GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 261

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 261

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

M

Chinese kooplieden, die voor de op Formosa verblijvende Nederlanders het porselein in het binnenland aankochten, gezien door Nederlandse ogen

V

oor de Nederlanders die handel mochten drijven vanaf Formosa bleek het een probleem dat zij niet zelf naar de pottenbakkersdorpen konden reizen om hun bestellingen op te geven en de waren uit te kiezen. Ze moesten hiervoor gebruik maken van de diensten van Chinese kooplieden die Formosa aandeden, vaak op weg naar de Spaanse vestiging in Manila. Met behulp van tolken werd in half Chinees en half Portugees de bestelling doorgegeven. Soms gaven de Nederlanders al dan niet beschilderde houten modellen mee van de voorwerpen die zij graag zouden ontvangen. Reeds vanaf 1625 komen er typische Europese vormen op de markt. Er worden borden, kopjes en schalen vervaardigd, allemaal voorwerpen die in de Chinese keuken van die tijd niet werden gebruikt. De Chinese potten voor het schenken van warme rijstwijn stonden model voor de Europese theepot. De Nederlanders probeerden ook invloed uit te oefenen op de decoraties. Al vroeg werd porselein vervaardigd met monogrammen in Latijnse letters. Bekend zijn de borden daarop de letters VOC. In latere jaren ging de invloed van de Europeanen op vorm en versiering veel verder. Er zijn toen ook kruisbeelden en madonna's vervaardigd. Dit leidde soms wel tot een vreemde samensmelting van stijlen en culturen. In het Rijksmuseum is bij voorbeeld een 'Maria met kind' te zien. Het beeldje is uitgevoerd in porselein en geglazuurd met kleuren die lijken op die van een Italiaans Renaissance-schilderij. Moeder en kind hebben echter onmiskenbaar Mongoolse trekken. Na de grote belangstelling die de veilingen van porselein aanvankelijk in Europa trok-

VU-MAGAZINE — JUNI 1986

ken, verslapte de interesse in de daaropvolgende decennia. Jan Pieterszoon Coen, de bewindvoerder in Jacarta, toen nog Batavia geheten, en de grote coördinator van alle handel die de Nederlanders in Azië dreven aan het begin van de zeventiende eeuw, kreeg in 1616 vanuit Nederland de waarschuwing jaarlijks niet meer dan zo'n 42.000 stuks porselein te kopen. Anders zou men in het vaderland met te grote voorraden komen te zitten. Deze beperking werd echter in 1620 al weer ingetrokken. De Heren Zeventien van de VOC hadden ontdekt dat men porselein niet alleen tegen zeer hoge prijzen aan de rijken kon verkopen, maar dat men ook lagere prijzen kon vragen en eenvoudigere vormen kon importeren. Op die manier werd een veel grotere markt aangeboord. Uit de boedelbeschrijvingen van Nederlanders aan het einde van de zeventiende eeuw, weten we dat er in heel wat minder gefortuneerde huishoudens porselein aanwezig was. In 1624 besloten de Heren dan ook niet alleen om de steeds meer porselein te bestellen, maar om tevens een speciale porseleinkoopman naar Jacarta, te sturen. De eerste porseleinkoopman was Hans van Voorde. Hij kreeg het niet onaanzienlijk salaris van 18 florijnen. Zijn vrouw verdiende nog wat bij door toezicht te houden op een groep weesmeisjes die Coen uit Nederland had laten overkomen, in de hoop op den duur in Batavia een echte Nederlandse gemeenschap te stichten. In die begintijd wilden alle mannen zo snel mogelijk terug naar huis. Of de vrouw van Hans van Voorde geslaagd is in haar werk valt te betwijfelen. De weesmeisjes hadden in Batavia een zeer slechte reputatie.

en moet proberen zich een voorstelling te maken van de manier waarop de porseleinhandel verliep. De Heren Zeventien lieten in Nederland houten modellen vervaardigen en stelden lijsten samen van de soorten, maten, kleuren en hoeveelheden waarvoor in Nederland een markt was. In Delft was inmiddels een aardewerkfabriek ontstaan waar het Chinese porselein geïmiteerd werd, de Porseleine Fles. Daar werd en wordt ook vandaag de dag het Delftse aardewerk gemaakt. In de zeventiende eeuw lieten de bewindvoerders van de VOC hier soms ook modellen vervaardigen die naar Azië gestuurd werden om de Chinese pottenbakkers tot voorbeeld te dienen. Op die manier hoopte men te bevorderen dat daadwerkelijk in Nederland werd afgeleverd wat men had besteld. Op deze manier ging echter in de Nederlanden reeds een hoop tijd verloren voordat de bestelling de deur uitkon. Was de bestelling aan boord van een schip dat naar Oost-lndië voer dan duurde het vijf tot zeven maanden voor het in Batavia aankwam. Daar werd de bestelling doorgenomen. Een gedeelte werd uitgezet onder Chinese tussenhandelaren die in Batavia aanwezig waren. De rest stuurde men door naar Formosa. Ook dat nam enkele weken in beslag. Vervolgens moest men daar wachten tot een betrouwbare handelaar het eiland aandeed. De bestelling werd dan meegegeven en op zijn vroegst driekwart jaar later afgeleverd, In de praktijk waren de handelaren die Formosa aandeden niet dezelfden die uiteindelijk de bestelling plaatsten bij de ceramist. Sommige fabrieken lagen honderden kilometers landinwaarts. De kooplieden die een Nederlandse bestelling aannamen konden vaak niet anders doen dan op de markt in China datgene kopen dat het meest op het bestelde leek. Het Delftsblauw kopje had een reis van duizenden kilometers achter de rug voor het als voorbeeld naast de draaibank van de Chinese pottenbakker stond. In veel gevallen was het al lang gebroken. En kwam het allemaal wel in orde dan ging het porselein via Formosa of later via Kanton naar Batavia waar het op grote schepen van de 'retourvloot' werd geladen. Twee keer per jaar vertrok een vloot naar Nederland. Zo'n schip is de 'Geldermalsen' geweest, het achttiende eeuwse schip waaruit het porselein afkomstig was dat onlangs in Amsterdam is geveild. De lading was bedoeld als een gewone, goede, kwaliteit gebruiksporselein. Eeuwen op de zeebodem hebben van deze lading een even zeldzame last gemaakt als het Wan-Li-porselein van de S. Jargo. De prijzen waren exhorbitant hoog en wie mee wilde tellen schafte zich een bordje aan.

239

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 261

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's