GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 272

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 272

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De legerleiding eruit en de ontwikkelingshulp erin?

Spanning in Suriname loopt op Het gaat slecht met Suriname. Sinds de decembermoorden van 1982 is de ontwiki^elingshulp opgeschort. Nu ook de twee belangrijkste exportprodukten bauxiet en tropisch hardhout minder opbrengen, zakt de bodem uit de deviezenpot. Suriname kan zich niet langer bedruipen. De sterk geslonken deviezenvoorraad werkt door op het importbeleid. Door schaarste aan goederen moeten ontwikkelingsprojecten worden stopgezet, eenvoudig omdat er niet langer onderdelen voor machines verkrijgbaar zijn. De situatie is nijpend en de bevolking reageert morrend of staat in de rij voor de Nederlandse ambassade. De Amerikaanse bauxiet multinational Suralco besloot kortgeleden 500 werknemers te ontslaan. Naast werkloosheid betekende dat besluit veel gezichtsverlies voor de leiders van het land, die het collectieve ontslag onwettig hadden verklaard. Ontslagen bij andere bedrijven staan inmiddels voor de deur. Frans Welman

I

n het vliegtuig op weg naar de hoofdstad van Suriname, Paramaribo, neem ik de stukken nog even door: éénderde van de bevolking in Nederland, politieke moorden, banden met landen als Libië en Cuba, ingestorte economie, opgeschorte ontwikkelingshulp, exportprijzen van grondstoffen gedaald, bezoek van Internationaal Monetair Fonds (IMF): Suriname leeft op te grote voet; er moet bezuinigd worden, en internationaal geïsoleerd. Het is duidelijk, ik ga naar een derde-wereldland. Het vliegtuig van de Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM) strijkt neer op de luchthaven Zanderij, terwijl de stem van de purser opgewekt klinkt: "Welkom in revolutionair Suriname." Even later sta ik op straat in Paramaribo en niets doet mij denken aan een land in ernstige moeilijkheden. Dit is een land waar armoede heerst. Goed in de kleren zittende mensen betreden kantoren, gaan winkels binnen of stappen in moderne auto's. De markt aan de Surinamerivier laat een overdaad aan groenten en fruit zien. Op het eerste gezicht is er van gebrek geen sprake. De Waterkant aan de Surinamerivier is een flaneerplek bij uitstek. Het is het centrum van de stad. Prachtig onderhouden oude houten gebouwen ademen een sfeer van het nabije verleden. Paramaribo is in feite een koloniaal openluchtmuseum, 's Avonds op het verlichte balkon van een antiek huis aan de Heerenstraat waan ik mij in die koloniale tijd. Even het verkeer wegdenkend, moet men hier vroeger al keuvelend op het wandelende slavenvolk hebben neergekeken. Achter de fagade's van huizen liggen nog steeds erven met slavenwoningen. Van de oorspronkelijke bewoners van Suriname, de Indianen, is weinig of niets te merken. Op de markt is het een komen en gaan van stads- en bosnegers, Hindoestanen, Javanen en Chine-

246

Een van de vele schaafijsverkoers in Paramaribo

zen: allemaal mensen wier voorvaderen ooit door Nederland naar Suriname zijn gehaald. Nee, Suriname kan een vergelijking met andere landen in Latijns-Amerika, Azië of Afrika niet doorstaan. Op het oog is het een welvarend land. Maar schijn bedriegt. Een schaafijsverkoper met zijn karretje bij het veer naar Meerzorg dat aan de overkant van de kilometersbrede rivier ligt, begint een verhaal: "Ik ben zelf in Nederland geweest, meneer, maar dit is mijn land hoor. Ik vind het heel goed dat die ontwikkelingshulp is gestopt, nu kunnen we eindelijk echt beginnen aan de opbouw. Iedereen moet eerst beseffen, dat we zonder Nederland verder moeten. We kunnen toch niet eeuwig onze hand ophouden? Het wordt vast nog erger; dan is er niets meer te krijgen en moeten de Surinamers de handen wel uit de mouwen steken." "Nee, geen microfoon", roept een taxichauffeur aan de Heiligenweg. "Praten wil

ik wel voor twee, maar ik wil niet herkend worden. Dat is veel te gevaarlijk in dit land. Zeg maar tegen Lubbers dat hij bommenwerpers moet sturen. Dan zijn we zo van die bende moordenaars verlost. Vroeger kon je nog met een man of zestien revolutie maken. Maar nu moet er veel bloed vloeien om die mannen weg te krijgen."

N

adat eind 1982 het bewind Bouterse kennelijk geen andere oplossing wist te bedenken dan moord op de oppositie, is er heel wat veranderd in Suriname. En Nederland speelt een zelfgenoegzame, maar hypocriete rol", vert.elt mij een Chinees die ook onbekend wil blijven. „De druk staat nu echt op de ketel. De legerleiding kan nergens meer terecht. Nou ja, China laat zich van haar beste kant zien door aan Herrenberg (Minister van Buitenlandse Zaken, FW) 10 miljoen dollar te beloven. Het lijkt misschien nog allemaal in orde aan de bui-

VU-MAGAZINE — JULI/AUGUSTUS 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 272

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's