GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 339

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 339

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ij onderzoek naar armoede is allereerst van belang vast te stellen wat nu precies onder dit begrip wordt verstaan. Dat is voor sommige perioden niet eenvoudig omdat bepaalde gegevens vaak ontbreken. Zo is het nu erg moeilijk te achterhalen wat de prijs van bepaalde levensmiddelen was in het jaar 1851. Een ander probleem betreft vast te stellen wie er nu eigenlijk 'arm' genoemd moet worden, met andere woorden: wat is de maatstaf op grond waarvan men vindt dat een persoon of een gezin in armoede leeft? Een probleem dat zich ook vandaag de dag voordoet, bij voorbeeld bij het bepalen van de hoogte van de bijstandsuitkering. Dit bedrag gaat door voor het biologisch minimum; in feite een soort armoedegrens. Merkwaardig is dan wel dat bepaalde groepen toe moeten kunnen met een lager bedrag dan de vastgestelde bijstandsuitkering, bij voorbeeld jongeren. Ook merkwaardig is het feit dat dit bedrag tamelijk willekeurig tot stand is gekomen, althans zonder deugdelijk onderzoek. Het vaststellen van de hoogte van deze uitkering is dan ook meer een politieke dan een gezondheidskwestie geworden. Soms stelt men de 'armoedegrens' van de vorige eeuw vast door de belastingvrije voet als maatstaf te nemen. De reden voor deze grens is dat men aanneemt dat mensen die minder geld hadden dan de hoogte van de belastingvrije voet, niets konden bijdragen aan de belastingen omdat hun inkomen veel te laag was. Een probleem bij deze maatstaf is dat de belastinggrondslag lange tijd niet zozeer werd gevormd door het gezinsinkomen, maar door zaken als de huurwaarde van de woning. Over inkomens ontbreken dus vaak de gegevens. Een andere mogelijke indicator is na te gaan hoeveel gezinnen er door armenbesturen werden gesteund, of liever gezegd, 'bedeeld'. Het lastige daarvan is dat er diverse vormen van bedeling bestonden: geldelijke steun, zowel het hele jaar door als alleen 's winters, een materiële steun in de vorm van verzorging in tehuizen en de verschaffing van levensmiddelen. 'Harde' cijfers zijn er over de bedeling dus

B

niet te geven, temeer daar er ook veel steun bestond buiten de officiële armenzorg om, bij voorbeeld door familie en buurtgenoten. Dan is het tenslotte ook nog mogelijk dat de armen uit de vorige eeuw hun situatie heel anders beleefden dan wij nu veronderstellen. Een periode van een kleine opleving — door ons van weinig belang geacht in het kader van de vermindering van de armoede — kan door de armen zélf wel als heel belangrijk worden beschouwd. oor de periode tot de tweede helft van de negentiende eeuw is het daarom niet eenvoudig een goed beeld te krijgen van de omvang van de armoede. De gegevens van het aantal gezinnen dat geen of vrijwel geen belasting betaalde lopen uiteen van 14 ('s-Graveland) tot 74 (Smilde) procent. Over het algemeen kwam armoede in de grote steden vaker voor dan op het platteland. De historicus prof. dr. Th. van Tijn, tevens promotor van Frank van Loo, heeft eens becijferd dat zestig tot zeventig procent van de bevolking in de steden tot de 'onderste groepen' van de samenleving behoorde. Maar een algemeen beeld valt er voor die periode niet te geven. Via de methode van het aantal bedeelden valt er wellicht iets meer te weten te komen, al hebben de gegevens vaak alleen betrekking op een bepaalde stad. Wel wordt duidelijk dat de bedeelden vaak ouderen zijn, meestal gezinnen van ongeschoolde arbeiders en in een aantal gevallen ook weduwen en verlaten vrouwen. "De levensomstandigheden van de omvangrijke onderste laag van de maatschappij waren in de eerste helft van de negentiende eeuw, zeker in de steden, slecht te noemen: een huis in de vorm van meestal één kamer, waarin gekookt, gegeten, gewassen en geslapen moest worden; geen vuilafvoer, geen riolering en waterleiding. De voeding bestond vooral uit aardappelen, vlees was te duur. Als men werk had, waren de arbeidstijden 10-15 uur per dag, zes dagen per week, en hygiëne en veiligheid op de werkplek lieten veel te wensen over. De gemiddelde levensduur van 'het volk' was voor 1850 ongeveer 35 jaar, circa één op de vier kinderen stierf voordat het 1 jaar oud was. In deze jaren was de politiek in Nederland een onderonsje van die manlijke personen van 23 jaar en ouder die een zekere som betaalden in de grond- en personele belasting. De kiesrechthervorming van Thorbec•ke bracht in 1850 enige verruiming; nu mocht ongeveer 10 procent van de mannen van 23 jaar en ouder (dat wil zeggen nog geen 5 procent van de totale bevolking ouder dan 22 jaar) stemmen", aldus Van Loo.

V

Rond 1880 doet zich een aantal verbeteringen voor: de prijzen van levensmiddelen dalen enigszins en de lonen stijgen. Voor de jaren tussen 1890 en 1910 becijferde Van Loo een loonstijging van dertig procent. Na 1880 werd het leven een

1901 huishuur

/" 31,20 (/• 0,60 per week) voeding ƒ 182,00 (f 3,50 per week) kleding en schoeisel ƒ 40,00 brandstoffen / 25,00 onderhoud/aankoop / 10,00 meubelen 'doctor-en begrafenisf 11,80 bussen' en andere kleine uitgaven f 300,00

1913 /" 41,60 {/^0,80p.w.) f 208,00 (/"4,00p.w.) f 40,00 / 30,00 f 15,00 /

15,40

f 350,00

Uitgaven voor de eerste levensbehoeften voor de jaren 1901 en 1913 in Hendrili Mo Ambacht

297

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 339

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's