GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 53

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hengelen naar de gunst van de student is een gewoonte geworden bij de 'sociale introductie' van aankomende studenten; politieke partijen, dagbladen en allerhande actiegroepen vragen de aandacht. Foto Bram de Hollander

allerlei sociale omstandigheden was wijd verbreid, de reactie van de kerk daarop was niet voldoende en dus haakten velen af. De oorzaken van de tweede golf zoekt Dekker vooral in culturele factoren. "We weten dat er sinds de jaren zestig ontzettend veel veranderd is in de opvattingen die mensen erop na houden. Je kunt zelfs spreken van een 'cultuuromslag'. De moderne culUiur isxap gespannen voet komen te staan met de traditionele godsdienstigheid. Blijkbaar beginnen al deze veranderingen nu door te werken."

D

ekker beschrijft de moderne cultuur met enkele trefwoorden. Het eerste daarvan is 'democratisering'. "We zijn pas eenjaar of dertig los van een regentensamenleving, van het denken in rangen en standen, waarin hoger geplaatsten konden voorschrijven wat als waarheid aanvaard moest worden." 'Subjectivering' is een tweede trefwoord. "Objectieve waarheden, van buitenaf, door anderen opgelegd, worden niet langer zo maar aanvaard. De menselijke ervaring is veel belangrijker geworden; mensen bepalen van binnenuit, op grond van hun ervaring wat ze wel en niet willen geloven." Tenslotte is er sprake van 'individualisering'. "Mensen

De invloed van vrienden en vriendinnen is volgens de studenten zelf groter dan die van de ouders

richten zelf hun leven in, maken zelf uit wat ze als richtsnoer willen erkennen.'' "Dit zijn een paar nieuwe ontwikkelingen die nogal fundamenteel zijn voor de houding ten opzichte van godsdienst en kerk. Godsdienst en kerk waren vanouds autoritair en hiërarchisch in hun presentatie. Het ging om eeuwig vaststaande, objectieve waarheden, waarop je 'ja' had te zeggen. Dat botst met de moderne cultuur." Het resultaat van deze botsing is een proces van secularisatie: steeds minder mensen zijn op godsdienst en kerk betrokken, godsdienst en kerk verliezen in toenemende mate hun betekenis voor de verschillende aspecten van het (samen-)leven van mensen en de inhoud van godsdienst vervaagt steeds meer. De golf van kerkverlating is slechts één symptoom van dit proces. ^ Toch verlaat niet iedereen de kerk. Dit gegeven vormde de achtergrond van een onderzoek dat door Hijme Stoffels, eveneens godsdienstsocioloog, onder supervisie van Dekker aan de Vrije Universiteit werd uitgevoerd. 662 VU-studenten, en afkomstig uit een christelijk milieu, werden ondervraagd over hun godsdienstige ontwikkeling. Minder dan de helft van hen rekende zich nog tot een kerk; er waren er echter ook die zich méér dan vroeger bij een kerk betrokken voelden en er was slechts een klein deel voor wie het geloof helemaal geen betekenis meer had. De bedoeling van het onderzoek was erachter te komen hoe deze verschillen in ontwikkeling te verklaren zijn. Hoe komt het dat sommigen inderdaad het algemene patroon van kerkverlating

volgen, terwijl anderen absoluut niet door het secularisatieproces aangetast lijken, of er zelfs tegenin gaan? Welke factoren spelen, met andere woorden, een rol in de processen waardoor jongeren in godsdienstig en kerkelijk opzicht veranderen?

H

et uitgangspunt van de onderzoekers was, dat godsdienstige opvattingen voor iemand geloofwaardig blijven als zijn of haar omgeving deze opvattingen tot op zekere hoogte steunt. Hoe meer iemand door zijn of haar directe omgeving -" alles waarmee, en iedereen met wie hij of zij in het dagelijks leven te maken heeft - in bepaalde opvattingen bevestigd wordt, des te gemakkelijker het is in deze opvattingen te blijven geloven. En hoe minder de omgeving deze opvattingen steunt, des te minder geloofwaardig ze zijn. Stoffels heeft daarom van de directe omgeving van de door hem ondervraagde studenten onderzocht of zij de geloofwaardigheid van christelijke opvattingen ondersteunde of juist niet. Vervolgens probeerde hij de vraag te beantwoorden of het feit, dat de één van godsdienst en kerk losraakt en de ander niet, verklaard kan worden uit het feit dat de één wel in het christelijk geloof bevestigd werd door haar of zijn omgeving en de ander niet. Deze veronderstellingen werden door de onderzoeksresultaten bevestigd: hoe 'christelijker' iemands omgeving is, des te groter de kans is dat hij of zij zelf ook christelijke opvattingen erop na houdt. Niet ieder deel van iemands omgeving VU-MAGAZINE - - FEBRUARI 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's