GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 203

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 203

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. L J. Menges: "50.000 patiënten met geneesmiddelenvergiftiging per jaar naar het ziekehuis"

de geneeskrachtige stof de helende stimulans — de potentie — toeneemt. Een te grote dosis verhevigt de ziekteverschijnselen alleen maar, terwijl potentiëring, verdunning en een lage dosering de tegenkrachten in het lichaam mobiliseren en daarmee de genezing op gang brengen. Grief van de reguliere geneeskunde is echter steeds geweest, dat de stof in de homoeopatische praktijk zo sterk wordt verdund, dat in het toegediende middel geen molecuul van de genezende stof meer aanwezig zou kunnen zijn. En daarmee moet een heilzame werking van die stof dus uitgesloten worden geacht, aldus de tegenstrevers. Een vooraanstaand voorvechter van de homoeopathie als dr. A. van 't Riet, heeft zich nimmer afgezet tegen de reguliere geneeskunde in het algemeen. Van 't Riet, tot 1983 als privaatdocent in de homoeopathic (de enige in ons land) verbonden aan de medische faculteit van de VU, heeft zichzelf in het verleden wel als een doorgewinterde allopaat omschreven, die ook bepaald niet wars is van chemische middelen. Dat uitgerekend hij bij voortduring slag heeft moeten leveren met de allopathie, zegt dan ook minder over hem dan over VU-MAGAZINE -

MEI 1986

vend: "En wat dan nog? , zou men er tegenm kunnen brengen, want wat maakt het in feite uit, zolang klachten zonder risico verdwijnen? Of, misschien nog doeltreffender: "Laat de reguliere geneeskunde wat dat betreft eerst eens naar zichzelf kijken!" Want dat ook in de reguliere geneeskunde het zogenaamde 'placebo-effect' geen uitzondering is, valt met leuke voorbeelden te staven. Prof. Menges heeft er een aantal van in voorraad, zo blijkt tijdens een VUSA-cursus, gehouden in Den Haag, waar de verhouding tussen regulier en alternatief centraal staat. Placebo's zijn middelen die geen aantoonbare uitwerking op het menselijk lichaam hebben; nutteloze middelen dus, die echter toch een bij voorbeeld genezend effect kunnen sorte-

de reguliere geneeskunde. Hij deed dat overigens steeds met overgave, tot in zijn afscheidsrede toe. Bij die gelegenheid vergeleek hij de homoeopathie met Assepoester en de homoeopatische geneesmiddelen met het glazen muiltje. Voor Van 't Riet is er geen enkele steekhoudende reden om de homoeopathie als 'alternatief' te bestempelen. Deze geneeswijze hanteert geen afwijkende filosofie noch behandelingstechniek en vertoont voorts geen enkele andere eigenaardigheden. Homoeopathie is als precisie-instrument een wat uitgewerktere vorm van de reguliere vaccinotherapie, die geneesmiddelen toepast alsof het specifieke vaccins zijn; geneesmiddelen die in gezonde lichamen de ziekte als het ware kunnen nabootsen. Er gebeurt in wezen niets anders, dan dat de natuurlijke afweerkrachten in het lichaam worden aangewakkerd; iets dat ook in de universitaire geneeskunde heel gebruikelijk is. In tegenstelling echter tot de regulieren, die zich beperken tot weinige middelen bij weinige ziekten, hanteert de homoeopaat vele uiteenlopende middelen bij vele ziekten en hun onderscheiden uitingsvormen. Vandaar: een precisie-instrument. Ook de scepsis rond de bijzondere dose-

ring van homoeopatische geneesmiddelen wijst dr. Van 't Riet als een onuitroeibaar misverstand van de hand: „De vaccinotherapie werkt, bij voorbeeld ter bestrijding van tuberculose, eveneens met microdoses." De geneeskunde mist kansen door de bijzondere talenten van één van haar bloedeigen kinderen niet op te merken. Het gevolg is dat reguliere geneeskundigen steeds opnieuw het wiel menen te moeten uitvinden. Zoals in de immunologie, een expansief medisch vakgebied, dat steeds meer parallelen met de homoeopathie gaat vertonen. Of zoals recentelijk in de oncologie, waar men nu tumoren behandelt met cytostatica; stoffen die bij toepassing in gezonde lijven juist tumoren verwekken: similia similibus curentur... Een niet-vooringenomen benadering van de homoeopathie en een werkelijk objectieve, immunologische analyse van haar geneesmiddelen, zou dus wellicht een hoop onnodige moeite kunnen besparen, aldus Van 't Riet. Het zou bovendien wel eens verrassingen kunnen opleveren, "misschien hier of daar-'wel een glazen muiltje, dat bij nader inzien wonderwel blijkt te passen aan de voet van een zekere Assepoester." D 185

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 203

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's