GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 347

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 347

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

'• kinderen van zes tot twaalf jaar centraal. Het is zijn bedoe'. ling te onderzoeken "in hoeverre de alledaagse levensom; standigheden de ontwikkeling toelieten van een meer 'mo; derne' omgang met kinderen: een affectvoller, meer be; schermend en doelbewuster opvoedingsgedrag." ; In het begin van de twintigste eeuw verandert een aantal • maatschappelijke omstandigheden waardoor een 'moder• ner' opvoeding mogelijk wordt. Onder 'moderner' wordt een '. affectvoller, individuele opvoeding bedoeld met aandacht '. en afscherming. Van Setten wilde onderzoeken hoe de moI dernisering van de twintigste eeuw zich ook tot de opvoe; ding uitstrekte, en of er wellicht verschil was tussen bepaal; de bevolkingsgroepen. Hij onderscheidt daarbij agrarische, ; burgerlijke en arbeidersgezinnen. '. • : [ ; ; ; ; • • ! ; ; ; • • •

m % envijfde van de bevolking bestaat uit kinderen, een BH getal dat een door de jaren heen constante verhouJ_J[ding weerspiegelt. In 1971 woonde nog 95 procent van alle kinderen in een gezin met beide ouders. Dat cijfer is nu waarschijnlijk lager, maar ook voor 1971 was 95 procent al tamelijk veel. Ook opvallend is de daling van het geboortecijfer: in 1937 werd per gesloten huwelijk gemiddeld 3,1 kind geboren, in 1965 was dat nog maar 2,1. Uit recent onderzoek naar motieven van ouders om te besluiten tot het krijgen van kinderen, blijkt dat vooral sociaal-psychologische redenen de doorslag geven: met name de individuele zingeving aan het bestaan werd vaak genoemd. Vroeger lagen meer rationele motieven ten grondslag aan de keuze voor kinderen (voor zover men toen natuurlijk van een keuze kon spreken gezien de gebrekkige voorbehoedmiddelen). Het hebben van kinderen heeft altijd al een bepaalde beloning met zich mee gebracht. Soms een economische belo-

VU-MAGAZINE - SEPTEMBER 1986

ning als kinderen, wanneer ze wat ouder werden, meewerkten of hun loon inbrachten, soms een immateriële beloning namelijk in de vorm van sociale acceptatie door de directie omgeving. Ouders hebben natuurlijk altijd veel geld en tijd (vooral de moeder) in hun kinderen geïnvesteerd. Het was dan ook niet zo vreemd dat ouders ook rekening hielden met de 'opbrengst' van kinderen. De afweging tussen investering en opbrengst werd wel degelijk gemaakt, zo stelt Van Setten. De vruchtbaarheid van de bevolking blijkt verband te houden met de op die plaats geldende prijs voor menselijke arbeid. Op Nederland toegepast zou dit kunnen betekenen dat de afname van het aantal kinderen te maken heeft met de gestegen materiële prijs per kind. Zo'n vreemde veronderstelling is dit niet als gekeken wordt naar de milieus waar relatief veel kinderen geboren werden. In 1947 was het kindertal het hoogst in agrarische en het laagst in de 'betere' milieus. In 1969 (ten tijde van de introductie van de pil) werd een verschuiving vastgesteld: het hoogste kindertal werd nu gevonden bij de hogere milieus. Voor de tweede wereldoorlog was een klein kindertal een teken van welstand: men kon het zich namelijk veroorloven te investeren in aandelen en niet als noodzaak in kinderen. Toen later het kleine kindertal steeds algemener werd, kon een hoog kindertal juist aangeven dat men zich zoveel kinderen kon permitteren als men maar wilde. Die kinderen moesten dan wel de 'juiste' opvoeding hebben: dure kleding en dure clubs die aangaven dat voor het kind niets goed genoeg was. De bedragen die in speelgoed werden en worden geïnvesteerd zijn enorm hoog. Aan de beroemde lego-steentjes werd omstreeks 1980 in Nederland jaarlijks 70 miljoen uitgege305

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 347

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's