GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 168

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 168

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van De Gaulle de opbouw van zijn onafhankelijke kernmacht onder meer heeft gerechtvaardigd met het argument dat het niet zozeer een kwestie van vertrouwen was als wel van de strijd met het Amerikaanse belang. En aangezien van de Verenigde Staten niet verwacht kon worden dat ze die risico's nam, had Frankrijk een eigen kernmacht nodig. Aan de andere kant kan men van mening zijn dat het grondgebied van de NAVO, de Verenigde Staten incluis, één strategisch geheel vormt en dat het erom gaat een soort globaal evenwicht tussen de NAVO en het Warschau Pact in stand te houden. Het doet er niet toe waar de NAVO-raketten precies zijn opgesteld; die in de Verenigde Staten zijn even goed als die welke elders zijn geplaatst. En natuurlijk is de filosofie van de NAVO gebaseerd op de gedachte van het Atlantisch gebied als één strategisch geheel. In de praktijk zijn er steeds tussenoplossingen aan de orde geweest voor dit probleem, omdat er toch steeds twijfels zijn geuit aan de betrouwbaarheid van de Amerikaanse nucleaire garantie. Dat heeft er toe geleid dat er steeds een minimale capaciteit aanwezig is geweest waarmee vanuit West Europa doelen in de Soviet Unie bereikt konden worden. Omdat het heel wel denkbaar is dat de veiligheidsbelangen van. de Verenigde Staten en West Europa op een cruciaal moment uit elkaar gaan lopen, is er dus in West Europa altijd behoefte geweest aan kernwapens die speciaal tot taak hadden om vanuit Europa zélf de afschrikking te verzorgen. Het ging daarbij om Amerikaanse wapens die specifiek de functie hadden om de 'koppeling' tussen West Europa en de Verenigde Staten tot stand te brengen. Die functie werd eerst verricht door de al spoedig (1962-1964) weer ontmantelde Thor- en Jupiterraketten en door de nog steeds van kracht zijnde toewijzing aan het NAVO-opperbevel (SACEUR) van tachtig nucleaire raketten op vijf onderzeeboten. Ook de plannen voor een multilaterale kernmacht (MLF) behoorden daartoe en vanaf het begin van de jaren zeventig de F-111 vliegtuigen op bases in Engeland. Toen de Soviet Unie met de opbouw van haar SS-20 arsenaal nog eens speciaal de kwetsbaarheid van West Europa en haar afhankelijkheid van de Verenigde Staten onderstreepte, lokte dit bij de NAVO het moderniseringsbesluit van 12 december 1979 uit.

et standpunt van de Nederlandse regeringen in deze kwestie is steeds geweest dat aan de betrouwbaarheid van de Amerikaanse betrokkenheid of — wat werd genoemd — de Amerikaanse nucleaire garantie niet behoefde te worden getwijfeld. Zij nam dus steeds een positie in die — als men haar vertaalt naar de hiervoor genoemde twee extreme antwoorden — dicht lag bij de opvatting van de NAVO

H

154

Een testvlucht van een NA VO-kruisraket vanuit een ondergrondse lanceerbasis bij Californië

als één strategische eenheid. Zij had derhalve geen behoefte aan nucleaire 'hardware' oplossingen in de vorm van speciaal in West Europa te stationeren raketten, die gericht waren op de Soviet Unie. Ze had er al vrede mee indien de Verenigde Staten hun bondgenoten consulteerden over hun strategische opvattingen en voornemens. Tegen deze achtergrond is de feitelijke steun aan (de motieven van) het NAVO-moderniseringsbesluit een afwijking van eerder door Nederland in de NAVO ingenomen standpunten. En als het nu nog ging om een symbolische kernmacht, maar een totaal van 572 kernraketten heeft gewoon de proporties van een West Europese kernmacht. Een saillant gegeven is dat het juist de Verenigde Staten zijn geweest die zich in de eerste jaren tegen de vooral Duitse aandrang tot een antwoord op de SS-20 hebben verzet. Hoe Nederland zich in het interne NAVO-beraad van de jaren 19771979 heeft opgesteld, is in nevelen gehuld, maar het lijkt niet onwaarschijnlijk dat Nederland de slag om de kruisraketten al vóór 1979 heeft verloren. Dat ook Nederland werd aangewezen voor de plaatsing van kruisraketten is vooral het gevolg geweest van de wens van de Duitse Bondsrepubliek dat naast West Duitsland nog andere continentale landen de nieuwe raketten zouden huisvesten, om daardoor het land niet in een al te geprononceerde positie tegenover de Soviet Unie te brengen. Het grootste gevaar van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren is nu dat er een nieuw niveau van bewapening is aangeboord —de middellange afstandswapens — dat een heel eigen dynamiek heeft omdat het is gerelateerd aan waarschijnlijk het centrale aspect van West-Europa's positie in de wereld, te weten haar uiterst kwetsbare positie tussen de Verenigde Staten en de SovietUnie in. Een wapenbeheersingsaccoord is

dan ook van kritisch belang om het gevaar van deze ontwikkeling in de kiem te smoren. en van de belangrijkste doelstellingen van Nederland is sinds het kabinet-Den Uyl (1973-1977) geweest de terugdringing van de rol van de kernwapens. Al langer voerde Nederland een actief nonproliferatiebeleid. Onder kabinetten van verschillende politieke kleur hebben die twee verwante beleidsdoelstellingen steeds brede politieke steun gevonden. Zo'n actief nonproliferatiebeleid is voor een land dat zélf een beroep doet op de nucleaire bescherming van een grote bondgenoot steeds een wat tegenstrijdige zaak geweest. Want hoe kan men de ontzegging van kernwapens aan andere landen rijmen met het feit dat men zelf onder de beschermende werking ervan leeft? Nu kan men om allerlei goede redenen menen dat er in Nederland ook kruisraketten geplaatst moeten worden. Maar de plaatsing ervan draagt wél bij tot de geografische verspreiding van een geheel nieuw type kernwapens en is dan ook in strijd met het nonproliferatiestreven dat Nederland op andere gebieden zo zegt na te streven. Maar de plaatsing van 48 kruisraketten zal ook haaks staan op de terugdringing van de rol van de kernwapens. De middellange afstandsraketten betekenen juist een accentuering van de bijzondere, strategisch kwetsbare positie die West-Europa tussen Oost en West inneemt, maar er ontstaat ook het gevaar dat er zich een soort onafhankelijke West Europees/Russische strategische balans en wapenwedloop gaat ontwikkelen, die het geheel van de Oost-West betrekkingen behoorlijk kan belasten. Dat geldt zeker indien niet spoedig in Geneve een accoord wordt bereikt, waarin ook een oplossing wordt gevonden voor het

E

VU-MAGAZINE — APRIL 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's