GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 394

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 394

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Egyptische hoogleraar onderzoekt parasitaire ziekte bilharzia;

'Het is niet zozeer een medisch maar een economisch probleem' Nederlandse universiteiten kijken steeds vaker over hun eigen grenzen. Een gevolg daarvan is dat buitenlandse onderzoeksinstellingen regelmatig een beroep doen op de hier verzamelde kennis. Zo bezoekt een Egyptische hoogleraar regelmatig de VU om zich nader te verdiepen in de biologie van slakken die van belang kan zijn voor de haast epidemische ziekte bilharzia. Een ziekte die vrijwel niet valt uit te roeien omdat overdracht en besmetting zeer nauw samenhangen met maatschappelijk bepaald menselijk gedrag. En die omstandigheden laten zich nauwelijks wijzigen. Roeleke Vunderink Parasitaire ziekten maken droevig genoeg de meeste slachtoffers in warme derde wereld landen die toch al zo zwaar worden getroffen door droogte en hongersnood. In een warm klimaat gedijen de eitjes en larven nu eenmaal beter dan in het koude noordelijke klimaat. Bovendien beschikken arme landen over minder mogelijkheden de ziekte bij de wortel aan te pakken: de financiën zijn beperkt en culturele gebruiken houden een bepaalde ziekte vaak in stand. Ruim 250 miljoen mensen in de zogeheten warme landen lijden aan de ziekte bilharzia. Hoewel er de laatste tijd wat meer tegen de ziekte te doen valt middels het toedienen van medicijnen, is er bij lange na geen sprake van wegname van de oorzaak van bilharzia. In een land als Egypte — waar twintig procent van de schoolkinderen is besmet — wordt al geruime tijd veel geld en menskracht besteed aan onderzoek naar de bestrijding en uitroeiing van de ziekte. Daartoe zijn ook kontakten gelegd met instellingen in het buitenland waar onderzoek op dit gebied wordt verricht. Zo bezoekt de Egyptische hoogleraar Ahmed Moustafa Mohamed momenteel de biologische subfaculteit van de VU om zich op de hoogte te stellen van de stand van het slakkenonderzoek. De slak is namelijk de overdrager van de ziekte en om die reden een belangrijk onderzoeksobject van de Egyptische biologen. Prof.Mohamed werd in 1974 door de Wereld Gezondheids Organisatie aan de VU gedetacheerd om zich verder te specialiseren in de problematiek van bilharzia. Op voordracht van de bioloog prof. dr. J. Lever kon hij nog een jaar langer blijven. Terug in Egypte werd hij hoofd van de zoölogie- afdeling van het aan de universiteit verbonden instituut ter bestrijding van bilharzia. In

348

Prof. dr. A. M. Mohamed: "Het uitroeien van de ziekte is de droom van alle mensen in Egypte"

1980 keerde prof. Mohamed terug naar de v u om verder onderzoek te verrichten naar de rol van de slak bij de verspreiding van de ziekte. De kontakten werden toen wat regelmatiger want enkele jaren later kwamen twee Egyptische studenten naar de v u om het slakkenonderzoek voort te zetten. "Dat was dus eigenlijk in mijn eigen belang", grapt prof. Mohamed, "want zo kreeg ik tenminste de kans mijn Nederlandse vrienden regelmatig te bezoeken". Elke twee weken schrijft of ontvangt hij een brief van zijn Nederlandse collega's. Tijdens zijn meest recente bezoek vond hij de tijd VU-magazine te woord te staan.

H

oewel geïnterviewde en interviewster zich beiden van een vreemde taal moeten bedienen om het gesprek gaande te houden, weet prof. Mohamed ("iedereen noemt mij Ahmed") levendig te vertellen over de zaak die hem zo na aan het hart ligt: de epidemische vormen van bilharzia. "De ziekte ontleent zijn naarn aan de Duitse onderzoeker Theodor Bilharz", zo vervolgt prof. Mohamed zijn betoog. "In 1852 ontdekte hij de bilharzia-verwekkers in het bloed van de mens. Vanaf die tijd kreeg men zicht op de levenscyclus van de parasiet. Die cyclus begint bij de geïnfecteerde mens. De eitjes van de parasiet verlaten het

VU-MAGAZINE — OKTOBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 394

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's