GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 125

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 125

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

die wèl de moederkerk de rug hadden toegekeerd "totdat (en dus niet 'opdat') deze haar dwaling zou inzien". Nadat bij 'de Vereniging van 1892' een groot deel van de inhoudelijk verwante afgescheidenen van 1834 en de dolerende gereformeerden van 1886 samengingen in 'de Gereformeerde kerken in Nederland', is dit hervormingsideaal feitelijk in de ijskast verdwenen. Of, zoals prof. dr. C. Augustijn, hoogleraar kerkgeschiedenis aan de VU, het tijdens het kerkhistorisch congres poneerde: pas in 1892 werd de band met de hervormde kerk definitief verbroken en daarmee was het unieke karakter van de Doleantie verloren gegaan.

Paneelzagers Een kerkelijk debat, een theologentwist. En wat dan nog?, zo zou een hedendaagse buitenstaander zich in gemoede kunnen afvragen. Dit alles verklaart nog niet waarom de Doleantie een eeuw geleden aanleiding gaf tot zo'n uitgebreid spektakel op het vaderlandse erf. Een verklaring hiervoor kan gezocht worden in het feit dat, naarmate een dergelijk conflict escaleert, de andere strijdpunten de strikt geestelijke beweegredenen naar de achtergrond drukken. Het theologendebat verwordt zo alras tot een formeel-juridisch steekspel, zoals jurist De Gaay Fortman in zijn inleiding stelde. De hoogste inzet bij de Doleantie bleek uiteindelijk de vraag, aan wie de kerkelijk goederen — de kerkgebouwen en alles wat daaraan of -op zit bij voorbeeld — na een (eventuele) breuk zouden toekomen: aan de door de gereformeerden autonoom geachte lokale kerkgemeenten (de gereformeerden dus), of aan de overkoepelende kerkbesturen (de hervormden). Het zal duidelijk zijn wie hierbij aan welke kant stond. De meest vertelde anekdote uit de Dolean-

tie is dan ook, hoe Abraham Kuyper en zijn handlangers —onder wie Rutgers en De Savornin Lehman —zich, begin 1886, op gewelddadige wijze toegang verschaften tot de Amsterdamse Nieuwe Kerk, nadat de kerkelijke autoriteiten hen die toegang hadden ontzegd. Door een paneel uit de deur te zagen verwierven zij de scheldnaam 'paneelzagers' en haalden zich de woede op de hals van menig dagbladcolumnist en het grote publiek. Niet vanwege hun geloofsopvatting, maar enkel door deze en soortgelijke daden, stak in het land een storm van verontwaardiging op. Dr. J. de Bruijn, medewerker aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands protestantisme van de VU, had er de (niet-confessionele) kranten uit die dagen nog eens op nageslagen. Aanvankelijk kon men zich er in de niet-gereformeerde buitenwereld niet druk om maken. "Het Amsterdamsche kerkgeschil is op zichzelf tamelijk onbeduidend; veel sporen van zijn bestaan zal het dan ook niet achterlaten", aldus, bij voorbeeld, dr. A. Poelman, een hervormd predikant van de moderne richting, in De Nieuwe Gids: zelfs al zouden de kerkelijke twisten te Amsterdam leiden tot een scheuring in de Nederlandse Hervormde Kerk, dan nog "zouden de practische resultaten der kwestie zoo pover zijn, dat men haar in vergelijking met kerkelijke geschillen van vroeger en later tijd, ten onzent en in den vreemde, zou kunnen karakteriseren als een storm in een glas water." Maar na de tumultueuze gebeurtenissen van 1886 meent ook Poelman, dat het Amsterdamse kerkgeschil, "hoe onbeduidend, hoe nietig, hoe lastig, hoe vervelend ook op zichzelf, niet zonder gewicht" is.

Geestdrijver Fel en beslist koos de dagbladpers partij, al-

n

Ms

Een ruw uit tiet album gerukt portret van Kuyper, dat kort na de gewelddaad in de Amsterdamse Nieuwe Kerk aan de geportretteerde werd geretourneerd. De acfiterzijde meldt waarom...

VU-MAGAZINE — MAART 1986

dus De Bruijn, toen het escalerend conflict de kerkmuren deed trillen. Vooral de liberale, maar conservatieve pers liet zich niet onbetuigd in het beschimpen van Abraham Kuypers geloofsgoed: een "bekrompen godsdienst van een opgewarmd Calvinisme". "Er is eene partij die onrust en beroering sticht, omdat zij tot elke prijs, deze gevoelens als onfeilbare waarheid wil erkend zien, — eene partij, die aan anderen de vrijheid niet gunt, welke zij zelve verlangt. Zal het haar gelukken de dagen van den ouden geloofsdwang te doen wederkeeren?", zo vroeg de Amsterdamse Courant zich half januari 1886 af, verbijsterd over de paneelzagerij in de Nieuwe Kerk. Het liberale dagblad Het Vaderland deed het niet minder: "De zoetsappige zalvende toon van dr. Kuyper, in verband met zijn revolutionnair optreden, wekt onzen diepen weerzin. Ook weten wij zeer wel, dat dezen strijd, dien hij heeft gezocht, hem slechts een aanleiding is tot de verscheuring van het hervormde kerkverband, waarop altijd zijn streven was gericht." Of Carel Vosmaer, bekend letterkundige, in De Nederlandsche Spectator: "Hoe walgelijk zijn de kerkelijke beroeringen; hier het drijven van de hoofden zonder hoofd, daar de daden der opgehitsten. Alweer een kerk waarin het geloof handgemeen raakt. Te Leiderdorp een predikant Vlug, die den ringpredikant bedreigt aan 't lijf en die zegt dat men de deur der kerk zal inloopen... om er stormenderhand God te gaan dienen. Wat voor begrip hebben zulke wezens toch van een God?... Arm volk echter dat geleerd wordt de school te verachten, de wet te haten, het gezag als willekeur te beschouwen; arm volk, dat den godsdienst tot een laag werktuig ziet gebruiken en haat kweeken, de staatkunde ziet knoeien, de overdaad brassen; hoe zult gij niet van twee zijden op een dwaalspoor worden gevoerd! Socialistische en anti-revolutionaire geweldenaars draaien u een rad voor oogen, en wat moet er onuitputtelijk veel goeds in u zijn, dat gij het nog niet erger maakt en voor een groot deel zo redelijk blijft. De socialistische drijvers kunnen worden beteugeld; maar de theologo-politische niet. Jaar in jaar uit, dag aan dag zetten deze laatsten hun sloopingswerk voort en er mag geen wet zijn die het hun verbiedt. Daarom, duizendmaal gevaarlijker nog en afkeuringswaardiger een kerkelijk beroerder dan een democ-soc." Niet minder ook Boissevain, hoofdredacteur van het al even liberale Algemeen Handelsblad: onrechtmatig en revolutionair achtte ook hij het optreden der paneelzagers, leiders van een oproerige beweging. En wee het land waar deze revolutionaire anti-revolutionairen, zich bedienend van dezelfde methodieken in 's lands hoogste vergaderzalen, het ook politiek voor

115

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 125

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's