GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 395

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 395

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zo je wilt: slecht. Men heeft wetenschapsbeleid en technologie uit elkaar getrokken. Technologie ging naar Economische Zaken, en over wetenschapsbeleid mag de minister van Onderwijs zich ontfermen; een verbroken eenheid. Het functioneert niet meer; kan ook niet meer functioneren. Het resultaat is aan de ene kant een heel erg pragmatisch, sterk op het bedrijfsleven gericht technologiebeleid van EZ; soms praktisch, soms ook heel bureaucratisch. Maar de samenhang met de maatschappijwetenschappen, met het fundamenteel onderzoek van de universiteiten, is volledig zoek. Deetman heeft nu net - in juli - z'n 'Discussienota Wetenschapsbeleid' het licht doen zien. Dat is, na de nota van mij uit 1974, de eerste keer dat er weer eens een policy-stuk komt. Ik vind het een bloedeloos geheel. Natuurlijk, er staan best aardige dingen in, behartenswaardige dingen zelfs. Maar het blijft lippendienst: elke financiële consequentie wordt ontlopen. Alles is belangrijk, maar nergens is geld voor. Dat idee. En de samenhang tussen wetenschapsbeleid en technologie wordt afgedaan in één zinnetje, waarin gesproken wordt over 'goede samenwerking'. Flauwekul. Het slaat nergens op. Er is nooit eerder van zó'n verkokering tussen de departementen sprake geweest! Het rommelt en het rammelt!

S

amenhang en overkoepeling in het wetenschapsbeleid was niet mijn enige streven. Democratisering van de wetenschap kreeg evenzeer aandacht, en wel in twee richtingen. Aan de ene kant diende 'het NederVU-MAGAZINE—OKTOBER 1988

F.H.P. Trip (1921) was voorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Utrecht, toen hij in 1973 gevraagd werd toe te treden tot het kabinet-Den Uyl. Hij werd de eerste in de politieke geschiedenis van ons land (én de een na laatste), die een afzonderlijk Ministerie voor Wetenschapsbeleid leidde. Sinds '77 bekleedt Trip tal van bestuurlijke functies, waarvan de meeste op enigerlei wijze verband houden met zijn preoccupatie voor ontwikkelingen in wetenschap en technologie. Zo is hij onder meer voorzitter van de raad van toezicht van het Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam (beter bekend als het AMC), van de Stichting Coördinatie Maritiem Onderzoek in Rotterdam, van de Vereniging Centrum Energiebesparing in Delft, van de Amsterdamse Raad voor Informatica en Telecommunicatie, en van een stichting die tracht in de hoofdstad een nationaal park voor natuur en milieu van de grond te krijgen. Interview: Gert J. Peelen Foto: Flip Franssen

landse volk', in al z'n geledingen, mijns inziens meer invloed te krijgen op hetgeen de wetenschap doet. Waarom? Omdat de toekomst van ons land, van de wereld, grotendeels bepaald wordt door wat de wetenschap op dat moment uitdoktert. Dat was tóen zo; dat is nóg zo. En om te voorkomen dat de burgers dat als manna uit de hemel over zich heen moeten laten komen, is bijvoorbeeld wetenschapsvoorlichting zo'n belangrijk item. Zonder dat kun je niet meepraten, niet meebeslissen. Dezelfde gedachte lag ten grondslag aan het idee om 'sectorraden' in het leven te roepen, waarin georganiseerde groepen uit de samenleving - niet alleen het bedrijfsleven, maar ook maatschappelijke organisaties als de vredesbeweging, miheubeweging, ker-

ken, consumentenorganisaties niet te vergeten rechtstreeks invloed zouden krijgen op de programmering in hoofdlijnen, van het wetenschapsbeleid. Dat noem ik dan: 'externe' democratisering. Daarnaast vond ik ook 'interne' democratisering van belang. Het was in die tijd nog steeds zo dat in de meeste gevallen maar een paar mensen binnen een faculteit uitmaakten wie welk onderzoek moest verrichten. De wetenschappers die het moesten dóen kwamen daar zelf nauwelijks aan te pas. Onze opvatting was dat, wanneer de hoofdlijnen eenmaal zijn getrokken, de prioriteiten zijn gesteld, de verdere invulling in projecten een zaak is van alle betrokken onderzoekers; niet alleen prof X en Y, maar ook hun wetenschappelijk medewerkers. Dat deel van mijn beleid hield grotendeels gelijke tred met de democratiseringsbeweging die binnen de universiteiten toch al gaande was.

bas spelen. Als het nou maar marktgericht is - dat wil zeggen dat het bedrijfsleven eraan kan meebetalen, want daar gaat het om - dan is het goed. Ik vraag me af: wat is marktgericht? Wiens markt is hier aan de orde? Is dat die van bedrijven die in hun wijsheid weten dat wij dit jaar graag een CD-speler willen hebben, en dan volgend jaar weer wat anders? Of is dat een markt die de behoeften van de maatschappij weerspiegelt? Tegen zó'n marktgerichtheid heb ik geen bezwaar! Maar met marktgerichtheid bedoelt men nu: kan ik het verkopen?, kan ik er wat aan verdienen?, dan is het goed om er wetenschappelijk onderzoek naar te doen. Zie ik nu de officiële cijfers inzake het wetenschappelijk onderzoek, dan schrik ik van de enorme verschuiving qua fondsen, in de richting van dat type marktgerichtheid. Het gekke is dat ik me ondanks alles geen 'stem roepende in de woestijn' voel. Eerst wel. In toene-

Ik vraag me af: wat is marktgericht? Wiens markt hier aan de orde?'

N

u lijkt de klok een stuk teruggedraaid. Helemaal lukt dat gelukkig nooit. Er blijft altijd wel wat hangen. Maar het neemt niet weg dat op dit moment het wetenschappelijk onderzoek niet ontkomt aan de eis dat alles plotseling 'marktgericht' moet zijn. Ik vind dat mensen uit universitaire kring veel te veel chapeau-

mende mate niet meer. De kritiek op het wetenschapsbeleid van de overheid, of het gebrek daaraan, weerklinkt steeds vaker. Vanuit de universiteiten, maar ook vanuit het bedrijfsleven. Langzamerhand is iederéén ontevreden. Dat geeft misschien hoop dat bij een volgende kabinetsformatie weer eens ^^ orde op zaken wordt Wk gesteld. y 29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 395

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's