GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 257

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 257

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frank Boddendijk

De uitzondering In mijn eerste studiejaar liep ik met een bepaalde regelmaat de voorgeschreven colleges. In de praktijk betekende dit dat ik de colleges van mijn hoofdvak politicologie nauwelijks liep, die van mijn bijvak culturele antropologie bijna altijd, en de geschiedeniscolleges, daar was ik niet van weg te branden. Maar goed, daarmee hield ik genoeg tijd over om naar de bioscoop te gaan. En ik denk dat ik zonder overdrijven kan stellen dat ik in die tijd vaker in de bioscoop dan op de universiteit te vinden was. In die tijd heb ik onder meer "Verleden jaar in Marienbad" van Alain Resnais — naar het gelijknamige boek van Alain Robbe-Grillet — gezien. Een vreemde, welhaast onbegrijpelijke film, waarin de hoofdpersoon bij wijze van rode draad regelmatig aan de andere spelers het voorstel doet: "Ik stel u liever een ander spel voor: ik ken een spel waarbij ik altijd win...". Waarop de ander dan reageert met: "Als u niet kunt verliezen is het geen spel!" Waarop de hoofdpersoon dan weer antwoordt: "Ik kan verliezen., maar ik win altijd". Waarop de ander dan vervolgens de handschoen opneemt en zegt: "laten we het proberen". Vervolgens legt de hoofdpersoon de spelregels uit: "Dit kaartspel speel je met zijn tweeën. De kaarten worden op deze manier gelegd: één op de eerste rij, drie op de tweede, vijf op de derde en zeven op de vierde rij. Om beurten nemen de spelers kaarten weg, zo veel ze willen, maar uitsluitend uit één rij per keer. Wie de laatste kaart neemt heeft verloren." Uiteraard won de hoofdpersoon keer op keer, of hij nu begon, of de ander. Maar ja, denk je dan, 't is maar een film. Enige maanden later kwam ik bij toeval in een door mij vaak bezocht anti-

VU-MAGAZINE — JUNI 1986

quariaat het scenario van deze film tegen. Geïnteresseerd begon ik te lezen. Als bijlage was de oplossing van het rodedraad-spelletje bijgevoegd. De koop was toen niet moeilijk meer, hoewel ik er het equivalent van 12 borden mensa-soep voor neer moest leggen, ofwel /• 3,50. Thuisgekomen verdiepte ik mij in de handleiding bij het spelletje, oefende, en kwam tot de conclusie dat kennis inderdaad macht is. Dit spelletje was namelijk gebaseerd op het binaire getallenstelsel, en de uitgangssituatie leverde het getal tweehonderdtweeëntwintig op, ofwel het getal van het beest gedeeld door drie. Zodra de tegenstander uit een rij kaarten één of enkele wegpakte, verstoorde hij het binaire evenwicht. De hoofdpersoon hoefde dit slechts, keer op keer, te herstellen om te winnen. Een tegenstander die niet begon, kon gemakkelijk verslagen worden omdat hij de regels niet kende, en derhalve ook het evenwicht niet kon herstellen, tenzij bij de uitzondering. Maar dan nog had de hoofdpersoon enige beurten om te proberen het evenwicht te herstellen. Dit spelletje heb ik het eerst uitgeprobeerd op een jaargenoot die wiskunde studeerde. Ik noemde hem — en later deden al zijn dispuutgenoten dat — Koekebakker, indachtig Nescio's hoofdpersoon. Mijn vriend Koekebakker kon dit spel niet winnen van mij, en dat irriteerde hem in hoge mate. Vooral toen ik vertelde dat de oplossing van dit spel op het gebied der wiskunde lag, terwijl hij wist dat wiskunde niet mijn sterkste punt was. Zo heeft de homo ludens talloze spelletjes bedacht. De regels zijn ons vanaf de wieg bijgebracht, de oplossing wordt vaak streng verborgen gehouden. Of

we nu in een klassenmaatschappij leven, of in een zogenaamde klasseloze maatschappij. Overal loopt de meerderheid in het gareel, wacht geduldig op de carrière die uiteindelijk niet komt, en speelt intussen mee met de mid-weeklotto. Want je kunt immers weten hoe een koe een haas vangt? En ook de heersende minderheid lijkt gevangen door het spel. Zij kent de oplossing, maar weet dat ze die niet uit handen kan geven, anders is het spel uit. En het kan ook niet anders. Stel dat de Sovjet-autoriteiten in een vlaag van oprechtheid de eigen landsgrenzen zouden openstellen omdat ze vinden dat alle mensen van goede wille uit vrije wil van de geneugten van het reëel bestaande socialisme in het arbeidersparadijs zouden moeten kunnen genieten. Het land zou leeg stromen, nu ja, niet echt. Bij de grens zouden al die miljoenen Russen tegengehouden worden, niet door de eigen grenswachters, maar door de onze. Tien, honderd of duizend dissidenten willen we wel hebben. Maar miljoenen Russen, en dan ook nog zeker inwoners uit Kiev? Terwijl aan de andere kant die weinigen van ons die naar het arbeidsparadijs zouden willen, bij de grens niet door de blokkade kunnen komen. Of stel dat in ons land de rijkdom van onze miljonairs eerlijk over alle bewoners verdeeld zou worden. Wat zouden we er mee opschieten, misschien honderd gulden per inwoner? En als we indachtig het adagium "kennis is macht" iedere Nederlander naar de Open Universiteit sturen en een diploma laten halen, wat heeft dat achteraf dan nog voor zin? Als iedereen eenzelfde diploma heeft, dan is zo'n diploma waardeloos. Kortom, "les jeux sont faits", en

geen mens die daar wat aan verandert. Hoewel? Onlangs las ik de novelle "De boetvaardige" van de Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer, een moderne variant op zijn eerder verschenen boek "De duizendkunstenaar van Lublin". De hoofdpersoon in deze novelle is, ondanks zijn kampervaringen, zo'n winnaar. Hij kent niet alleen de regels van het spel, ook de oplossing. En daarmee heeft hij geld genoeg om zijn gezin en zijn bijslaap financieel te bedruipen. Wanneer hij op een onverwacht moment van zijn bijslaap huiswaarts keert, merkt hij dat zijn eigen vrouw eenzelfde soort gedrag ten toon spreidt. En op dat moment kiest hij, iets dat hij al lang min of meer van plan was. Hij verbrandt al zijn schepen achter zich, maar neemt de zeilen mee, want zonder geld kan hij zijn wens — een orthodoxe jood te zijn net zoals zijn vader en grootvader — niet in vervulling laten gaan. Hij gaat naar het beloofde land, wordt verzocht oftewel laat zich verzoeken, maar vindt uiteindelijk de rust in het geloof van zijn vaderen, inclusief haarlokken en aangepaste kledij. Het geloof heeft hij dan nog niet helemaal. Maar, zegt hij, misschien moet je je eerst aanpassen aan de regels van het geloof, voordat het geloof ook je leven echt kan vervullen. Misschien kunnen alleen op deze wijzen bergen verzet worden, omdat de oplossing van welk spel dan ook, niet bij de ander te vinden is.

235

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 257

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's