GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 432

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 432

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

D

eze constatering van Girard maakt ogenschijnlijk een wat moedeloze indruk: de schrijver kijkt op van zijn bureau, werpt een blik op de buitenwereld, mompelt: "zie je wel, altijd weer hetzelfde liedje...", en slaat de ogen weer neer. Maar daar laat Girard het toch niet bij. Er blijkt wel degelijk licht te gloren aan het einde van de donkere tunnel. Dat licht bevindt zich in het slothoofdstuk waarin nogal eens een verzoening plaatsvindt tussen die zo onoverbrugbaar lijkende tegenstellingen. Door veel critici wordt wat besmuikt gedaan over zo'n slothoofdstuk: prachtig boek, maar dat einde... Als kritische lezers hebben we immers geleerd om wantrouwend te staan tegenover het 'happy end' zoals dat in pulpromannetjes voorkomt. Als de rijke landjonker en het naieve boerenmeisje, na vele misverstanden en obstakels te hebben overwonnen, eindelijk smachtend in elkanders armen vallen, onderkennen we dit al snel als sentimenteel gezwijmel. Een Nederlandse literatuurwetenschapper heeft zelfs ooit gezegd dat de kwestie of een boek goed of niet-goed afloopt het criterium is om lectuur van literatuur te onderscheiden. Volgens Girard moeten echter 'valse' verzoeningen goed onderscheiden worden van de authentieke. Die authentieke verzoening kenmerkt zich hierin dat de hoofdpersoon het imitatieve karakter van zijn begeerten en de valsheid van zijn tegenstellingen onderkent en opgeeft. Bij Don Quichot breekt op zijn sterfbed het inzicht door dat hij altijd hersenschimmen heeft nagejaagd. Raskolnikow, in Dostojewski's befaamde roman Schuld en boete ziet uiteindelijk in dat hij geen Übermensch is die de waarden van de gemeenschap volledig kan negeren, en geeft zijn isolement op. Nu kunnen de stellingen van Girard gemakkelijk verkeerd begrepen worden. Het lijkt soms alsof hij beweert dat er in het geheel geen verschillen meer bestaan tussen mensen en dat we in het geheel niets meer mogen begeren; dat we één grote knusse familie zijn geworden die in verstilde harmonie behoort samen te leven. Zulke plakkerige denkbeelden kunnen hem echter niet toegeschreven worden; die opvattingen zouden wederom ook een absolutering van één van de polen van een valse tegenstelling betekenen. Het gaat hem er veeleer om aan te geven dat verlangens die voortkomen uit jaloezie, een waas om de ogen bewerkstelligen; een waas waardoor de werkelijkheid op volstrekt vertekende wijze

VU-MAGAZINE - NOVEMBER 1987

Girard wel een heel beperkt beeld heeft Dostojewski: dubbelvan wat een belangrijk schrijver en een zinnigheid geniale roman is, dat er heel wat schrijvers zijn geweest die zich met andere zaken dan met de mimetische begeerte hebben beziggehouden, en dat het misschien toch van een wat bevooroordeelde geest getuigt om zulke schrijvers derhalve bij voorbaat als minder belangrijk te kwalificeren. Maar dit zijn slechts wat aantekeningen in de marge. De werkelijkheid gebiedt te zeggen dat De romantische leugen en de romaneske waarheid een fascinerende en

Niettemin wekt Girard soms irritatie op. Soms past het allemaal net iets te mooi in zijn systeem. wordt waargenomen. Van die mimetische begeerte zou afstand gedaan moeten worden.

N

iettemin wekt Girard soms irritatie op. Af en toe ontstaat de indruk dat hij zijn eigen interpretaties en denkbeelden als een raster over de door hem geselecteerde en bestudeerde literatuur heenlegt. Soms past het allemaal net iets te mooi in zijn systeem. Op zo'n moment kan de lezer zin krijgen om dat mooie, glimmende oppervlak van zijn theorie eens flink met vette, groezelige vingers te bezoedelen. Zo'n hinderlijkheid zou kunnen zijn dat

meeslepende studie is zoals er niet veel wetenschappelijke studies zijn. Girard is niet het type dat zich beperkt tot wat gepeuter op de vierkante milimeter, maar is iemand met verstrekkende cultuurfilosofische pretenties. En hij wil dat weten ook. Die pretenties weet hij op soms wat gekunstelde, maar in ieder geval altijd op uitdagende wijze waar te maken. Daarbij is een niet onbelangrijk neveneffect dat Girard je met de ontembare lust opscheept om de door hem onderzochte boeken zelf te gaan lezen of te herlezen. Dat zou nog wel eens veel geld kunnen gaan kosten. D

Marcel Proust flinks); vertekend beeld van de maatschappij

Gustave Flaubert, auteur van Madame Bovary: spanning tussen ideaal en werKoos Neuvel studeerde sociologie en is journalist kelijkheid ?^^l

I

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 432

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's