GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 467

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 467

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

verband. Deze prof.dr. E.R. Curtius waarschuwt ertegen dat, naar zijn mening, de joden zich meester maken van de sociologie en hij verwijt, met name Mannheim, onder meer 'nihilisme' en 'vijandigheid jegens het idealisme'. Kort na Hitler's aanstelling tot rijkskanselier worden niet-ariërs en verklaarde of vermeende tegenstanders van het nieuwe bewind ontslagen uit openbare functies. In september van datzelfde jaar wordt ook Mannheim met onmiddelijke ingang "in den Ruhestand uersetzt", fraai geformuleerd: 'met pensioen gestuurd'. Mannheim moet het naderend onheil voorzien hebben en vertrekt nog vóór het betreffende dwangbevel hem kan bereiken. Zonder afscheid te nemen vertrekt hij met zijn vrouw Julia naar Amsterdam, waar zijn vriend G. Révèsz woont, een hoogleraar aan de hoofdstedelijke universiteit. Hij is niet de enige geleerde van naam die op dat moment Duitsland voor gezien houdt: meer dan 1200 wetenschappers doen dat tussen '33 en '39, onder wie bekende namen als Horkheimer, Marcuse, Adorno, Buber, Popper en Einstein. Een 'intellectuele drainage' van jewelste, die alleen al voor de GoetheUniversitat het vertrek betekent van een derde deel van de wetenschappelijke staf. Amsterdam is voor de Mannheims slechts een doorgangshuis. Na enkele weken reizen zij verder naar Londen, hun voorlopige eindbestemming. Voorlopig, omdat Mannheim stellig van plan is om de Verenigde Staten als definitieve thuishaven te kiezen. Maar daarvan zal uiteindelijk niets terechtkomen. In de Engelse hoofdstad zal hij de rest van zijn leven slijten; niet echt van harte overigens. En dat zal dan te maken hebben met de gevoelens van ontworteldheid die hem na zijn tweede, noodgedwongen emigratie moeten hebben overvallen èn met het feit dat de Britten hem aanvankelijk niet beschouwen als een eminent geleerde van wie zij profijt kunnen hebben, maar als een 'gewone' vluchteling; een joodse professor uit Duitsland, die ze asiel moeten verlenen en die ze ook nog eens aan een passend baantje moeten helpen. Dat baantje is dan een lectoraat aan de London School of Economics, dat pas in '45, twee jaar voor zijn dood dus, zal worden ingeruild voor een echt hoogleraarschap aan de Londense universiteit. Engeland zal voor Mannheim het land worden waar hij buitenstaander is - een réfugié, géén immigrant - maar waar hij zich nochtans redelijk thuisvoelt. Dat hij zich in Engeland überhaupt kan thuisvoelen is te danken aan het feit, dat hij zich daar, tot zijn verrassing, plotseling geconfronteerd ziet met een redelijk functionerende, burgerlijke democratie die, vergeleken met Hongarije en Duitsland, voor hem 'de minst erge van de drie kwaden' die hij heeft gezien, betekent. Zijn gehechtheid aan dat derde va-

VU-MAGAZINE - DECEMBER 1986

derland zal uiteindelijk nog zo groot blijken, dat hij een naderhand gedaan aanbod van de Hongaarse regering, om als hoogleraar aan de universiteit van Boedapest naar zijn land van herkomst terug te keren, overigens niet dan met moeite, afslaat.

Z

oveel is na lezing van de studie over Mannheim duidelijk: vooral Mannheim's cultuursociologie, meer nog dan zijn strikt filosofische werk, heeft Henk Woldring, ais biograaf van deze denker, geboeid. En dan met name vanwege 's mans schier ongeneeslijke cultuuroptimisme en wetenschappelijke evenwichtigheid, die Mannheim, ondanks de eigen, toch wel dramatische wederwaardigheden, blijven typeren. Want optimisme en een gemotiveerde, positieve kijk op de culturele en politieke toekomst van Europa zijn de onmiskenbare wezenstrekken in zijn cultuursociologische werk. Ten opzichte van zijn nieuwe vaderland neemt Mannheim de houding aan van de buitenstaander, die desondanks insider is en juist door die combinatie een oogkleploze, scherpe kijk op die samenleving kan ontwikkelen. Deze afstandelijke, toch betrokken visie zal uiteindelijk bepalend blijken voor zijn gehele maatschappij-analyse, en voor de therapie die hij biedt om uit de Europese cultuurcrisis te geraken. De Engelse samenleving van tussen de twee wereldoorlogen kenschetst Mannheim als een zeer kwetsbare: een door tradities bepaalde, burgerlijke democratie, met een redelijke betrokkenheid van de burgers, dat wel, maar met een aantal structurele gebreken, als gevolg waarvan het Mannheim toch als 'leven op een vulkaan' voorkomt. Zo'n gebrek ziet hij bijvoorbeeld in de economische politiek, waarin het laissez-faire

op dat moment de toon aangeeft; een extreem liberale politiek die hoofdzakelijk neerkomt op het zich onthouden door de overheid van iedere vorm van inmenging in de nationale economie. In de voorafgaande eeuw heeft deze politiek goede diensten bewezen om van de traditionele economische structuren af te komen. Maar in de periode van economische en culturele crises die de Westerse wereld op dat moment doormaakt, zal dat gebrek aan leiding en planmatigheid de Westerse democratieën nog lelijk kunnen opbreken. Deze cultuurcrisis is, aldus Mannheim, namelijk bovenal een vertrouwenscrisis. Ernstiger van aard nog dan de economische crisis, is voor Mannheim namelijk het sociale en culturele faillisement van de Westerse beschaving; een samenleving zonder algemeen geaccepteerde, morele basiswaarden en -normen, is het gevolg. Het /a/ssez-Z'a/re-principe is volstrekt ontoereikend om het economische en culturele peil van een hoog-geïndustrialiseerde samenleving als de Engelse te handhaven. De uitweg van de barbarij - nationaal-socialisme, dictatuur, agressie en oorlog - biedt slechts schijnoplossingen; middelen die weliswaar voor het grijpen liggen, maar die de kwaal uiteindelijk zullen verergeren.

T

egen de tijdgeest in, ontwikkelt Mannheim een eigen therapie om de crisis te overwinnen. Democratie, planmatigheid, rationaliteit en een leidinggevende intelligentsia zijn daarin de voornaamste ingrediënten. Alleen daarmee kunnen de open samenlevingen van de Westerse democratieën de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Veel gehoor vindt Mannheim niet voor zijn oproep. De intellectuele wereld van dat moment is namelijk hopeloos verdeeld in twee

Karl Mannheim en zijn vrouw Julia in fiun Londense onderkomen: 'een uit Duitsland gevluchte, joodse professor die ooti nog aan een 'oaantje moest worden geholpen...'

413

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 467

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's