GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 375

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 375

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

werk vanaf 1979 nog in op papier. Dat werd dan door studenten op verschillende universiteiten ingetikt, ging naar de zetter en daar kwam een boek uit." Nu, in 1988, wordt er weer een woordenboek gemaakt: Nederlands-Spaans. Het enige stukje papier dat er tijdens de voorbereiding nog aan te pas komt, is het blaadje met auteursinstructies. Voor de rest gaat alles met de computer want alle medewerkers zijn voorzien van een PC. Daarmee wordt een heel nieuwe manier van werken mogelijk. De informatie wordt doorlo-

pend verzameld, verrijkt en veranderd.

A

ls de auteur van Van Dale bedenkt dat 'attentielicht' in het woordenboek moet worden opgenomen, wanneer de verphchte autolichten doorgaan, kan hij direct reageren. Zijn collega's die de Franse, Engelse en Duitse vertaling moeten verzinnen, krijgen het woord dan later automatisch op hun beeldscherm en kunnen gaan piekeren over een goede omschrijving. "Vroeger ging men uit van een concreet plan voor een bepaald woordenboek en vroeg men de auteur het vervolgens samen te stellen." De redacteuren doorvorsten stapels kranten, weekbladen en tijdschriften. Met een stift streepten ze aan welke VU-MAGAZINE—OKTOBER 1988

woorden volgens plan aan het woordenboek moesten worden toegevoegd. Dat is veranderd, vertelt prof Al: "De auteurs verzamelen hun gegevens en wanneer dat eenmaal in de computer zit, kan ik er van alles mee doen. Ik ga na wat er nog ontbreekt, voer controles uit en verbeter." Volgens Al ligt hier de kern van de moderne uitgeverij: "Elke uitgever die kennis verhandelt moet informatie-manager zijn. Dat is niet alleen het in- en verkopen van gegevens. De computer maakt het mogelijk om alles steeds maar weer

te verrijken en op talloze manieren te hergebruiken. Als je een woordenboek wilt maken, snijd je een taartpunt uit de woordenverzameling: een Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, een handwoordenboek, of misschien een gespecialiseerd natuurkundewoordenboek." De woordenboekmaker wijst op een glazen vitrine met lijvige banden. "Dat is nu al reahteit. En over een jaar moet dat misschien weer anders. De markt kan tenslotte best veranderen en dan kun je niet opnieuw beginnen." Met gevoel voor woordkeus schetst Van Dales baas het uitgeven van morgen. Het woord zelf raakt uit de tijd; uitgeven wordt bijzaak. "De informatiemanager zit op zijn informatie, zorgt dat daar informatie bijkomt en verschaft het publiek toe-

gang." Hoe, is minder belangrijk. Een uitsnede van de verzamelde gegevens kan worden uitgegeven als boek, geheugenschijf of chip. Ook zou men de klant directe toegang tot de gegevensbank kunnen verschaffen. Al: "We willen dat onze taalkennis uiteindelijk rechtstreeks toegankelijk wordt. Naast de woordenboeken krijgt dan de bijzondere gebruiker precies de informatie die hij nodig heeft."

H

et beheren en ordenen van de informatie blijkt in de praktijk een lastige klus. Een woordenboek bevat allerlei soorten gegevens naast elkaar die allemaal moeten worden ingevoerd. En als je even niet oplet ziet de computer een voorbeeld voor een omschrijving of een vertaling voor een trefwoord aan. De uitgever zit dan met de brokken. Prof. Al: "Het probleem van de stroeve communicatie tussen mens en computer komt hier in volle omvang tot uitdrukking. De machine wil een bepaald keurslijf. Zo werkt de mens niet. Die wil even iets overslaan als hem iets anders te binnen schiet. Voor je het weet zit de auteur weer met een papiertje naast zijn PC om goede invallen te noteren." Volgens Al is het de computer die hier een concessie moet doen: "Je moet niet de mens proberen te veranderen, de machine moet mensvriendelijker worden."

Prof.dr. B.P.F. Al (rechts) en zijn medewerkster met het Frans-Nederlands woordenboek op compact disc. Foto Wim Hendriks

Vrienden en kennissen die in de computerbranche zitten of die thuis een PC'tje hebben staan, spreken nogal eens een eigenzinnig computerbargoens; irritant en ondoorgrondelijk. Een tekst wordt on-line ingevoerd, gebackupt en vervolgens 9dots uitgedraaid en door esnfout geformatte floppie hangt het systeem op. De vraag is: adopteert de computer onze taal of andersom? Het gevaar is niet denkbeeldig dat de slimste van de twee uit pure wanhoop de taal van de ander overneemt. "De mens achter de machine spannen", kenmerkt Al. De komende vijfjaar besteden drie universiteiten (in Nijmegen, Brabant en Eindhoven) en het bedrijfsleven samen twintig miljoen aan een project dat de computer iets vlotter Nederlands moet gaan leren. Bij de presentatie van het onderzoeksproject eerder dit jaar, toonde professor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 375

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's