GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 419

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 419

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

lijkt een veldslag te hebben gewoed. Schots en scheef liggen bomen aan de kant. Mannen met motorzagen verwijderen takken. Het groen van het woud Is veranderd in grijs en bruin. We rijden langs tractors die bomen aanslepen. Op een heuveltop neem ik de omgeving op. Tot ver in de omtrek is het bos gerooid. De grond ligt bloot. Op een flink aantal plaatsen zijn de rots en lichtbruine grond te zien. Daar is de toplaag al verdwenen. Ik kijk de opzichter vragend aan. "In principe halen we alleen die bomen weg die commercieel aantrekkelijk zijn", vertelt hij. "Dat doen we om twee redenen. Ten eerste heeft het weinig zin om onverkoopbaar hout aan te slepen en ten tweede krijgt, door de bomen die blijven staan, het bos de kans zich te herstellen. Het duurt natuurlijk wel even voor de verscheidenheid aan boomsoorten is teruggekeerd, maar op die manier gaat het bos tenminste niet voor het nageslacht verloren. Dat is de theorie. Maar in de praktijk vallen alle bomen die de bulldozers in de weg staan. Want hoe sleep je bomen weg zonder andere om te halen? Je zou veel te veel tijd aan één boom kwijt zijn. En de arbeiders moeten in die tijd gewoon doorbetaald worden. Nu de prijzen voor hardhout op de wereldmarkt flink zijn gedaald, valt er aan die theorie dus nauwelijks te denken."

D

e bovenloop van de Balui is het land van de Kayan en de Kenyah. Binnen hun gebied tel ik zeker tien houthakkerskampen. In elk van de zeven divisies waarin Sarawak is verdeeld zijn ze te vinden. Sarawak is één van de belangrijkste hardhoutexporteurs ter wereld. Wat is de reden van deze ongebreidelde uitverkoop van het regenwoud? Mensen aan de kust van Sarawak hebben een andere geschiedenis met het woud en maken een andere ontwikkeling door. Van oudsher wonen mensen van het Maleise ras in kampongs en steden. Kuching, de hoofdstad, is regeringszetel van de deelstaat. Daar wordt over de ontwikkeling van Sarawak besloten. Sarawak op haar beurt is verantwoording verschuldigd aan de centrale regering van Maleisië in Kuala Lumpur, op het vasteland van Zuidoost Azië. Zoals overal ter wereld worden Inheemse volkeren - vooral In eigen land - gezien als onderontwikkelde burgers. Met hun belangen wordt nauwelijks rekening gehouden. In de besluitvorming doen ze nauwelijks mee. Ontwikkeling is het sleutelwoord en traditionele stammen staan bij dat streven eerder In de weg, dan dat wordt Ingezien dat zij een bijdrage kunnen leveren. Multinationale ondernemingen en landen die voordeel hebben van het onbelemmerd aanleveren van ruwe grondstoffen, stimuleren direct en indirect deze gang van zaken. Noch met de waarschuwende vinger van milieudeskundigen uit het westen, noch met de mensen die deel uitmaken van het oerwoud als 'ecosysteem' wordt serieus rekening gehouden.

'Als men bij u werkelijk zo bezorgd is, koop dan geen hout meer! Dat is echt heel effectief!' 20

Met de eersten is men nog niet klaar. Maar naar verwachting sterft de tweede categorie vanzelf uit, nadat zij zich hebben aangepast en zijn opgestoten in de vaart der volkeren. Dat wordt duidelijk wanneer men de situatie ter plekke In ogenschouw neemt.

E

en bezoeker, avonturier, ontdekker die bij een langhuis arriveert, raakt onvermijdelijk onder de indruk van de manier van leven daar. Zo'n vijftig families, elk met een eigen privé-ruimte, leven tezamen In één huis. Door het huis loopt de gemeenschappelijke ruimte, die bijna de helft van het totale oppervlak beslaat; eigenlijk een dorp onder één kap. Deze vorm van samenwonen is uniek in de wereld. De vraag is echter wel: voor hoe lang? Als dank voor het aangename verblijf geeft de gast een zaklantaarn cadeau. Dat is fijn, want nu kunnen de bewoners zich 's avonds gemakkelijker buitenshuis begeven. Maar een zaklantaarn werkt op batterijen die de bewoners niet zelf kunnen vervaardigen. Een buitenboordmotor vergemakkelijkt het vervoer op rivieren, want in het binnenland zijn, met uitzondering van die ten behoeve van het houtvervoer, geen wegen. Het bezit van zo'n motor is handig, omdat je niet dagen, weken en soms zelfs maanden onderweg hoeft te zijn. Maar een motor, de onderdelen en de benzine kosten geld. Het betekent dat de inheemse bevolking van de moderne verworvenheden slechts kan gebruikmaken als er van een economie van zelfvoorziening wordt overgestapt op 'cash economy'; Men moet rubber, cacao, peper enz. gaan verbouwen en verkopen om aan 'cash' te komen voor radio, televisie, aluminium potten en pannen, en generatoren voor electrisch licht. Een ontwikkeling die afhankelijkheid van de buitenwereld creëert, die hen tegelijkertijd als tweede-rangs burgers beschouwt. Wat zijn hiervan de gevolgen voor de identiteit van de volken van Sarawak? Omdat maar weinig buitenstaanders interesse hebben in de authentieke leefwijze van dit bestaan in de jungle, en missionarissen de plaatselijke bevolking hebben overtuigd van het Irreële van de eigen godsdiensten, vertonen zij maar weinig zelfvertrouwen in contacten met de buitenwereld. Om er bij te horen adopteren zij daarom zo veel mogelijk nieuwigheden die hen zijn aangereikt. Hun traditionele kledij heeft geen waarde meer; zij dragen westerse kleding. Kayanvrouwen snijden hun lange oorlellen af uit vrees uitgelachen te worden. Langhuizen vertonen meer en meer daken van golfplaat in plaats van de gevlochten beschutting van de bladeren van de NIpahpalm. Alleen op feesten voert de eigen aard, de eigen achtergrond, de eigen identiteit, nog de boventoon. Zo'n uniek feest is gawai Kenyalang; het feest van de neushoornvogel. Vlakbij het plaatsje Kapit aan de Rajang had een oude man in Rumah Panjal, het Iban-langhuis, een droom. De goden droegen hem op het feest te hunner ere te organiseren. Kenyalang is één van de gelegenheden waarbij Lang Burong, de belangrijkste God van de Iban zich manifesteert. Een belangrijk feest als gawal Kenyalang kost een jaar voorbereiding. De droom van de oude man moet dan ook worden bevestigd door andere betrouwbare dromers.

VU-MAGAZINE-NOVEMBER 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 419

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's