GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 210

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 210

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bedrogen, achtergesteld en ongeschikt geacht voor huwelijk en kinderen

Pioniersters in de wetenschap Alice Corthorn werd geboren in Engeland in 1859, het jaar waarin 'The origins of species' van Darwin voor het eerst werd uitgegeven. Zelf hechtte ze aan die toevallige samenloop van omstandigheden. Het was voor haar waarschijnlijk het symbool van het feit dat zij het kind was van de moderne tijd. In haar leven probeerde ze zo veel mogelijk deel te hebben aan alle verworvendheden van haar dagen. Ze wilde arts worden. Dat lukte uiteindelijk, maar daarvoor moest ze een zware strijd leveren. Deze Engelse moest voor haar ideaal meer overhebben dan bij voorbeeld de eerste Nederlandse vrouwelijke arts, Aletta Jacobs, die ten minste bij haar streven kon rekenen op de steun van haar familie. Karin van Lierop Ruim honderd jaar nadat in Nederland de eerste vrouw aan een universiteit ging studeren, hebben vrouwen hun plaats gevonden in de academische wereld, zo wordt vaak aangenomen. Vrouwen die nu gaan studeren hebben geen voortrekkersfunctie meer. De vraag rijst dan echter: waarom zijn vrouwen dan nog steeds ondervertegenwoordigd in de wereld van de afgestudeerden? In 1970 vormden vrouwen slechts veertien procent van alle academici in dit land. Dat percentage lag zo'n tien tot vijftien procent lager dan de cijfers van andere Europese landen in die tijd. Nog steeds bezetten vrouwen slechts tien procent van alle universitaire onderzoeksplaatsen en het aantal vrouwelijke hoogleraren vormt een nog lager percentage. Recent lieten vrouwen in de academische wereld van zich horen toen zij er op wezen dat vrouwen bij de benoeming van de nieuwe functie van universitair hoofddocent weer massaal werden overgeslagen. Vrouwen zijn er nog niet. Dat is wel duidelijk. De Rijksuniversiteit Utrecht, de universiteit waar dit studiejaar voor het eerst meer vrouwen dan mannen zich als eerstejaars student inschreven, organiseert ter gelegenheid van haar driehonderdvijftigjarig bestaan een tentoonstelling over de eerste studentes. Gelijktijdig werd in maart in Amsterdam een vierdaags congres over vrouwengeschiedenis gehouden. Vier dagen lang werd een ongelooflijk groot aantal lezingen gehouden door wetenschapsters die het verleden van hun sexegenoten tot studieobject hebben gekozen. Voor deze historicae is de studie van eigen verleden een manier om een eigen identiteit te bevestigen. Kinderen leren door het voorbeeld van de ouders, maar meisjes die een academische carrière ambiëren moeten het vaak doen zonder het voorbeeld van een moeder, zuster of tante. De studie van vrouwen die in het verleden de universiteit betraden is leerzaam en geeft moed.

192

D

e geschiedenis van vrouwen aan de universiteiten begint in het buitenland, in de Verenigde Staten. In 1847 werd de eerste vrouw tot een universiteit toegelaten. Het was de Amerikaanse Elisabeth Blackwell. Zij bezocht Geneva College. Ze had geprobeerd elders, onder andere op Harvard University toegang te krijgen, maar was steeds op grond van haar sexe geweigerd. Toen Elisabeth Blackwell eenmaal haar studie was begonnen, volgden als snel andere vrouwen, niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Europa. In Frankrijk werd aan het begin van deze eeuw voor het eerst een vrouwelijke hoogleraar benoemd. Het was madame Curie, die haar wetenschappelijke sporen in eerste instantie had verdiend in samenwerking met haar echtgenoot en die hun gezamenlijk werk na zijn dood alleen voortzette. Daarnaast wist zij ook haar dochter Irene op te voeden tot een vrouw die zich met groot gemak en succes in de academische wereld van haar tijd bewoog. Beide vrouwen, moeder en dochter, kregen voor hun

verdiensten de Nobelprijs. Het was vooral dit type vrouwen dat de pioniersrol vervulde. Hardwerkende, standvastige wetenschapsters, afkomstig uit een milieu waarin geld voor een studie voor handen was en waarin mannen al eeuwenlang wetenschappelijke prestaties van een hoog niveau leverden. In deze kringen was het ook niet werkelijk nieuw dat vrouwen veel leerden en kennis bezaten op academisch niveau. Het was nieuw dat zij de universiteiten betraden en de maatschappelijke positie verwierven die bij hun vaardigheden paste. In het Victoriaanse Engeland bij voorbeeld waren er in progressieve kringen van de upperclass vrouwen die theologie en kunstgeschiedenis studeerden, zonder dat zij ooit een onderwijsinstelling bezocht hadden. De diplomaat, filosoof en premier van Engeland Arthur Jamers Balfour verloofde zich in de jaren zeventig van de vorige eeuw officieus met de zuster van een van zijn studievrienden te Oxford. Zij had uitsluitend thuis onderwijs genoten, maar studeerde toen haar

Dr. Alice (jjrlh<>rri aan lii'i u.crk iri India

VU-MAGAZINE — MEI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 210

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's