GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 206

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 206

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een school in een negentiende-eeuwse Amsterdamse wijk. Zoals bij alle scholen staan ook hier tegen de tijd dat de school uitgaat, de moeders en een enkele vader hun kroost op te wachten. Een aantal vrouwen draagt hoofddoeken en lange jurken. Als de deuren van de school openzwaaien, rennen de eerste kinderen naar buiten. In tegenstelling tot de meeste andere scholen, zijn de kinderen van Nederlandse afkomst hier duidelijk in de minderheid. Soms zijn wel tien verschillende talen te beluisteren in de zandbak of in de schoolklas. Vooral Turkse en Marokkaanse kinderen maken een groot deel uit van de schoolbevolking. Het probleem van de 'zwarte' en 'witte' scholen is sinds kort ook tot de verantwoordelijke beleidsmakers doorgedrongen. In oude Amsterdamse en Rotterdamse wijken wonen relatief veel Turken en Marokkanen. De scholen in die buurten krijgen dus ook een hoog percentage buitenlandse kinderen aangemeld. Dit proces blijkt zich echter te versterken doordat Nederlandse ouders niet willen dat hun kind onderwijs volgt op een school met een hoog percentage buitenlandse kinderen. Zij menen dat hun kind door het grote niveauverschil tussen de kinderen in de klas, slecht onderwijs krijgt. Hun oplossing is het kind te plaatsen op een school met slechts een klein percentage buitenlandse kinderen, een 'witte' school. Blijven over de 'zwarte' scholen, met soms wel tachtig tot negentig procent buitenlandse kinderen.

H

oewel dit probleem inmiddels ruime aandacht krijgt in het beleid en in de media, is het niet meer dan slechts een verschijnsel van een veelomvattender probleem, namelijk het door velen niet voorziene langdurige verblijf van de Turken en Marokkanen die als gastarbeider in de jaren zestig naar ons land kwamen. Lang, te lang, heeft men gedacht dat dit verblijf slechts tijdelijk zou zijn, dat de mensen die wij als goedkope arbeidskrachten gebruikten, wel weer zouden vertrekken als we ze niet meer nodig hadden. Of dat zij wel weer zouden verdwijnen als ze genoeg geld hadden verdiend, Dat bleek een misvatting. Na de economische recessie van 1967 begon de overheid met een restrictief beleid door meer controle uit te oefenen op de immigratie van buitenlanders, Maar het aantal immigranten bleef stijgen. Bovendien blijken de hier al aanwezige immigranten veelal een andere doelstelling te hebben gekregen omtrent hun verblijf in Nederland. Voorts is de politiek-economische structuur van het land van herkomst ook niet zodanig dat velen ernaar terugverlangen. De stroom immigranten nam niet alleen toe, maar veranderde ook van samenstelling en werd niet zozeer economisch, als sociaal van aard. Dat had alles te maken met de gezinshereniging,

16

die op gang kwam toen de migranten besloten langer te blijven dan oorspronkelijk hun bedoeling was. Velen zijn hier nog steeds, en hoewel de oudere generatie het verblijf nog steeds als tijdelijk ziet, blijkt dat in de praktijk niet het geval te zijn. Maar wat betekent dat voor de kinderen van deze gezinnen, die al op jonge leeftijd mee verhuisden naar Nederland, of hier geboren zijn? Kunnen zij hier een bestaan opbouwen als de terugkeer naar het land van herkomst nog steeds in de lucht hangt? En is het overheidsbeleid wel voldoende toegespitst op deze problematische groep? Als het om het probleem van 'zwarte' en 'witte' scholen gaat, is duidelijk dat veel te laat is ingezien dat concentratie van immigranten in de oude en slechte wijken tot deze situatie zou moeten leiden. Slechts hier en daar worden maatregelen genomen die tot een definitieve oplossing moeten leiden, zoals spreiding van buitenlandse kinderen over verschillende scholen, zodat hun aandeel niet meer dan circa twintig procent bedraagt. In Gouda is men om deze reden een experiment begonnen om kinderen van migranten een gratis busabonnement te geven, zodat zij scholen buiten hun eigen buurt kunnen bezoeken. De spreiding wordt zo veel eenvoudiger, gesteld natuurlijk dat alle scholen meewerken aan deze regeling.

VU-MAGAZINE—MEI 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's