GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 162

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 162

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vernedering. Vervreemding opgeheven. Kafka drijft echter liever die vervreemding op de spits en, paradoxaal genoeg, daarin vinden zijn personages een sprankje hoop. Zoals in de dierverhalen: tegenover het onmenselijke van de macht wordt daar de niet-menselijke onschuld van het dier gesteld. "Zoveel is zeker: van alle schepselen bij Kafka komen de dieren het meest tot nadenken", schrijft Walter Benjamin.

D

ie afkeer van de wereld van het grote lijkt bij Kafka tot in zijn fysieke verschijning afleesbaar te zijn. Zijn eigen magerheid is hem altijd een obsessie geweest. En ook in de brief aan zijn vader refereert hij aan het kolossale lichaam van zijn vader waar zijn eigen schriele lijfje zo bij afstak. Wie bovendien foto's van Kafka gezien heeft, zal zijn opgevallen hoe jeugdig hij er altijd is blijven uitzien. Zelfs op de laatste foto voor zijn

Hoewel Kafka sympathiek stond tegenover de socialistische bewegingen van zijn tijd, koos hij zelf een andere weg. dood, toen hij veertig jaar oud was, ziet hij er nog uit als een schooljongen. Zelf heeft Kafka wel eens gezegd dat hij dacht in één keer van een jongeman een oude grijsaard te worden. Een perfecte gedachte: met een lange aanloop springt de jongeman over de burcht van het grote heen om bij de krimpende ouderdom uit te komen, bij de machteloze bejaarde die verdwijnt in het kleine. Een typerende gedachte voor een schrijver van 'kleine' literatuur. Om zo iemand, die tot in zijn fysionomie het kleine was toegedaan, een 'groot' schrijver te noemen, dat zou pas echt een onvergeeflijke belediging zijn. D Proces-verbaal van Franz Kafka - Essays van Walter Benjamin en anderen. Nijmegen, SUN, 1988, f29,90. Milan Kundera - De kunst van de roman. Essay. Baarn, Ambo, 1987, f 24,50 Koos Neuvel is socioloog en journalist.

28

H

erinner ik het mij goed, dan was een van de typische kenmerken van een geboren crimineel - behalve de afwezigheid van geprononceerde oorlellen - ook de aanwezigheid van een laag voorhoofd. Bedoeld zal zijn geweest een geringe afstand tussen wenkbrauwen en de voorste haarinplant, zodanig dat deze bijna tot één brauw zijn verworden. De criminoloog Cesare Lombroso (18351909) meende dat naast milieu-invloeden ook erfelijke aanleg misdadigheid veroorzaakte, weike aanleg in bepaalde fysieke typen herkenbaar zou zijn. Generaties heeft hij het genoegen bezorgd om, bij een ander een bepaalde fysieke eigenschap bespeurend, meewarig het hoofd te kunnen schudden, de ander tot nieuwsgierigheid prikkelend totdat deze de vreselijke boodschap vernam. Datzelfde gebeurde toen rond 1950 de Kinseyrapporten verschenen over de menselijke sexuatiteit. Je begon dan een zin door te zeggen dat Kinsey had vastgesteld dat hardhorendheid... om vervolgens fluisterend verder te gaan, de ander dwingend te vragen wat je zei, "...het gevolg is van sexuele perversie X" riep je dan luid. Grote hilahteit. Aldous Huxley, kleinzoon van de beroemde bioloog die Darwin's denken introduceerde en die te Oxford het episcne openbare debat voerde met Wilberforce (welke bisschop volhield dat de mens geschapen was en dus niet van een aap kon afstammen), Aldous Huxley, in onze dagen als schrijver van Brave New World nog beroemder dan zijn opa, schreef in 1931 de verhandeling Foreheads Villainous Low (in de nog altijd verkrijgbare bundel Music at Night). Hij beklaagt zich over een nieuw snobisme: zich dom en onwetend voordoen. Voorwerp van hoon zijn de high-brows, zij die intellectueel en cultureel superieur zijn. Schuld daarvan is volgens

Huxley de algemene leerplicht. Dit geeft, kort gezegd, aan allen die hun voordeel kunnen doen met intellectuele scholing een kans geschoold te worden. Mooi. Maar het vergroot ook het aantal hunner die er niets mee aan kunnen, en toch die scholing ontvangen. Deze, eenmaal aldus geschoold, zien niet in wat de zin was van hun inspanningen. Dit gênante feit maakt het in hun ogen niet netjesom in

types. Ook de huidige Amerikaanse president iaat niet na te benadrukken hoe gewoon hij is, en dat hij vooral niet met de high-brows wil worden geassocieerd. De jaren zestig moeten Inderdaad bijzonder zijn geweest dat een Jack Kennedy desondanks, zij het heel krap, überhaupt is verkozen. Zijn broer Bobby heeft niet eens de verkiezingen mogen halen... Huxley's boutade geeft na bijna zestig jaar ook bij ons

Intellectueel of Lombrosotype? gezelschap toch van eruditie blijk te geven, om 'high-brow' te zijn. Om niet-begrijpelijke redenen schiet onze drie-delige Van Dale zeer tekort vergeleken bij de twee-delige Shorter Oxford dictionary, en wel in die zin dat de Oxford bij nieuwvormingen aangeeft wanneer deze voor het eerst zijn aangetroffen, 'High-browed' blijkt van 1875 te zijn. Naar aanleiding van Lombroso, die immers juist in die periode zijn theorieën had gepubliceerd? Ik weet het niet, misschien kan een literairder onderlegde lezer mij inlichten. Wel weet ik, dat de Amerikanen hun inteilectuelen nooit zo hoog gehad hebben. Toen daar in 1908 de uitdrukking 'high-browed' gemunt werd, kan die zeer wel als denigratie ( = verzwartlng!) bedoeld zijn geweest. Adiai Stevenson werd als kandidaat voor president van de V.S, afgeschilderd als een 'egg-head' (dus een super-intellectueel, met een nóg hoger voorhoofd!). Zijn grote morele en intellectuele capaciteiten moesten het dan ook afleggen tegen een Eisenhower, blijkbaar de toenmalige kandidaat van de Lombroso-

momenten van herkenning. Niet zozeer, denk ik, omdat men hier een irrationele afkeer heeft voor intellectuelen, zoals in het Frankrijk van Zola, waar hij en zijn Dreyfus-lanen voor 'les intellectuels' werden uitgescholden. Maar omdat bij ons-bij de ene bloedgroep - het etaleren van je geestelijke rijkdom als hubris, als overmoed, de straffende hand van het Hogere zou kunnen uitlokken. En omdat het - bij de rodere groep-geen blijk geeft van de vereiste egalitaire gezindheid. Onze Van Dale EngelsNederlands bewijst dit: voor high-brow geeft het nog (terwijl je dat bij de Oxford niet vindt) een pejoratieve betekenis: snobistisch, zweverig. Zo denken wij over de highbrow. Ik trek mijn lage brauwen dan maar hoog op, in verwondering.

VU-MAGAZINE—APRIL 1988

i«Éta

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 162

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's