GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 372

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 372

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vrouw in het vluchtelingenkamp: twintig liilo brons om nel( en benen. Foto Frans Welman

Als reactie droeg men het leger op de in Vietnam beproefde 'hamletting' tactiek toe te passen (afsluiting en intimidatie van dorpen), waardoor duizenden mensen op de vlucht sloegen en zich in vluchtelingenkampen aan de grens met Thailand vestigden. Ten tweede is de economie anno 1986 zo verziekt (er is sprake van 80 procent zwarte handel) dat maatregelen genomen moesten worden. Er wordt hulp gevraagd aan het buitenland; Birma moet uit haar isolement komen. Ook Nederland toont zich gevoelig en schenkt een relatief klein bedrag in de vorm van zachte voorwaarden voor de levering van Fokker vliegtuigen. Ten derde probeert Birma de handelsbanden met Thailand 'officieel' te maken. Er wordt een overeenkomst voor de levering van hardhout gesloten. Op die manier denkt men een deel van de zwarte handel te 'witten'.

'Geen directe confrontaties meer, geen militaire oplossing, maar een vuile oorlog.' Ten vierde: Ne Win kondigt hervormingen aan. Op een pick-up beladen met mensen, dieren en goederen vertrek ik naar een Shan-dorp aan de Pairivier. Een gids zal mij naar een vluchtelingenkamp aan de grens brengen om mij volgens afspraak met Morris, een woordvoerder van het NDF, in contact te brengen. In het Shandorp hoor ik dat juist over de grens een NDF-vergadering wordt gehouden. Als ik erbij wil zijn, moet ik meteen vertrekken; een boot met ronkende motor ligt klaar. De stuurman manoevreert de boot behendig door stroomversnellingen. Het water van de Pai, de enige weg naar Birma, staat laag. Het is de droge tijd. Na nog geen uur varen houden we halt bij het vluchtelingenkamp. De gids meldt achteloos dat de grens op niet meer dan een minuut varen ligt. Thaise soldaten houden op 200 meter afstand de wacht. Morris (een schuilnaam) van het Karenni volk, stelt zich in vloeiend engels voor. Niet zo verwonderlijk volgens hem; Birma is immers een Britse kolonie geweest.

W

e lopen het dorp binnen. Het kamp bestaat eigenlijk uit verschillende kleine dorpjes, want de dorpelingen wonen per volk in een eigen wijkje. We blijven even bij de huisjes van de Paundong staan. Onderweg vertelde Morris me van dit bijzondere volk. Toch ben ik direct onder de indruk als ik oog in oog kom te staan met drie vrouwen. Hun traditionele schoonheidsversierselen schitteren in de zon. Door de zware bronzen ringen om de nek lijkt het of hun halswervels zo'n tien centimeter zijn opgerekt. De 'longnecks' zoals ze hier worden genoemd nodigen ons vriendelijk uit voor een kopje thee. Ik mag een van hen in een beekje fotograferen en zie dat zij zich, ondanks twintig kilo brons om nek en benen, goed kan bewegen. De mannen zijn hd van het NDF en op het moment in Birma. Toch vreemd die vluchtelingen. Zijn de verzetslegers dan geen heer en meester meer op eigen bodem? Morris: "In een directe confrontatie zijn we het leger de baas. Onze verkenners melden de komst van soldaten lang voor er een treffen plaatsvindt. Wij bepalen dan ook waar en wanneer gevochten wordt. Alleen als het Birmaanse leger een grote aanval met duizenden soldaten lanceert, kan het een tijdje standhouden. In dat geval trekken wij ons terug, want bij zo'n overmacht delven wij het onderspit. Maar de Birmanen zijn ver van huis; hun aanvoerlijnen voor voedsel en munitie mogen niet stagneren. Wij maken

dus een omtrekkende beweging en snijden die lijnen door. Als wij dan aanvallen slaan zij op de vlucht. Behalve de grote aanval van 1984 ging het altijd zo. Maar de zaken liggen nu anders. Birma is overgegaan op een andere tactiek. Geen directe confrontaties meer, geen militaire oplossing, maar een vuile oorlog. Dorpsterreur! Sinds twee jaar worden dorpen belegerd, beschoten, en platgebrand. Bij inname van een dorp beschuldigt men de dorpelingen van deelname aan het verzet. Daarbij gaat het erom de bewoners angst aan te jagen. Zo probeert men hen van het verzet te vervreemden en hun bestaanszekerheid weg te nemen. Voor moord schrikt men al niet meer terug. Wij kunnen niet honderden dorpen tegen platbranden beschermen. In dit kamp wonen mensen die alles kwijt zijn, ook hun oogst. Ze zijn zo bang dat ze voorlopig niet naar huis durven."

E

en dag later en twee uur varen over een ruige rivier, zitten Morris en ik in een NDF kamp aan de Salween rivier in Birma. De vergadering is afgelopen. Er is besloten welke legers aan de strijd die in het gebied van de Wa gaat ontbranden zullen deelnemen. Daar moet het Birmaanse leger een weg door het woud zien open te houden om de overeengekomen hoeveelheid teak aan Thailand te kunnen leveren. De tactiek is uitgestippeld, de legers staan klaar. Generaal Ton Tin, één van de aanwezige NDF-leiders, verzoekt mij met klem de mensonterende maatregelen van Birma interVU-MAGAZINE—OKTOBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 372

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's