GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 266

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 266

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bakker de fakkel over van de inmiddels bedaagde Tachtigers en naturalisten. Op verenigingsbijeenkomsten in hotel Americain schoof men de tafeltjes aaneen. Bij Arij Prins thuis begon Boutens als hij het erg naar zijn zin had spontaan "met hete, hartstochtelijke stem" verzen op te dreunen. Herman Robbers las graag onder de petroleumlamp "met omfloerste stem" meesterwerken voor. En maakte men vanwege de GrootNederlandse gedachte eens een uitstapje naar Vlaanderen dan verenigde men zich daar rond een bronzen borstbeeld van Gezelle om diens verzen voor te lezen. Natuurlijk was het soms net alsof Gezelles bronzen blik zich verdiepte! Al heeft haar oorspronkelijke besloten milieu haar benauwd. Top Naeff bleef haar leven lang een voorliefde voor beslotenheid houden. Ook haar interesse voor het toneel - jarenlang was zij de vorstin onder de toneelcritici! - valt daar moeiteloos mee in verband te brengen. Bij beschrijvingen van voorstellingen is er altijd aandacht voor het gebouw en de mensen die er in samenkomen. De voorstelling waar ze het langst bij stilstaat is de voordracht van

dat een caféhouder eens, na lezing van een schetsje van haar, zijn gewezen verloofde kon vergeven dat zij hem tien jaar eerder in de steek had gelaten om met een ander naar Amerika te vertrekken. Dat schetsje ging over een paar kinderen en bevatte geen enkele overeenkomst met het verhaal van de caféhouder. Een streep door het verhaal van degenen die met hun literaire produkten bewust een bepaalde invloed nastreven. Wat ze niet vertelt is dat haar afkeer van engagement en linksigheid haar ook eenmaal tot een historische blunder heeft gedreven. In 1935 vormde ze samen met een nu vergeten journalist de Nederlandse afvaardiging aan een internationaal PEN-congres (een schrijversorganisatie). Klaus Mann diende er een motie in tegen de vrijheidsberoving van Duitse schrijvers door het Hitlerregime. Van de dertig deelnemende landen, stemde Nederland als enige tegen. Politiek en hteratuur dienden strikt gescheiden te blijven.

O

Peer Gynt in 1943 door een H.B.S.scholier, die zij na afloop onder haar hoede besluit te nemen: "ik (toog) er op een Zaterdagmiddag op af en vond op een zolderverdieping aan tafeltjes gezeten, het voor samenscholingen geoorloofde aantal van twintig muisstille jongens en meisjes." (De jongen werd later door de Duitsers gevangen genomen en is in Neuengamme overleden.)

ver de scheiding tussen de inhoud van romans en novellen en de 'particuliere omstandigheden' van de schrijver, denkt ze genuanceerder. Alles is belijdenis, erkent ze, zij het in bedekte vorm. Het thema waar ze in haar werk op preludeerde was dat van de huwelijkstrouw. Gé Vaartjes in zijn nawoord: "Grauwe sleurhuwelijken en intense, fleurige buitenechtelijke verhoudingen vieren hoogtij in haar werk." In Zo was het ongeveer komen echter slechts terloopse mededelingen over haar eigen huwelijk voor. Nadat ze heeft uitgeweid over ontmoetingen met niemand minder dan Jac. van Looy, Arij Prins en Lodewijk van Deyssel, meldt ze plotsklaps: "Inmiddels was ik getrouwd." Geen van de genoemde heren was de gelukkige, maar de toekomstige huisarts Willem van Rhijn (hobby: het verzamelen van opgezette vogels).

Ook de roman is een besloten wereld. En Top Naeff wil die wereld graag zo besloten mogelijk houden. Voor een eventuele moraal wenst ze niet aansprakelijk te worden gesteld en enig nut beoogt ze er ook niet mee, laat staan het uitdragen van enige ideologie. Vrolijk vertelt ze

Nog tijdens haar verloving schrijft ze het toneelstuk Aanflarden,waarvan de titel betrekking heeft op een huwelijk. Een veelbelovend begin. Enkele jaren na haar huwelijk leert ze de door haar bewonderde toneelregisseur Willem Royaards kennen. Diens echtegenote, de actrice Jacqu-

'Grauwe sleurhuwelijken en intense, fleurige buitenechtelijke verhoudingen vieren hoogtij in haar werk.'

32

eline Royaards, heeft later weinig liefdevol beschreven hoe Naeff zich tussen de beide echtelieden indrong: "Ze haatte mij, die 'vriendin' van me. En probeerde me altijd te kleineren. Ze heeft me een ontzettende boel kwaad gedaan, in alles, ook in haar kritieken." De rolverdeling was volgens Jacqueline dat zij zelf de moeder van de kinderen mocht zijn en Top de aanbeden vrouw. Als eens aan het licht komt dat Willem zich door een derde het hof heeft laten maken, oppert Top aan Jacqueline, tot haar onuitsprekelijke ergernis: ''We zouden haar weg kunnen sturen." Volgens Vaartjes zou het onkies zijn ons af te vragen hoe ver de verhouding met Royaards precies ging. Vermoedelijk is dat een eufemisme voor: we weten het helaas niet. Wel vermeldt hij dat vrienden van Top Naeff de indruk hadden dat 'het uiterste' werd vermeden. Vast staat dat mijnheer en mevrouw Van Rhijn voor de buitenwereld de schijn van een goed huwelijk ophielden en dat mevrouw Van Rhijn-Naeff tot aan de dood van Willem Rooyaards in 1929 een dubbel leven leidde: mét Willem Rooyaards, naast Willem van Rhijn. In een recensie van een toneelstuk, waar een vergelijkbare situatie in werd uitgebeeld, schrijft ze: "een vrouw met geestkracht, goede hersens en een beetje humor, die niet wordt tegengewerkt, kan dit dubbele leven aan". In haar eigen geval is een groot deel van haar literaire werk er de weerslag van.

D

at ze in haar autobiografische schets verzuimt om de achtergrond te onthullen van de door haar beschreven geschiedenissen van huwelijkstrouw en beheerste ontrouw, is wellicht niet echt verwonderlijk. Haar eigen huwelijk duurde nog steeds voort en een publieke bekentenis zou het misschien geen goed hebben gedaan. Ook blijkt dat ze, niet alleen op dit punt, maar in het algemeen sterk de neiging heeft om haar verleden wat op te poetsen. Over haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijft ze alsof er in Dordrecht een vakantiestemming heerste. Kennelijk was ze vergeten dat ze indertijd met reden verzuchtte: "Je wordt misselijk van al het onrecht om je heen." VU-MAGAZINE—JUNI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 266

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's