VU Magazine 1987 - pagina 433
Pas onlangs kwam de volledige correspondentie van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester, in de openbaarheid. Scabreuze ontboezemingen die nieuw licht werpen op deze gevierde negentiende-eeuwse dichter.' 'En dat voor iemand die dominé moet worden!" JOHAN DE KONING
Brieven van een zwaarmoedige grappenmaker
E
en ronduit schandalige correspondentie. Aldus schrijft W.F. Hermans in 1975 met gespeelde verontwaardiging als voor het eerst een deel van de brieven wordt gepubliceerd, waaruit duidelijk wordt waarom de veelbelovende theologiestudent Gerrit van de Linde (1808-1858) ooit ons land moest verlaten. "De jonge theoloog, knap van uiterlijk en voor vrouwen onweerstaanbaar, blijkt een rakkerachtig fuifnummer te zijn geweest." Tot dan toe had men genoegen moeten
1858 op basis van manuscripten, brieven en enkele gepubliceerde gedichten, om de weduwe uit haar behoeftige omstandigheden te redden. In het nawoord verklaarde hij ook dat Van de Linde ook een goed prozaschrijver was, maar de kiesheid gebood hem toch om diens brieven in portefeuille te houden. Toen Marita Mathijsen in 1973 als studente Nederlands de brieven aan Van Lennep in een archief aantrof en ze al spoedig gedeeltelijk begon te publiceren bleek dat de negentiende nog een ander
gezicht heeft dan het al te bekende, "'t Is bepaald weldadig wanneer je eens iemand uit die naar buiten toe zo geslachtsloze eeuw zijn kloten ziet tellen", schreef Gerrit Komrij. Hij drong erop aan dat de brieven zo snel mogelijk integraal zouden worden uitgegeven. Het wachten duurde lang, maar nu is dan toch eindelijk de integrale wetenschappelijke uitgave van de brieven verschenen. Ze bestaat uit een deel met alle brieven die er te vinden waren en met documenten, zoals brieven van vrienden over Van
nemen met de uitleg van Jacob van Lennep. Deze noemde als redenen de financiële omstandigheden van Van de Lindes Gerrit van de Linde vader, de moeite die zijn zoon had om in zijn studententijd: zich daarnaar te schikken, en tenslotte 'een ralikerachtig "omstandigheden welke het nodeloos is, fuifnununer' hier te vermelden" - een zinsnede waarin men onmiddellijk de negentiende eeuw herkent. Van Lennep gaf de uitleg in zijn nawoord bij De gedichten van den Schoolmeester (het pseudoniem van Van de Linde). Hij verzorgde deze succesvolle uitgave direct na Van de Lindes vroege dood in Zelfportret van Van de Linde in een van zijn brieven
34
VU-MAGAZINE - NOVEMBER 1987
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
VU-Magazine | 485 Pagina's