GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 356

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 356

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

iconografie. Dat betrof onderzoek naar de functie, inhoud en achtergrond van afbeeldingen. "Hoewel ik daar nog steeds mee bezig ben", vult ze aan, "is mijn aandacht op dit moment een beetje verschoven naar een tentoonstelling die aan het eind van dit jaar in het Rijksmuseum wordt gehouden. Onderwerp is 'De eeuw van de beeldenstorm'. Door andere tentoonstellingen in het land — waarin eveneens de zestiende eeuw belicht zal worden — wordt de Amsterdamse tentoonstelling ondersteund. Ik heb zo'n twintig entries — korte beschrijvingen van de objecten — gemaakt. Voorts heb ik net vandaag een kopie van dit pak papier naar de Staatsuitgeverij gestuurd. Het is de catalogus voor een tentoonstelling in Haarlem die ik heb verzorgd, en die handelt over 'Leerrijke reeksen van Maarten van Heemskerck'. Die gaat in september open. Hoewel dit enorm leuk werk is — dat ook precies op mijn vakgebied ligt — valt het me soms toch wel zwaar dit allemaal te combineren met het universitaire werk." In het kader van de facultaire onderzoeksplannen werkt prof. Veldman aan een onderzoek dat handelt over cultuur en maatschappij in overgang en een periode van 1450 tot 1750 beslaat. "Het is een programma waarin kunsthistorici, neerlandici, latinisten en bibliotheekmedewerkers samenwerken. En dat is natuurlijk erg aardig. Het programma beslaat de overgang van de Middeleeuwen naar de nieuwe tijd. Vroeger zouden we dat Renaissance genoemd hebben, maar het is beter die term te vermijden. Er komt een einde aan de middeleeuwse normen en waarden, en langzaam komen nationale kenmerken op. 'Cultuur' en 'maatschappij' zijn in ons programma verbonden omdat stromingen in de letterkunde en de beeldende kunst in die tijd heel duidelijk samenhingen met hoe men tegen de maatschappij aankeek. In die tijd had kunst vaak een opvoedende waarde, het ging niet om het mooie. De functie van literatuur en beeldende kunst was in die tijd natuurlijk heel anders dan in de negentiende eeuw. Dat kun je ook veel minder los zien van de maatschappelijke ontwikkeling. Het escapisme van een deel van de moderne kunst bestond eigenlijk nauwelijks." Dat betekent dus in feite dat de kunst van de zestiende eeuw ons veel kan vertellen over de maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd. "Dat is zeker zo. En dat is ook de reden dat ik me zo graag bezighoud met de prentkunst omdat die deels is gemaakt om esthetische redenen, maar ook omdat prenten verspreid kunnen worden onder vele lagen van de bevolking en dus ook een bepaalde informatieve functie hadden. Er waren bij voorbeeld ook vaak onderschriften bij waaruit je het een en ander kon aflezen."

314

Komt daar een bepaald beeld uit naar voren of is het moeilijk hierover een eenduidige uitspraak te doen? "Dat verschilt per land en per groep kunstenaars. Bij Maarten van Heemskerck heb ik wel duidelijke ideëen over wat er uit zijn werk naar voren komt. Hij is beïnvloed door het humanisme en de Reformatie, hoewel hij zelf niet hervormd was. Uit zijn werk spreekt de gedachte dat de mens zelf verantwoordelijk is, en dat idee betekent duidelijk een breuk met de Middeleeuwen. De mens is niet meer afhankelijk van kerkelijke dogma's maar kan juist veel meer zelf zijn leven op aarde bepalen. Wat dat betreft leek Maarten van Heemskerck goed in het beeld van zijn tijd te passen."

W

aarom hebt u zich nu juist toegelegd op de zestiende eeuw, of anders gezegd, wat is er zo fascinerend aan die periode? "Ik vind het een waanzinnig interessante tijd", reageert Ilja Veldman enthousiast. "Al die dingen lopen door elkaar en het is erg moeilijk om een onderscheid te maken, bij voorbeeld tussen hervormd en katholiek. Er zijn allerlei stromingen die zich pas later uitkristalliseren en er gebeurt ontzettend veel. De boekdrukkunst bij voorbeeld, is dan heel jong en wordt vanaf 1500 ten volle benut. De prentkunst is ook jong, pas aan het eind van de vijftiende eeuw ontstaan. En dat geeft natuurlijk een stroom van informatie. In de zestiende eeuw gaat men, veel meer dan de eeuw daarvoor, op reis, naar Italië of anderszins buiten de grenzen. De internationale kontakten nemen toe. Dat komt ook doordat de wetenschap in het Latijn werd beschreven waardoor de barrière van de taal helemaal niet bestond. Het was meer één cultuur."

Het toenemen van de vormen van communicatie was dus in feite de aanzet tot verandering? "Ja, dat denk ik wel. Het publiek verandert ook, en dat heeft weer te maken met maatschappelijke veranderingen. In de zestiende eeuw zie je de opkomst van het burgerdom. De middeleeuwse driestandenmaatschappij is eigenlijk verdwenen en er komt een enorme groep van ontwikkelde burgers. Kooplieden, handelaren enzovoorts. Dat waren ook de groepen die de afnemers waren van de kunst. In Nederland hebben we natuurlijk nooit een groot adeldom gehad, zoals bij voorbeeld in Frankrijk of Italië. Juist die groepen waren daar de grote afnemers. In Nederland waren de burgers al in een vroeg stadium de opdrachtgevers, maar die groep wordt groter in de zestiende eeuw. Ook de rol van de kerken als opdrachtgever IS altijd belangrijk geweest, maar de kerken bevoordeelden wel kunstenaars die hetzelfde geloof waren toegedaan. Katholieke schilders maakten dus al-

taarstukken in katholieke kerken. Doordat burgers in steeds grotere mate de opdrachtgevers werden, veranderde de onderwerpenkeuze. Meer portretten en meer stillevens, en een verplaatsing van de kunst in de kerken naar de kunst in de huiskamers. Waarschijnlijk heeft de Nederlandse schilderkunst hieraan zijn beroemde zeventiende eeuw te danken." De onderwerpenkeuze werd dus voor een groot deel bepaald door wie de opdrachtgevers waren. In die zin valt er via de kunst natuurlijk veel te weten te komen over maatschappelijke ontwikkelingen uit een bepaalde tijd. Is dit een onderwerp waar kunsthistorici zich al langer mee bezighouden, of is het iets van de laatste jaren? "Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor het feit dat je kunst niet los kunt zien van maatschappelijke ontwikkelingen. Dat speelt overigens al een hele tijd. Ook de kunst van Italië wordt al enige tijd in verband gebracht met de opdrachtgevers. De familie De Medici bij voorbeeld, in feite een bankiersfamilie. Die hebben in de vijftiende eeuw in Florence zoveel opdrachten gegeven, niet alleen omdat ze het geld hadden, maar ook als zoenoffer omdat het verdienen aan je geld middels het heffen van rente één van de middeleeuwse hoofdzonden was. Hun opdrachten kwamen dus echt niet alleen voort uit kunstliefde, maar waren een middel om met God in het reine te komen. Uit zoiets blijkt hoe belangrijk de context is in waarin een kunstwerk is ontstaan." Uit het werk van Maarten van Heemskerck blijkt volgens prof. Veldman heel duidelijk dat hij in een overgangstijd leefde waarin de grenzen werden opengezet. Zo komen op veel van zijn schilderijen klassieke ruïnes voor; een duidelijk Italiaanse bijdrage. Ook de middeleeuwse hoofdzonden vallen in zijn werk te ontdekken, luiheid en woede bij voorbeeld. Maar in de Middeleeuwen worden enkele aspekten vooral benadrukt, aldus Ilja Veldman: "De gierigheid bij voorbeeld, omdat in die tijd kapitalistische vormen ontstaan. En dan wordt het des te belangrijker om tegen misbruik van het geld te waarschuwen. Net zoals de hoogmoed. Die treedt ook op in een periode waarin steeds meer mensen ambten gaan bekleden die tot voorheen alleen aan een elitaire groep waren voorbehouden. En de mens is toch zwak? Zo blijkt maar weer hoe vreselijk aktueel het allemaal is!"D

VU-MAGAZiNE - SEPTEMBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 356

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's