GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 156

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 156

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

is, een bepaalde bijdrage levert aan kankerverwekking. Een goed voorbeeld daarvan is asbest, een bijzonder sterk, slijtvast en brandwerend goed. Helaas bleek het ook asbestose (stoflongen) en kanker aan longen en andere organen te veroorzaken. Het lijkt misschien een achterhaalde zaak omdat er reeds vele voorwaarden aan het gebruik van asbest worden gesteld, maar in Nederland sterven er nog honderden mensen per jaar aan dit materiaal. De Nederlandse overheid heeft volgens Steenkamp nooit strenge eisen willen stellen, iets dat in Engeland bij voorbeeld wel gebeurde. Hij zoekt de oorzaak bij de enorme belangen van de industrie. In Engeland stelde een overheidscommissie in 1976 vast dat er in feite geen veilige asbestconcentratie bestaat. Tegelijk stak de asbestindustrie twee en een half miljoen in een advertentiecampagne om duidelijk te maken hoe nuttig asbest is en hoezeer de gevaren meevallen. Er gebeurde niets en het publiek reageerde niet. Pas na een nieuwe golf van publiciteit werden de toegestane concentraties flink verlaagd. Vandaag de dag weet bijna iedereen dat asbest gevaarlijk is, en worden bij voorbeeld asbestplaatjes voorhet gasfornuis niet meer verkocht. Er blijven echter ook situaties waarbij het niet duidelijk is dat er asbest wordt gebruikt, zoals bij veel isolatiemateriaal. En wie is er bijvoorbeeld van op de hoogte dat de remvoering van de auto asbest bevat? Er zijn nog meer voorbeelden van kankerverwekkende stoffen: vinylchloride (in PVC) en formaldehyde of spaanplaatgas. Het International Agency for Research on Cancer houdt een lijst bij van stoffen waarvan men zeker weet of vermoedt dat ze kankerverwekkend zijn. Inmiddels heerst er vrij veel overeenstemming over de stoffen die op de lijst moeten, maar wil het per land nogal verschillen wat men ertegen doet. Nederland loopt achter bij het verbieden van asbest, maar heeft daarentegen de maximale toegestane hoeveelheid cadmium verlaagd. Elke keer als er in het dichtbevolkte Nederland weer een nieuwe gifbelt wordt ontdekt, ontstaat er angst bij de bewoners voor kanker. Hoewel nog nooit met zekerheid is bewe-

Sommigen schrokken omdat ze kanker heel eng vonden, en anderen schrokken omdat ze niet wilden dat het mij overkwam. Er zijn bij voorbeeld mensen geweest die niet in het ziekenhuis wilden komen omdat ze dachten dat het besmettelijk was. Achteraf ben ik er zelf wel blij om dat zij niet gekomen zijn. Familie en vrienden en vriendinnen schrokken zich naar en zagen me al gelijk doodgaan. Later heb ik daar eens met een vriendin over gesproken en die was zo geschrokken dat ze helemaal perplex stond toen ik weer beter was en eigenlijk een beetje beledigd dat ik er weer zo snel bovenop was. 'Ik zag je al helemaal doodgaan', zei ze toen. Een ander soort reactie kwam van de moeder van een andere vriendin die eigenlijk helemaal niet langs durfde te komen omdat ze kanker zo eng vond. Toen ze dan toch kwam had ze een enorm grote mond en flauwekulverhalen van 'kop op' en zo, maar de ziekte die ik had werd niet aangeroerd. Daar kan ik toch al niet tegen als mensen het onderwerp geforceerd vermijden of de ziekte aanduiden als K. Ik vraag dan vaak: 'wat bedoel je?' Als mensen K zeggen lijkt wat ik gehad heb enger dan wanneer je gewoon kanker zegt. Toch zal ik zelf niet snel zeggen: 'wat een kankerweer'. Mijn vriend zei: 'nu ja, als de dokter zegt dat je geopereerd moet worden dan moet dat maar, en dan moet je daar maar even door heen.' Hij voelde het helemaal niet aan, hoe-

142

zen dat het gif in de grond kanker veroorzaakt, is er toch nog zoveel onzeker dat voorzichtigheid geboden blijft. De ervaringen met dioxines en radio-aktieve stoffen spreken wat dat betreft boekdelen. Aan het begin van deze eeuw werd door Marie Curie de radio-aktieve straling ontdekt. Zij had nog niet in de gaten dat daar voorzichtig mee moest worden omgesprongen en overleed dan ook aan de gevolgen van haar ontdekking. De belangstelling voor de gevolgen van radio-aktieve straling is gegroeid nadat de Verenigde Staten in 1945 twee atoombommen op de Japanse steden Hirosjima en Nagasaki gooiden. Veel mensen die niet direkt door door de bom overleden, stierven kort daarna aan leukemie door de opgelopen stralingsdosis. Uit verschillende studies is daarna gebleken dat radio-aktieve fall-out van kernwapens de oorzaak zijn van kanker. In de getroffen Japanse steden blijkt meer schildklierkanker en borstkanker voor te komen. Ook röntgenstralen kunnen gevaarlijk zijn omdat de ioniserende stralen zich in het lichaam ophopen. ledere nieuwe röntgenfoto vergroot zo de kans op kanker. Over de rol van luchtvervuiling verschilt men van mening. Hoewel veel onderzoekers erkennen dat er in bij voorbeeld schoorsteenrook /l4A'-verbindingen (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) kunnen voorkomen, menen zij dat de luchtverontreiniging door sigaretterook veel en veel groter is. Anderen menen dat de luchtvervuiling, net als de gevaren van asbest, te veel onderschat is. De laatste jaren is men gaan beseffen dat gevaarlijke stoffen soms ook via de buitenlucht worden verspreid. Een voorbeeld is cadmium,

wel hij het goed bedoelde en het erg voor mij vond. Mijn moeder klapte helemaal dicht toen ze het hoorde, zij kon haar emoties op dat moment niet uiten. Ik merkte wel dat ze het erg vond, maar ze uitte het niet, en dat was voor mij moeilijk omdat ik er zelf behoefte aan had om bij voorbeeld samen te huilen. Maar het was te veel toen, dat begrijp ik nu wel. We hebben er later ook over gepraat. M'n vader uitte z'n bezorgdheid heel indirect. Wij hadden bij voorbeeld vaak meningsverschillen over het feminisme, maar toen we kort nadat ik het gehoord had samen in de boekhandel stonden, heeft hij een boek van een bekend feministe voor me gekocht. Dat was heel ontroerend. Vlak voor de eerste operatie hadden we een etentje met een tante van me en daar werden ook foto's gemaakt. Toen ik die later terugzag, vond ik mezelf daar nogal treurig opstaan. Maar ik merkte ook dat er van mij wel opvallend veel foto's waren. Alsof zij dacht dat ik binnenkort dood zou gaan, net als ik zelf dacht. Toen ik voor de tweede keer geopereerd moest worden waren de emoties bij mij nog heftiger dan bij de eerste keer. Toen dacht ik ook dat alles uitgezaaid was en dat er een vloek op me rustte. Ik heb het eerst voor mezelf gehouden en ben later op een avond naar m'n ouders gegaan. Toen ben ik razend geworden en heb vreselijk gehuild. 26 jaar was ik, en al twee kankeroperaties achter de

rug. Dat klopt toch gewoon niet! Ik vond het oneerlijk verdeeld. Bij ieder knobbeltje dat ik nu ontdek ben ik, zeg maar, in staat van paraatheid. De chirurg heeft tegen me gezegd dat ik misschien een verhoogde vatbaarheid voor kanker heb. Maar de ongerustheid is wel minder geworden. Twee jaar lang had ik in de zomer in het ziekenhuis gelegen, en toen deze zomer voorbij was en ik gewoon thuis kon blijven, was ik heel opgelucht. Alsof de keten doorbroken was. Ziek zijn heeft ook {-oordelen, al mag je dat van een heleboel mensen niet zeggen. De aandacht die je van mensen krijgt komt met bakken tegelijk en de intensiteit ervan verbaast je soms. Dat er zoveel mensen zijn die het erg zouden vinden je te moeten missen, dat is waardevol. Wat veranderd is, is dat ik niet meer zo enorm hecht aan verleden en toekomst. Ik heb bij voorbeeld een kist met al mijn dagboeken die ik vanaf m'n twaalfde geschreven heb. Vroeger vond ik het vreselijk om die kist kwijt te raken omdat het me zo leuk leek om ze op je zestigste aan je kleinkinderen voor te lezen. Dat gevoel heb ik niet meer. Ik probeer nu veel meer bij de dag te leven. Je maakt natuurlijk wel eens plannen, maar het is voor mij bij voorbeeld helemaal niet vanzelfsprekend meer dat ik oud zal worden. In die zin is je beeld van de toekomst wel op losse schroeven komen te staan."D VU-MAGAZINE — APRIL 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 156

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's