GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 38

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Boddendijk

Kimst „Kijk, mama, zonder handen!" is geen kuast. Elk opgroeiend valide kind zal op een gegeven ogenblik leren fietsen zonder handen aan het stuur. Een gelijknamig toneelstuk van Hugo Claus is echter wél kunst. Evenals een willekeurig schilderij van bij voorbeeld Karel Appel, hoewel menig museumbezoeker bij het aanschouwen van een modern schilderij bij zichzelf denkt „da's ook geen kunst, gewoon een paar likken verf op een doek." Toch ligt de afgrenzing tussen kunstenaar en kunstemaker niet zo onproblematisch. Claus en Appel zijn intu-ssen door een breder publiek als kunstenaar erkend, maar voor de nieuwe generatie kunstenaars ligt dat nog moeilijk. Zo wordt de schilders en beeldhouwers verweten dat ze onverkoopbare werken maken waardoor alleen al de opslagkosten in het kader van de BKR, de rijksregeling voor beeldende kunstenaars, een forse aanslag betekenen op de begroting van WVC. En hen worden kunstenaars ais Rembrandt en Van Gogh voor gehouden die zonder overheid.ssteun werken van eeuwigheidswaarde gemaakt hebben. De componi-Sten Peter .Schat en Stockhausen wordt verweten dat uit de recette van hun werken nog nauwelijks de kosten van de bladmuziek voor de uitvoerende musici bestreden kar] worden, terwijl de werken van Bach en Scarlatti — beiden 300 jaar geleden geboren — volle zalen trekken. En het zaterdagmiddagpubliek in de Amsterdamse PC zal, als het tenminste als poëzie koopt — eerder een werk van Hooft dan van één van de jonge dichters aaaschaffen. Kunst, het kan vreemd gaan. Wat in onze tijd in het algemeen als kunst uit vroeger tijden beschouwd wordt behoef-

36

de in die tijden beslist niet als kunst beschouwd worden. Scarlatti heeft zijn 555 sonatines en études voornamelijk kunnen maken omdat er toevallig een koninklijk persoon was die alles wat hij maakte opkocht. En dat geld had hij hard nodig om zijn speeischulden te betalen. Bach's meest bekende werk, de Mattheu.s-Pa,ssion, is één keer tijdens zijn leven uitgevoerd dankzij een onwillig jongenskoor. En veel van zijn werk werd niet zozeer als kunst gezien. Het was kerkmuziek. Veel componisten componeerden om hun opdrachtgevers te behagen. Telemann's ,,Da.s Glück der Ehe" is bij voorbeeld t.g.v. een huwelijksfeest van een rijk zakenman gecomponeerd en uitgevoerd tijdens het diner. Veel zullen de ga.sten niet van de muziek gehoord hebben vanwege de toen gebruikelijke tafelmanieren. Maar het was dan ook geen klassieke muziek, gewoon achtergrondmuziek, zoiets als Hilversum .3 of Het Theater van de lach. Nog tot het einde van deze eeuw werd veel van wat wij nu klassieke muziek noemen uitgevoerd om mensen te onderhouden, terwijl ze gezellig aan tafeltjes zaten te kletsen, te eten en te drinken. Als je nu in het concertgebouw per ongeluk moet hoesten word je zowat de zaal uitgekeken. Veel wat wij nu als kunst bestempelen wa,s vroeger gewoon bedoeld om mensen te vermaken of om hen bij religieuze zaken muzikaal te ondersteunen. Een requiem is dan ook een dodenmis die gezongen wordt in een kerk waar een lijkkist staat en niet iets voor een zaterdagmiddagconcert in het kerkelijk jaar geschreven en zou dan ook nog op zo'n dag in een kerk uitgevoerd moeten worden, zoals dat ook wel gebeurt met werk van Huuh Oosterhuis. Daarvoor ga je toch ook ook niet

naar De Doelen' Rembrandt heeft dat aan den lijve ondervonden toen hij bij voorbeeld de leden van de Nachtwacht via zijn speciale clair-obscur methode schilderde. Dat was niet gebruikelijk. Een kunstenaar probeerde zijn opdrachtgever te behagen door deze flatteus te schilderen, te beeldhouden of te vernoemen in proza of poëzie. Een kunstenaar was in de eerste plaats een vakman en gildebroeder die inspeelde met zijn vaardigheden op de grillen van koning klant. En het waren vooral koningen en andere maatschappelijke bevoordeelden die gebruik maakten van de diensten van deze vakmensen, waarvan er nu een enkeling nog bekend is en door ons kunstenaar genoemd wordt. De film ,,Amadeus" illustreert dit voortreffelijk, al is in deze film de geschiedenis enigszins onrecht aangedaan. De film verhaalt van de confrontatie tu.ssen de Weense hofcomponi.st Salieri en het inmiddels officieel volwassen geworden wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart. Diens gedrag in het openbaar stuit Salieri zó tegen de borst dat hij onder het motto ,,hoe kan God in vrede.snaam zo'n aap als in.strument uitkiezen om de mee.st goddelijke muziek te creëren" besluit om .Mozart op alle mogelijke wijzen de voet dwars te zitten. In die film lukt hem dat wonderwei, en des te meer naarmate Mozart genialer blijkt en Salieri zelf niet meer uit de voeten kan. En het leuke van het medium film is dan ten slotte dat Mozart onder de klanken van zijn laatste werk, het requiem, ten grave gedragen kan worden. Saüeri's opzet is gedeeltelijk gelukt; Mozart is in armoede en zonder roem begraven. Ten dele ook mislukt; Mozart's

requiem heeft Salieri niet op eigen naam kunnen zetten. Vanmorgen zond Hilversum 4 een Mozart-programma uit. Een werk van Antonio Salieri stond in het voorprogramma. Salieri, wie zou van hem gehoord hebben wanneer ,,Amadeus" niet zo'n kassucces zou zijn geweest? En niet geheel ten onrechte. Voor mij was dat stukje muziek vlees noch vis, een beetje Vivaldi, een beetje Mozart, maar niet een echt, eigen, logisch consistent stuk. Toch was Salieri in zijn tijd een beroemd en gevierd muziekpedagoog. Hij heeft les aan o.m. Beethoven, Schubert en een zoon van Mozart gegeven. Zijn composities behaagden zijn tijdgenoten. Hij stond hoog genoteerd op de jaarlijkse top tien. Maar hoeveel Saüeri's en andere, in hun tijd beroemde landschapschilders, scoren nu nog hoog op de top honderd aller tijden? Wordt die lij,st niet overbevolkt door ,.profeten die in hun eigen tijd en eigen land niet of nauwelijks geëerd werden" omdat de mensen aan de lippen van de broodetende profeten hingen? De meeste mensen die wij nu als kunstenaars uit het verleden eren waren in hun tijd vernieuwers, op zoek naar het andere; de onaangepasten van hun tijd. Waarom wordt de huidige kunstenaar dan verweten dat hij onaangepast is? Als we van hem of haar een broodetende profeet maken, lopen we dan niet het gevaar dat we met het badwater de kunst weggooien ten gunste van de hedendaagse Saüeri's van Hilversum, oh nee. Radio 3?

VU-MAGAZII-JE - JANUARI 19S6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's