GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 157

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 157

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

gebaseerd. Ik denk dat het daarom niet functioneert. Het strafrecht biedt geen oplossing voor het conflict tussen dader en slachtoffer. En het lost evenmin het conflict tussen de dader en de samenleving op. Als middel maakt het strafrecht de zaak alleen maar erger: vijfenzeventig procent van de gestraften recidiveert, en meestal erger. Desondanks gaan we ermee door en roepen we om steeds meer cellen. Waarom? Om terug te slaan. Uit vergelding. Een ander argument is er niet! Want iedereen weet uit ervaring dat gevangenisstraf mensen gevaarlijker maakt dan ze waren. In ons strafrecht zit een merkwaardige vorm van magisch denken. Je deelt een klap uit en denkt daarmee iets tegen het kwaad te doen. Dat doe je natuurlijk niet. Je doet alsóf je iets doet. Straffen leidt nooit tot normverandering. Dan bén je al te laat. Neem de tram. Daar sturen ze nu controleurs op af om zwart-rijden tegen te gaan. Fout! De conducteur moet terug. Die verdient zichzelf terug. Je moet ze gewoon de kans niet geven om zwart te rijden. Preventief, niet repressief, daar gaat het om! Zwart-rijden en vandaHsme hebben niks, maar dan ook helemaal niks met afnemend normbesef te maken! Ik zie echt wel in dat we ons tegen zware misdadigers zullen moeten verdedigen. Dat we die in godsnaam dan maar moeten opsluiten. Maar dan hebben we het over niet meer dan een paar honderd man. We zouden in Nederland met twee kleine gevangenissen toe kunnen. Met Japan en IJsland hadden we het minste aantal gevangenen in de Westerse wereld. Maar in plaats dat

VU-MAGAZINE—APRIL 1988

Prof. dr. Herman Bianchi (1924) was, tot zijn vervroegd uittreden in 1987, hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit. Hij heeft tal van publikaties op zijn naam staan, waarin het falend strafrecht centraal staat. Van zijn hand verscheen twee jaar geleden 'Gerechtigheid als vrijplaats', waarin hij zijn ideeën over conflictrecht als alternatief voor het huidige strafrechtstelsel uiteenzet, en dat inmiddels in het duits en het engels werd vertaald. In opdracht van Amnesty International voltooit hij op dit moment een film tegen de doodstraf. Interview: Gert J. Peelen Foto: Peter Wolters (AVC/VU)

we daar trots op zijn, beginnen we om meer cellen te roepen! Terwijl we wéten dat gevangenissen het meest stupide systeem van criminaliteitscontrole vormen! En dan komt daar nog bij dat nu, naar Amerikaans voorbeeld, in politieke kringen, zelfs het vrijlaten op borgtocht wordt overwogen. Een perfide vorm van klassejustitie. Niet alleen omdat degene die geld bezit in het voordeel is en z'n verdediging beter kan voorbereiden. Oók omdat een arme sloeber het geld zal moeten lenen - bijvoorbeeld van een louche geldschieter die twintig procent woekerrente vraagt - en later een nieuwe misdaad moet begaan om die rente te financieren. Als dan Aad Kosto nota bene een socialist! in zijn domheid zegt dat hij het in de PvdA-fractie 'positief zal bespreken, dan vraag ik: waar zijn we in Nederland mee bezig?!

I

k predik helemaal geen 'zacht' recht. Laat dat duidelijk zijn. Want ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die me nog wel volgen in mijn kritiek op het strafrecht, maar die vervolgens vragen: 'Maar wat

moeten we dan?' Het antwoord daarop staat in mijn boek, maar ik wil het best in het kort uitleggen. Eigenlijk zou er een wetsartikel moeten komen waarin bepaald wordt dat het Openbaar Ministerie het recht op strafvervolging verliest, wanneer tussen de betrokken partijen - dader en slachtoffer een redelijke oplossing voor het conflict is gevonden. Op het ogenblik is het zo, dat, zélfs als de dader z'n best heeft gedaan om de schade, aan het slachtoffer toegebracht, te herstellen, de Officier van Justitie tot strafvervolging kan besluiten. Dat geeft het Openbaar Ministerie veel te veel macht. En dat moet niet. Je mag mensen geen leed toevoegen. Dat is eigenlijk de kern van wat ik dan 'het conflictrecht' noem. Voor mijn gevoel heeft dat alles te maken met de bijbelse betekenis van het woord 'vergeven'. Als een dader de intentie getoond

dan kun je altijd nog met straffen dreigen. Natuurlijk zullen er zijn die betwijfelen of je met een dergelijk conflictrecht de criminaliteit nog wel bestrijdt. Ik geloof het wél. Een groot deel van de misdaad komt voor rekening van recidivisten; mensen die eerder zijn veroordeeld, gezeten hebben, gestigmatiseerd zijn, en al met al nog onaangepaster dan vóór hun straf in de samenleving terugkeerden. Geef je daders de gelegenheid actief iets goed te maken, dan blijven ze lid van de samenleving; dan verklein je de kans op stigmatisering en dus op recidive. Sommige mensen zeggen: 'Jij altijd, met je afwijkende ideeën, daar is 't de tijd toch helemaal niet naar..!' Dat weet ik wel. Ik weet dat er, zeker op het ogenblik, een reactionaire wind waait. Maar in de zestiger jaren, toen de wind wél goed stond, wa-

'Als middel maakt het strafrecht de zaak alleen maar erger: vijfenzeventig procent van de gestraften recidiveert,' heeft iets goed te willen maken, maar niet in staat is de schade volledig te vergoeden, dan kan het slachtoffer de rest in letterlijke zin vergeven. Dat betekent dus niet een gemakkelijk 'alles is vergeven en vergeten'. Je zult moeten onderhandelen. Kan het slachtoffer dat niet, dan zullen anderen het moeten doen. Vergeven is geen zacht begrip. Het moet van twee kanten komen. Blijft de dader halsstarrig

ren mijn ideeën nog niet voldoende uitgekristalliseerd. Dat zijn ze nu wel; je kunt ze lezen in het boek dat ik twee jaar geleden heb geschreven. En al is het dan tegen de tijd in, ik heb het boek tóch alvast maar geschreven. Hebben ze er over twintig jaar misschien iets aan. Want dan komen er weer nieuwe jaren zestig. Onherroepelijk.

9

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 157

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's