeschrijf teruggedrongen, is voor mij reeds van mijne jonge jaren geweest, niet eene uitvinding van menschen, veel min een instrument van den Booze, maar eene gave van God aan ons geslacht in deze negentiende eeuw, eene gave, die ik niet aarzel met de uitvinding van de boekdrukkunst op ééne lijn te stellen." Jules Prast Deze woorden sprak Abraham Kuyper in 1897 bij de viering van het vijfentwintigjarig bestaan van het antirevolutionaire dagblad De Standaard. Kuyper, die bij die gelegenheid als voornaamste feestredenaar optrad, had als mede-oprichter en eerste (en tot dan toe enige) hoofdredacteur van de krant, wel enig recht van spreken. Mede aan zijn buitengewone visie en niet aflatende gedrevenheid is het te danken geweest, dat in 1872 De Standaard uit de grond gestampt kon worden en ondanks vele moeilijke jaren een kwart eeuw later voor zijn principiële journalistiek van alle zijden lof toegezwaaid zou krijgen. Kuyper was in zijn streven de antirevolutionairen op alle vlakken hechter te organiseren, aan de drukpers als middel niet voorbijgegaan. De Standaard was hiervan, vijfentwintig jaar later, één van de meest sprekende resultaten. Onafscheidelijk Met De Standaard werd ook zijn jubilerende hoofdredacteur Kuyper gehuldigd door een menigte van 5.000 verzamelde mannenbroeders — meer overigens dan het aantal abonnees dat De Standaard toen telde! Kuyper genoot hiervan en wist omgekeerd zijn gehoor aan zich te kluisteren door in gloedvolle bewoordingen het succes van De Standaard in verband te brengen met de groei in omvang en sterkte van de antirevolutionairen. Abraham Kuyper en De Standaard, zij vormden voor tijdgenoten een onafscheidelijk tweetal, en dat zou zo nog lang (tot Kuypers dood in 1920) blijven. Aan het beklijven van dit beeld heeft Kuyper tot het einde van zijn leven welbewust meegewerkt. Enerzijds heeft hij zich vanaf het begin in zijn particuliere correspondentie, o.a. tegenover Groen van Prinsterer, regelmatig uitgesproken over de belasting die zijn hoofdredacteurschap voor hem be-

De redactie van De Standaard omstreeks 1912

tekende, en verschillende redacteuren om hun steun geprezen. Anderzijds heeft Kuyper ten overstaan van de buitenwacht voor de uitgave van De Standaard in het algemeen alleen zelf de verdienste toegezwaaid gekregen en deze ook voor zichzelf opgeëist. Zonder enige twijfel kan gesteld worden, dat Kuypers bemoeienis met het blad een duidelijk stempel heeft gedrukt op zijn geschiedenis. Meer dan welke afzonderlijke persoon dan ook heeft Kuyper er de koers van bepaald en het een gezicht gegeven. Toch dwingt kritisch onderzoek daartegenover tot de erkenning, dat Kuypers bijdrage aan De Standaard van een eindige omvang was en de ontwikkeling van de krant bovendien een aantal belangrijke beperkingen oplegde. Toewijding Een kijkje achter de schermen van de krant heeft in dit verband een verhelderende werking. Enkele dagen na de genoemde jubileumviering stuurde Kuyper aan een aantal redacteuren van zijn krant een briefje om hen te bedanken voor hun aandeel in de huldiging. Hierin schreef hij letterlijk: "Waar ik, door andere bezigheden verhinderd, geheel buiten uw bureau leef, en

daarom zoo weinig voor U zijn kon, had ik op zooveel toewijding niet durven rekenen. " Deze zinsnede bevestigt wat ieder nuchter denkend mens al uit zichzelf moet hebben kunnen vermoeden: het verschijnen, dag in, dag uit, van een krant als De Standaard vergde veel en veel meer energie van die welke zijn hoofdredacteur Kuyper alleen kon opbrengen. Kuyper bekommerde zich dan wel vaak om tal van facetten van de dagelijkse gang van zaken bij de Standaard, maar zijn bemoeienis kende schommelingen, variërend van een nauwlettend toezicht tot bijna volstrekte afwezigheid van zijn persoon én van zijn belangstelling. Juist dit laatste kon op een cruciaal moment in de geschiedenis van De Standaard voorkomen, zoals ik verderop zal schetsen. Kuyper had, zoals hij in het geciteerde briefje ook schreef, vele bezigheden naast zijn journalistieke taak. O.a. als predikant, theoloog, hoogleraar en politicus was hij voor de antirevolutionairen in tal van functies werkzaam. Daarom kan het dan ook amper verbazing wekken, dat hij zich wat De Standaard betreft behalve tot een zekere mate van algemene zorg beperkte tot de inhoudelijke koers van de krant als zijn werkterrein. Bovendien was zijn activiteit

VU-magazine, 14e jaargang nr. 8, september 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 374

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's