GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 392

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 392

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Honingbijen mogen dan algemeen beschouwd worden als nuttig — ze leveren honing en was — maar de meeste mensen gaan ze toch liever uit de weg. De sterke beharing, de grote facetogen en de lange, in werkelijkheid oranje tong zijn goed zichtbaar

predatoren: pas op!, ik zal je slecht bekomen! Nog het meest tot de menselijke verbeelding spreken, vanwege hun handigheid, echter de insektesoorten die helemaal niet giftig zijn maar doen alsof. Ondanks het feit dat deze soorten voedzaam, smakelijk en ongevaarlijk zijn, pogen zij hun vijanden af te schrikken door hun uiterlijke gelijkenis met de wèl toxische insektesoorten. Zo zijn er tal van vliegende insekten die het typische geel-zwarte streepjespak van de wesp dragen, maar die zonder bezwaar gegeten zouden kunnen worden. De handigste komt het verst, ook in het dierenrijk... e geringe sympathie die insekten, óók bij natuurbeschermers, weten op te wekken, heeft meerdere oorzaken. Eén daarvan is het sociale aspect, dat tijdens het congres op pakkende wijze werd toegelicht door de Ierse entomoloog Martin Speight. Hij doelde op de aangeleerde aversie van mensen tegen al wat ook maar op insekten lijkt. Spinnen, hoewel fervente roofvijanden van de meeste insekten, delen gelijkmatig in die grondige afkeer. Zelfs biologen ontsnappen daar niet aan, aldus Speight. Zo zijn er plantkundigen die alle ins and outs van een bepaalde plant tot in de finesses kennen, maar geheel voorbijgaan aan het nut dat zo'n plant kan hebben voor één of meer insektensoorten, of — want ook dat komt voor — het nut dat de bewuste plant van die dieren heeft. Maar ook entomologen die uitsluitend systematisch bezig zijn — die alleen maar één bepaalde insektensoort volledig in kaart willen brengen — kijken niet verder dan hun neus lang is en komen niet toe aan de veelomvattender problemen van natuurbescherming in het algemeen en die van insekten in het bijzonder. Het argument dat een bepaald insekt toch zo leuk, mooi of boeiend is, is namelijk onvoldoende voor een effectieve bescherming. Dan komen namelijk alleen nog de mooie en grote soorten daarvoor in aanmerking.

D

derlijke soorten. Het is natuurlijk prachtig dat de grote vuurvlinder en het vliegend hert, een grote, spectaculair ogende keversoort, nu beschermd zijn. Maar er verdwijnen voortdurend insektesoorten in ons land. Misschien minder mooi en minder spectaculair, maar wel voorgoed! Het lijkt me daarom verstandiger om het ecosysteem waarin die insekten thuishoren te beschermen. Maar dan heb je wel een grondige kennis nodig van dat systeem. En daaraan ontbreekt het nu juist." Met andere woorden: bescherming van een enkele soort is weinig zinvol en in zekere zin zelfs onmogelijk, omdat alleen al het feit dat een bepaalde insektesoort dreigt uit te sterven aangeeft, dat er iets mis is met hun habitat, en daarmee met het ecosysteem, waarvan niet alleen dat ene insekt, maar tal van andere dieren en planten afhankelijk zijn. Bescherming van één soort is daarom niets anders dan symptoombestrijding en het is zelfs zeer de vraag of een dergelijke, geisoleerde aanpak wel effectief kan zijn, zolang nog volstrekt onbekend is welke middelen daarvoor nodig zijn. Het is in dat verband tekenend dat beschermende maatregelen meestal niet verder reiken dan een verbod op het vangen van dergelijke dieren. Een verordening waartegen veel wetenschappelijke en amateurentomologen weer bezwaar maken, omdat die juist de zo noodzakelijke bestudering van het dier en zijn leefmilieu belemmert.

VU-MAGAZINE — OKTOBER 1986

| | '•

". ! ; '. ' • • '. '. ", ; ; • • '. ! ; ;

* w nclusieve' bescherming is dus geboden. Een prachtig '. I ideaal, dat echter onafwendbaar lijkt te leiden tot een ! M. afweging, waarbij nut en schadelijkheid van insekten '. lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Want wat te doen ; met de onhygiënische vlieg, de hinderlijke mug en de ge- ; vaarlijke tse-tsevlieg? Mogen die wèl verdwijnen? Een vraag ; die toch ook bij entomologen kennelijk nog wel enige ver- • warring zaait. " Prof. Joosse: "Dat vind ik een hele moeilijke vraag. Ik vind '. de vraag naar het 'nut' namelijk altijd een zeer antropocentrisch, naar de mens toe redenerend, criterium. Ook de hui- ; dige praktijk van natuurbescherming gaat daarvan uit. En ; dat is nou net de moeilijkheid. Als nut het enige criterium is, ; dan kun je zeker een heleboel flora en fauna laten verdwij- ; nen. Maar ik denk dat dat een te beperkt uitgangspunt is. ; En dan daarbij: niet de vraag of de mug beschermd moet • worden — zo deze al met uitsterven bedreigd mocht worden • — is van belang, maar de constatering dat, wanneer de mug- '• genpopulatie dramatisch zou afnemen, wij kennelijk bezig '. zijn de structuur van ons eigen leefklimaat grondig te beder- ! ven! Maar het blijkt heel moeilijk mensen daarvan te over- ; tuigen. En het lijkt al helemaal onmogelijk dat te doen met ; andere argumenten dan die welke hun eigen belangen be- •_ treffen. Daarom zou ik het haast een gelukkige bijkomstig- • held willen noemen dat de factoren, die nu een groot aantal • plant- en diersoorten bedreigen, op den duur óók voor de '. mens zeer nadelige gevolgen zullen hebben. Misschien dat '. dat inzicht uiteindelijk tot het voorzichtige begin van een op- ! lossing zal leiden!" '. Het belang van insekten voor al wat leeft is inmiddels wel ; aangetoond. Maar er zullen waarschijnlijk nog heel wat in- ; sektesoorten verdwijnen, vóór dat inzicht algemeen wordt ; en de publieke opinie wat positiever uitvalt ten opzichte van | insekten en de noodzaak tot bescherming van deze dier- • groep. Misschien moet de mensheid nog wat vaker herin- ! nerd worden aan de bijbelspreuk die één der entomologen ; tijdens het congres zijn lezing als titel meegaf: "Ga tot de ; mieren en word wijs...!" ü ;

Mevrouw Joosse: "We moeten ons langzamerhand eens gaan richten op het beschermen van eco-systemen, waarvan onder meer insekten deel uitmaken, in plaats van op afzon-

346

; ; ; ; ; •

: '.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 392

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's