GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 128

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 128

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

len gepresenteerd worden op een symposium dat aan het einde van 1987 in Indonesië wordt gehouden. De Snellius Il-expeditie had tot doel om vijf onderzoekgebieden te belichten. Geologie was daarvan verreweg de grootste. Daarnaast werden bekeken: diepzeeventilatie, pelagische systemen (over alles wat groeit en bloeit in de diepzee), koraalriffen en riviermondingen. Dr. Jongsma was assistentcoördinator voor het geologisch gedeelte van de tocht. Voor dit onderdeel had prof. dr. J. E. van Hinte, hoogleraar aan de Vrije Universiteit de coördinatie op zich genomen.

D

e Bandazee is geologisch een zeer interessant gebied. Wie dit wil begrijpen moet zich allereerst verdiepen in de bewegingen van de continenten over de hele aarde. Volgens wat genoemd wordt de Wet van Wegener, hebben de huidige continenten oorspronkelijk aan elkaar vast gezeten. In de loop van miljoenen jaren zijn zij langzaam uit elkaar gedreven en zijn de oceanen tussen hen gekomen. Dit gebeurt doordat op een diepte van ongeveer honderd kilometer de hete binnenkant van de aarde steeds in beweging is. De aarde werkt van binnen uit en oefent daardoor kracht uit op de buitenste schil van de aarde, waarop de continenten liggen. De werking van de aarde is waarschijnlijk nodig om de aarde de gelegenheid te geven haar warmte kwijt te raken. De hitte in het binnenste van de aarde is afkomstig van de oerwarmte en van de warmte die vrijkomt bij het afbreken van radio-actieve stoffen die zich in de aarde bevinden. De kracht op de buitenkant van de aarde komt tot uiting wanneer aan de oppervlakte het binnenste van de aarde omhoog komt. We zien dat op het land gebeuren in gebieden waar vulkanen actief zijn. Maar eigenlijk kan de aarde op het land maar zeer beperkt warmte lozen. De grootste veranderingen treden in de zeeën op. Op de bodem van de oceaan ontstaan hele bergketens. Door hun voortdurende groei drijven de continenten steeds verder uit elkaar. De Atlantische bergrug, in de gelijknamige oceaan is een voorbeeld van zo'n oprisping van het binnenste van de aarde. De aardkost die in de oceaan op deze manier gevormd wordt is dunner en zwaarder dan de korst onder de continenten. Omdat er geen bewijzen zijn dat de aarde steeds groter wordt, als een ballon die wordt opgeblazen, maar juist ongeveer dezelfde maat houdt, moet er elders aardkorst verdwijnen. Dat gebeurt eveneens in de zeeën, bij voorbeeld in de Stille Oceaan. Azië en Noord-Amerika trekken steeds dichter naar elkaar toe. Aan de ene kant komt er aardkorst bij, aan de andere verdwijnt het weer. Zo bestaat de buitenste schil van de aarde uit tientallen grote schot-

118

Deze tekening geeft een schematisch overzicht van de bewegingen in de Banda Zee. De pijlen 8 en 10 geven de richting en de grootte in cm per jaar van de Pacifische en de Indische Platen aan

sen of platen, die voortdurend in beweging zijn ten opzichte van elkaar. Het 'verdwijnen' van aardkorst gebeurt in diepe troggen in de zeebodem. Twee van die schotsen trekken over elkaar heen en de onderste verdwijnt in het binnenste van de aarde. Wetenschappers zijn momenteel in staat om deze schotsen tot 700 kilometer onder de aardkorst te volgen. Zij doen dit door aardbevingsgolven te registreren. De omvang van de bewegingen van de continenten is te meten door een warmte-

bron in de oceaan te kiezen. Zo'n warmtebron zit in het binnenste van de aarde en zodra de oceaan zich verplaatst en er dus weer een 'koud' stukje aardkorst boven de warmtebron komt, maakt de aarde een nieuwe opening om de warmte kwijt te raken. Dat wordt dan een vulkanische berg in de zee. Door alle uitbarstingen na elkaar, ontstaat een bergketen. Door meting van de verplaatsing van de aardkorst boven de warmtebron kan de beweging van een plaat worden gemeten. In de Atlantische Oceaan is sprake van ongeveer vier centimeter verplaatsing van de continenten ten opzichte van elkaar per jaar. Om aan te geven hoe uniek de Bandazee is, legt men naast deze vier centimeter de bewegingen die daar meetbaar zijn: de Stille Oceaan komt met ongeveer tien centimeter per jaar richting Azië, en Australië beweegt zich met ongeveer acht centimeter per jaar eveneens naar dat continent.

H

Dr. D. Jongsma: 'De Indonesiërs vonden dat we het goed deden "

et verdwijnen van aardkorst komt alleen in zeeën voor. Continenten liggen als drijvende kurken op de platen. Zij worden niet makkelijk meegesleurd in een trog. Wel treden er spanningen aan de oppervlakte op wanneer continenten op een lijn met troggen zijn aangekomen. Momenteel zijn er drie plaatsen in de wereld waar dit het geval is: het CarailDische gebied, de Middellandse Zee en het gebied tussen Australië en Zuidoost-Azië. In dit laatste gebied ligt de Bandazee. De situatie in de Bandazee is zo gecompliceerd dat er in dat gebied niet alleen sprake is van troggen. Door de verschillende krachten die op elkaar inwer-

VU-MAGAZINE — MAART 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's