GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 60

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar één duidelijke vraag: laat mijn volk gaan. Laat mijn volk gaan — alsof Botha dat nog niet weet! Nabi Musa ging niet naar de farao om op diens gezondheid te toasten en met hem te souperen. Evenmin poseerde hij met farao voor de fotografen of ving een dik salaris van hem, zoals die zogenaamde leiders uit de 'kleurling-' en Indiërbevolking die plaats namen in de Presi-

In november '85 verscheen in de Newsletter van de "World Conference on Religion and Peace South African Chapto' het volgende bericht van Faried Esack:

dentsraad en wat genoemd wordt 'parlementen'. Faried begint met stemverheffing te spreken: "'n mens se gemoed skiet baie vol", als hij het heeft over een van de hoekstenen van het apartheidsbeleid, de wet op de rassenclassificatie. Moslims worden geclassificeerd als 'Kaapse Maleiers'. Die naam krijgen ze opgeplakt omdat hun voorhouders

als slaven uit Maleisië naar Zuid-Afrika gehaald werden. 'Kaapse Maleiers vallen onder de hoofdgroep 'kleurlingen'. Faried: „Als een christelijke 'kleurling' tot de islam overgaat, dan wordt hij volgens de wet 'Maleier'. God weet hoe een 'kleurling' Maleier kan worden. Maleier-zijn is een culturele identiteit! Ag, die Boere, hulle is dom!" D

Bericht uit de gevangeniscel door Faried Esack

10 augustus 1985, we maakten geschiedenis die dag. Nog belangrijker is dat dat sinds die dag niet opgehouden is. Het was voor het eerst dat in Zuid-Afrika christelijke en moslimse geestelijken samen optrokken voor hun geloof. Het was nog vroeg die zaterdagmorgen toen we hoorden dat de politie op weg was naar Guguletu, een zwarte woonwijk bij Kaapstad. We hoorden ook dat ze van plan waren orde en gezag te herstellen. Het was de eerste keer dat we zamen optrokken. De media registreerden alles. We zouden een wet gaan overtreden die bepaalt dat het aan 'nietzwarten' verboden is om een woonwijk voor zwarten in te gaan. We hadden samen geleden, we werden samen uit onze wijken gezet, bezochten samen de scholen in de ghetto's, maar traden nog nooit samen als gelovigen op. Daar stonden ze, bovenaan bij een brug: twee casspirs (pantserwagens) en een eenheid politie, met geweren in aanslag. Wij trokken waardig en vastbesloten verder. De God van Mozes, Jezus en Mohammed riep ons op ons te identificeren met Zijn volk. Geen artikel uit wat voor wet dan ook zou ons kunnen tegenhouden. Dr. Boesak, ds. Louw en iman Hassan liepen voorop. Bij de brug hield de politie ons tegen. Wij vielen op onze knieën en een majoor gaf het bevel ons te arresteren. Dr. Boesak ging zachtjes voor in gebed. "Arresteer ze" schreeuwde de majoor. Iman Hassan reciteerde de eerste verzen van de Koran en opnieuw brulde de majoor erdoorheen: "Arresteer ze". Ze sloten ons op in een cel van een politiebureau in Wynberg. Het duurde acht uur. Laat mij een van die acht uren beschrijven. We zaten opgesloten, negentien gelovigen met uiteenlopende religieuze achtergronden, maar verenigd in het verlangen naar een rechtvaardige samenleving, tegenover twaalf bewakers in uniform, waarschijnlijk allemaal christenen.

54

Wij tegenover hen. We besloten een eredienst te houden. Dr. Boesak deed de schriftlezing, ds. Louw leidde de samenzang, iman Hassan ging voor in gebed en ik hield de preek. Daarna stonden we en zongen ons nationale volkslied Nkosi Sikelele Africa — God zegene Afrika. We ontdekten elkaar: verschillende van geloof, maar kameraden in de strijd. Negentien kleine mensen wachtend in een koude cel op de rechter; dialoog tussen de godsdiensten op het hoogste niveau. In acht uur werden jaren van achterdocht en wantrouwen afgebroken. Naschrift: Op 26 november 1985 maakte een functionaris van het Zuidafrikaanse Openbaar Ministerie bekend dat deze aan-

klacht tegen dr. Boesak en achttien anderen, naar aanleiding van hun arrestatie in Guguletu, zou worden ingetrokken (vanwege zijn initiatief voor de mars naar de PoUsmoorgevangenis werd Boesak later wél vervolgd). Boesak en de zijnen wilden op tien augustus in Guguletu de begrafenis bijwonen van de zeventienjarige Sithembele Mathiso die door een rubberkogel van de politie dodelijk getroffen werd. Ondertussen verslechtert de verhouding tussen de moslims en de politie. Op achtentwintig november drongen politieagenten met laarzen aan de Park Road Moskee in Wynberg binnen en doorzochten het gebouw. In de moslimse traditie is het ondenkbaar dat iemand met schoeisel een moskee betreedt.

VU-MAGAZINE — FEBRUARI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's