GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 478

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 478

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oorlogsverslaggeving ' tussen- . waarheid . ^en effect DIRK KAGENAAR EN JOS DE PUTTER

Zijn journalisten slechts het doorgeefluik van gebeurtenissen of 'maken' ze ook het nieuws? De geschiedenis van de oorlogsverslaggeving laat zien dat maar al te vaak door journalisten - en hun opdrachtgevers - is getracht het verloop van een oorlog te beïnvloeden. De fotograaf Jack Dabbaghian in een kogelvrij vest in Beirut. Enkele dagen later werd hij in zijn been geschoten. Foto ANP

We schrijven 25 oktober 1854. De Krimoorlog. Als gevolg van een verkeerd gegeven bevel rijdt de Engelse Lightbrigade in op Russisch artillerievuur. Minder dan 200 van de 673 Engelsen overleven de aanval. Het tafereel in de vallei wordt gadegeslagen door een aantal mannen op een heuvel: de Engelse legerleiding, een gezelschap van reizende gentlemen dat gekomen was om de oorlog te bekijken alsof het een cricketwedstrijd betrof en een man in een uniformachtige outfit gewapend met zwaard en een notitieblokje. Deze

24

man heet William H. Russell. Hij is verslaggever van de Londense Times. Bijna drie weken later, om precies te zijn, op 14 november, verschijnt zijn gedetailleerde verslag van de 'Charge of the Light Brigade' in The Times. Die datum markeert het begin van een nieuw métier, de oorlogsverslaggeving. Sinds Russell is oorlog niet slechts meer een zaak van staatslieden en het leger. Van nu af aan zullen ook de media aan de oorlogen deelnemen. In de lente van 1988 verdringen de

cameraploegen zich rond een groep stenengooiende Palestijnen op de Westbank. De Palestijnen zijn zich duidelijk bewust van de aanwezigheid van de camera's. Een van hen schreeuwt wat in de richting van een cameraman. Verwensingen? Dreigementen? Nee, hij dirigeert de journalist naar een plaats waar deze een goed shot zal kunnen maken. Wanneer deze op de juiste plaats staat, kijken de Palestijnen niet langer naar de IsraëUsche soldaten aan de andere kant van de straat, maar wenden zich rechtstreeks tot de caVU-MAGAZINE—DECEMBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 478

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's