GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 32

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

G

eschiedenis is ombarmhartig. Wie aan het kortste eind trekt, verdwijnt uit de leerboekjes. Kapteyns naam zal verbonden blijven met zijn onvolmaakt geesteskind. Toch was zijn vergissing maar een kleine, vertelt professor Blaauw: "Nu weten we dat in het vlak van de Melkweg het licht van sterren verduisterd wordt door stof dat tussen de sterren zweeft. Kapteyn heeft zich van die mogelijkheid rekenschap gegeven. Hij heeft het onderzocht. Als de zon ondergaat en door een dikke atmosfeer moet drin De telescoop van de Mount Wilson sterrenwacht

wel bedenken dat er lampjes van 10 watt en van 1000 watt zijn". Voor men aan het werk gaat moet men weten hoeveel grote en hoeveel kleine lampjes er branden. Om daar achter te komen, maakte Kapteyn gebruik van een handjevol zeer nabije sterren waarvan hij de afstand wist. En met de gevonden verdeling toog hij aan het werk. Het resultaat van zijn arbeid publiceerde hij in 1920. Het 'Kapteyn universum' zoals het snel bekend raakte, was voor hem het hoogtepunt van zijn loopbaan. In 1922 stierf hij. Kort daarna werd duidelijk dat Kapteyn het met zijn stelsel bij het verkeerde eind had gehad. Zijn idee klopte niet. Blaauw: "Kapteyns sterrenstelsel was een soort pannekoek van ster-

Het voornaamste werk van de astronoom speelde zich niet langer af achter de kijker, maar achter het bureau. ren. De zon stond volgens hem vrij dicht in het centrum daarvan. Nu weten we dat de Melkweg inderdaad een plat geval is, maar dat we ver van het midden zitten. Wij zitten helemaal niet op een bijzondere plaats," "Kapteyn heeft nog meegemaakt dat er een kentering kwam in de ideeën. Maar de argumenten waren toen nog niet zo overtuigend. Kort na zijn dood is door de Zweed Lindblad en de Nederlandse astronoom Oort echter ontdekt dat de sterren bewegen om een punt ver hier vandaan." 30

gen, lijkt ze veel roder. Op dezelfde manier verwachtte Kapteyn dat sterren op grote afstand roder en roder zouden worden. Maar dat zag hij niet. We weten nu dat het effect er wel is, maar heel moeilijk valt te zien. Toch leidt die verduistering tot een radicaal ander beeld". Volgens moderne inzichten liggen de sterren gegroepeerd in de vorm van een vlakke spiraal. De zon bevindt zich in de nabijheid van één der armen. De afmetingen van het stelsel zijn driemaal groter dan Kapteyn dacht.

De Melkweg Sinds Galileo het vermoeden bevestigde, weten we dat de melkachtige band die de hemel siert, uit heel veel kleine sterretjes is opgebouwd. In Galileo's lenzenkijker waren de sterren in de Melkweg voor het eerst te onderscheiden. Het hemelverschijnsel roept vragen op: waarom zijn de sterren niet gelijkelijk over de hemel verdeeld? Gedurende de negentiende eeuw hielden sterrenkundigen zich vooral bezig met de planeten. De sterrenhemel was daarbij slechts het kosmische behang waarlangs de hemellichamen zich voortbewogen. Het was Kapteyn die de draad weer opnam. Zijn arbeid leidde tot het 'Kapteyn universum' waarin de sterren gegroepeerd lagen in een grote afgeplatte wolk. De zon bevond zich centraal. Andere sterren, meer naar de rand, vormden de Melkweg. Volgens zijn berekeningen bedroeg de afstand tot de verst verwijderde sterren zo'n dertigduizend lichtjaar. Anderen, zoals de jonge Amerikaan Shapley, kwamen met veel grotere afmetingen. Het is opmerkelijk welke rol Kapteyn's stelsel heeft gespeeld in het grote sterrenkundige debat van deze eeuw. Zelden wisten wetenschappers met zoveel gevoel voor dramatiek hun onenigheid uit de vechten. Op 26 april 1920 traden in de Nationaal Academy of Sciences in Washington vertegenwoordigers van twee opvattingen met elkaar in het strijdperk. Het programma voor die avond kondigde om kwart over acht 'The Great Debate' aan. Voor half tien was de afsluitende discussie gepland. In amper een uur en een kwartier werd dus ons wereldbeeld beslecht. Twee sprekers waren afgevaardigd om hun standpunt te verdedigen. Na lang overleg was voor ieder veertig minuten spreektijd gereserveerd. Heber Curtis van het Lick Opservatorium verdedigde het idee dat er naast ons Melkwegstelsel andere en vergelijkbare sterrenstelsels bestonden. Een opvatting die reeds door Kant was geopperd. Het Kapteyn-stelsel dat immers van beperkte afmeting was, behoorde tot de argumenten; het was denkbaar dat de spiraalnevels die men elders waarnam sterrenstelsels van gelijke omvang waren. De jonge briljante astronoom Shapley voerde de oppositie. Hij verdedigde het standpunt dat ons sterrenstelsel in het universum centraal stond. Zijn eigen berekeningen die tot een veel grotere afmeting van het Melkwegstelsel leidde, vormde in zijn betoog een belangrijk punt; het was niet aantrekkelijk aan te nemen dat andere stelsels met zulke afmetingen bestonden. De controverse werd niet lang daarna beslecht. In 1923 ontdekte men met de Mount Wilson telescoop een aantal zeer heldere sterren in de Andromedanevel. Met behulp van radiotelescopen, zoals die in Westerbork, heeft men later ons eigen Melkwegstelsel voor een deel uitgepeild. Dat heeft het vermoeden bevestigd dat de sterren waartussen wij leven een kolossale spiraal vormen. De afmeting van de sterrenwolk houdt het midden tussen Kapteyns en Shapleys ideeën. D VU-MAGAZINE—JANUARI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's