GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 259

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 259

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dië, op een dwaalspoor te zetten. Uiteindelijk slaagde Cornells de Houtman er in 1597 in Java te bereiken. Eerdere pogingen om Azië te bereiken via de noordelijke poolcirkel waren onder Barentsz mislukt. Het klinkt ons nu als een anekdote in de oren, de overwintering op Nova Zembla. Cornells de Houtman die met een fractie van de bemanningsleden waarmee hij uitgevaren was na twee jaar terugkeerde op de rede van Texel om te melden dat hij het verre Indië bezocht had en die als bewijs daarvoor een lading meebracht, die vol curiositeiten zat, maar waarvan de opbrengst bij lange na de kosten van de reis niet kon dekken.

S

erieuze zaken en politieke verwikkelingen die er niet om logen. Toen de Nederlanders voor het eerst Azië bezochten waren zij nog verwikkeld in de oorlog met Spanje. Dat betekende dat de Spanjaarden hen niet alleen zagen als concurrenten in Aziatische wateren, maar dat de Nederlanders bovendien vijanden waren. Het enteren van vijandige schepen in een haven of op volle zee was een door beide partijen geaccepteerde praktijk. Aan het einde van de zestiende eeuw werd Portugal veroverd door Spanje en dus waren ook de Portugese carracken vijandig doelwit voor de Nederlanders. De grens tussen vriend en vijand werd overigens niet altijd zo nauw genomen. Het is de vraag of de S. Jago en de S. Catharlna aan hun treurig lot waren ontkomen als ze tot een bevriende natie hadden behoord. In 1602 wisten schepen van de kamer van Zeeland, een van de zes afdelingen van de in dat jaar pas opgerichte Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), de carrack S. Jago te enteren. Groot was de vreugde toen na de verovering ontdekt werd dat het schip een ongebruikelijk grote lading

blauw-wit porselein aan boord had. De Nederlanders, en inmiddels ook de Engelsen, hadden nu weliswaar enkele reizen naar Azië ondernomen, maar het was heel moeilijk om aan goed en veel porselein te komen. In die eerste jaren lag de nadruk ook nog voornamelijk op specerijen. Die brachten op de Europese markt buitengewoon hoge prijzen op. Het porselein was echter ook een begerenswaardig product. Ten eerste vonden de Europeanen het mooi. Bovendien was dit aardewerk, met glazuur dat absoluut geen vocht doorlaat en dat geen putjes of groeven vertoont waarin vuil gaat zitten, erg handig om als tafelgerei te gebruiken. Het was een hele vooruitgang vergeleken met het grove aardewerk, de houten nappen en de tinnen bierpullen die in Europa op tafel gebruikt werden. Aanvankelijk was het porselein echter zo zeldzaam dat men er niet van durfde te eten. Het werd beschouwd als een kunstobject. Veel borden en kannen werden bij aankomst in Europa voorzien van zilveren of gouden armaturen en ornamenten. Deze dienden zowel als verfraaiing als tot versteviging. In Holland werden speciale pronkkasten ontworpen waarin men zijn porselein kon tentoonstellen, en wie in het Rijksmuseum te Amsterdam gaat kijken, kan zien hoe daar een serie schalen en borden tot een reusachtig tafelornament zijn gemaakt. Het was een huwelijkscadeau van een adellijke familie. Het in de S. Jago gevonden porselein, werd de haven van Middelburg binnen gebracht en onder overweldigende belangstelling geveild in Amsterdam. De Franse en de Engelse koningen zonden afgevaardigden en Frederik Hendrik, de broer van de stadhouder, Maurits en zelf een toekomstig stadhouder, kocht porselein. Reeds toen werd in de Nederlanden gefluisterd dat Frederik

Zeventiende eeuwse VOC-schepen, beladen met Chinees porselein, zetten koers naar Nederland

VU-MAGAZINE — JUNI 1986

Hendrik de kapsones van een vorst had. Na zijn huwelijk met Amalia van Solms zou dat niet minder worden, integendeel. Een jaar na de veiling sloegen de Nederlanders een nieuwe slag. In de straat van Malakka werd de S. Catharlna veroverd. Jacob van Heemskerk, die het bewind voerde over de Hollandse vloot, gaf als reden voor deze agressie dat de Portugezen in Macao zeventien Nederlanders, die probeerden daar handel te drijven, hadden opgehangen. De Heren Zeventien, het bestuur van de VOC, hadden toch wat moeite met de oorlogszuchtige daad. Er was namelijk afgesproken dat op het westelijk halfrond de wapenstilstand tussen Nederland en Spanje, dus ook met Portugal, gehandhaafd zou blijven, terwijl men in Azië ook tijdens dit twaalfjarig bestand gewoon zou doorgaan met de oorlog. Uiteindelijk ging men toch accoord met de motivatie van Van Heemskerk. Het is waarschijnlijk dat de Heren ook te veel handelaar waren om zich zo'n mooie lading porselein door de neus te laten boren. Men kon het schip moeilijk weer naar Portugal terug sturen. De lading werd daarom geconfisceerd en ten tweeden male binnen enkele jaren vond in Amsterdam een veiling plaats die pas in 1986 haar weerga zou krijgen. Het is niet toevallig dat er Nederlanders opgehangen werden in Macao. Net als de Japanners later deden, hadden de Chinezen besloten dat hun land niet toegankelijk was voor buitenlanders. De Europeanen, die zo belust waren op de Chinese producten, zijde en porselein, konden deze artikelen niet zelf gaan kopen. Ze waren afhankelijk van wat illegale handel op de Chinese kust en van wat de Chinese handelaren uit de andere landen van Azië aanvoerden. De Chinezen hadden een ingenieus netwerk van contacten en handelsfaciliteiten. Op de Indonesische archipel bij voorbeeld kwamen jaarlijks een of twee vloten uit China aan. De Chinezen op Java hadden aan het begin van de zeventiende eeuw, toen de Nederlanders er naar de suprematie dongen, grote huizen. Ze hadden heiligdommen en goklokalen. Zo af en toe besloten de Nederlandse autoriteiten om in de avonduren de Chinese wijk te sluiten voor de vaderlandse zeelieden. Herhaaldelijk braken anders in de goklokalen ruzies uit tussen Nederlanders en Chinezen. Kwamen de vloten uit China aan, dan veerde Bantam op. De Nederlanders kochten de Chinese waren via de Chinezen die ze kenden als bewoners van Bantam op Jaccarta . Over de prijs werd fel onderhandeld en er was een levendige concurrentie tussen de Nederlanders en de Portugezen, die zich niet zonder meer uit de Indonesische archipel lieten verjagen. De Nederlanders probeerden de in Bantam wonende Chinese tussenhandelaren aan zich te binden en op

237

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 259

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's