GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 414

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 414

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

D

e keuze van dit citaat laat zien dat de liberaal Wiebenga binnen het krachtenveld van de politieke en maatschappelijke verhoudingen zijn pappenheimers kent. Het zou verkeerd zijn te concluderen dat hij door Kuypers woorden aan te halen, blijk wilde geven van een zekere geestverwantschap met het antirevolutionaire gedachtengoed. Dan zou Wiebenga in ieder geval bij de verkeerde politieke partij zitten. Neen, de reden dat hij Kuyper ter hand nam, was louter en alleen dat hij aldus op subtiele wijze een schot voor de boeg kon geven van coalitiepartner CDA. Het zijn immers prominente vertegenwoordigers van deze partij die tot op kabinetsniveau de belangen van de kerkelijke lobby vóór verdergaande rijkssubsidiëring trachten veilig te stellen. Dat de W D net een weekend eerder besloten had zich duidelijker ten opzichte van het CDA te profileren, zal vermoedelijk niet zonder invloed zijn geweest op de keuze van de manier en het tijdstip waarop het kamerlid Wiebenga zijn signaal uitzond. "De scheiding van kerk en staat is nu eenmaal een klassiek uitgangspunt van het liberalisme", licht Peter Smits, voorlichter van de WD-fractie in de Tweede Kamer, de uitlatingen van Wiebenga toe. In de Kamer was het GPV-vertegenwoordiger G. J. Schutte die Wiebenga er fijntjes op wees dat dit hedendaagse ethos niet overeenstemt met het verleden van de W D . Schutte: "In het program dat vanaf 1948 tot het midden van de zestiger jaren heeft gegolden, sprak zij (de W D — J. P.) onder andere uit dat de partij er diep van overtuigd was dat de grondslagen van de Nederlandse beschaving worstelen in het christendom, al moge dit door de onderscheiden groepen van het volk nog zo verschillend worden verstaan. En even verderop staat dat de partij zich er ten volle rekenschap van geeft dat de zedenkundige beginselen van het christendom

^S^^mê.

worden aangehangen door zeer velen die de christelijke godsdienst niet belijden." Maar goed, volgens de liberalen van nu strekt de moderne zelfredzaamheid, zo valt uit Wiebenga's antwoord op te maken, zich ook uit tot de kerken en andere genootschappen op levensbeschouwelijke grondslag (zoals de humanisten). In deze geest voerde Wiebenga tijdens de behandeling van het Sektenrapport als bezwaar aan tegen rijkssubsidiëring "dat het onnatuurlijk is voor de kerk dat zij bouwt op inkomsten die niet aan haar eigen levenskrachten zijn ontsproten." Bovendien worden, aldus Wiebenga, „door middel van rijkssubsidiëringen (...) ook onkerkelijken indirect gedwongen mee te betalen aan religieuze activiteiten. " In concreto stelde hij dan ook voor dat de overheid de directe steun aan de zogenaamde IJsselmeerkerken (in de IJsselmeerpolders zijn niet genoeg gelovigen om de eigen kerkgebouwen te betalen) en een aantal Molukse kerken staakt. Ook een andere steen des aanstoots voor de W^D, de door minister Brinkman vlak vóór de verkiezingen van afgelopen mei toegezegde subsidie voor gebedsruimten van minderheden, wil Wiebenga ongedaan maken. Een interessant punt daarbij is dat de toenmalige fractieleider van de W D in de Tweede Kamer, drs. E. Nijpels, zich vóór de verkiezingen eveneens een voorstander van subsidie voor moskeeën verklaarde. Minderhedenorganisaties spraken toen al van kiezersbedrog. Van :, .,Nijpels is, sinds hij zich in de luwte van zijn ministerschap bevindt, over deze materie geen woord meer

vernomen. Fractievoorlichter Smits houdt het erop dat het allemaal een misverstand is geweest: „Nijpels heeft dat nooit gezegd, de pers heeft hem verkeerd weergegeven."

M

aar terug naar het steekspel tussen W D en CDA over de subsidieverstrekking aan kerkgenootschappen. Misschien nog meer dan het genoemde citaat van Kuyper vormt Wiebenga's argument "dat het onnatuurlijk is voor de kerk dat zij bouwt op inkomsten die niet aan haar eigen levenskrachten zijn ontsproten", een vermanende vingerwijzing aan het adres van die instanties die op pragmatische gronden proberen de overheid te bewegen tot het bedienen van de subsidiekraan ten behoeve van de kerken. Het argument is namelijk letterlijk ontleend aan een uit 1946 daterend boek van mr. I. A. Diepenhorst, emeritus-hoogleraar in de algemene staatsleer aan de Vrije Universiteit en momenteel onder meer nog voorzitter van het zogenaamde Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (ICO). Deze instantie voert namens de achttien deelnemende kerkgenootschappen overleg met de overheid over zaken die de relatie tussen kerk en staat betreffen. Volgens sommigen maakt het ICO deel uit van de kerkelijke lobby vóór subsidieverstrekking. Het PvdA-kamerlid mevr. I. Dales, die evenals Wiebenga zitting heeft in de Bijzondere commissie Sekten: "Natuurlijk is het ICO een lobby. Maar belangenbehartiging is niet vies. Wat mij echter stoort aan het optreden van het ICO, is dat deze club pretendeert de brede steun te hebben van de deelnemende kerken. Zelf ben ik actief lid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 414

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's