GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 473

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 473

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Domela los: "En dat is er niet beter op gev^/orden sinds het jaar 1903, toen gij als minister de wer[<staking hebt verpletterd op een alles behalve christelijke manier ot liever juist op een christelijke vi/ijze, want het was op eenzelfde wijze dat de christelijke Kerk altijd optrad tegen haar vijanden. (..) Ik heb het betreurd dat gij u hebt laten verleiden om de regeering ter handen te nemen, want mij dunkt als gij zelf uw leven nagaat, dan moet deze periode de treurigste zijn geweest uit uw geheel leven, een periode die er voorwaar niet toe heeft bijgedragen om uw naam te vereeuwigen. Ik durf zelfs te zeggen dat gij in die jaren meer hebt bedorven dan gij in al die jaren hebt gewrocht. (..) Gij en ik, wij zijn buitengemeen geliefd en buitengemeen gehaat. Nog herinner ik mij, hoe ten jare 1888 een bekend Hagenaar zei, dat de rust van ons land pas hersteld zou worden, als men drie mannen een kop kleiner had gemaakt: Schaepman, Kuyper en Dome-

la Nieuwenhuis. Zoo stonden wij op hetzelfde lijstje van de wenschen van velen in den lande. Ik kan mij dus zoo best in uw leven indenken. Maar uw weg liep niet zozeer over Golgotha als de mijne, integendeel gij beklomt het gestoelte der eer en in den regel kan men zien dat het lijden meer loutert dan de roem en grootheid."

N

ü zouden we Domela Nieuwenhuis misschien een christen-socialist noemen, maar die combinatie was toen volstrekt onmogelijk in de ogen van de meeste mensen. Niet voor Domela: voor hem vloeide het één logisch uit het ander voort. Hij schroomde niet om zijn inzichten, verkregen door veel studie, voor te leggen aan Karl Marx, wiens boek Das Kapltal hij in het Nederlands wilde vertalen. In 1880, een half jaar na zijn uittreden uit de kerk, schrijft hij Marx met de vraag om toestemming voor die vertaling: "Wanneer ik socialist ben geworden, dan ben ik het geworden onder invloed van een buitengewoon belangrijk werk. Das Kapital," zo begint hij de brief. Hij vraagt Marx zo goed te willen zijn de drukproeven door te nemen (Marx kende Nederlands) om te beoordelen of "de reproduktie naar uw mening geheel in overeenstemming is met het origineel." Marx schrijft binnen een week terug; hij was bekend met het werk van Domela Nieuwenhuis en twijfelt niet in het minst "of gij zijt geheel de juiste persoon om de Hollanders een resumé van Das Kapital \e geven." Domela Nieuwenhuis is blij verrast met Marx' woorden, en op zijn drieëndertigste verjaardag verschijnt het eerste gebonden exemplaar van Kapitaal en Arbeid. Hij zag zichzelf als de eerste wetenschappelijk onderlegde socialist. Zijn volgende brief aan Marx was heel wat minder bescheiden. In 1881 schrijft hij: "Wanneer het niet teveel gevraagd is, zou ik graag van u, den meester van het wetenschappelijk socialisme en den praktischen stichter van een internationale arbeiderspartij een antwoord krijgen op de vraag: gesteld dat gij geroepen werd als hoofd van de regering, wat zou het eerste werk uwer handen zijn om de noodlijdende mensheid te verlossen?" Marx vond de vraag irrelevant. Alles hangt af van de omstandigheden en zo algemeen gesteld is de vraag zinloos. Domela Nieuwenhuis neemt daarmee geen genoegen. "De weg moet toch getoond worden, waarlangs een verwezenlijking van de socialistische ideeën mogelijk is, niet slechts voor de tegenstanders, maar ook voor de partijgenoten. Ik noem een voorbeeld: morgen breekt een revolutie uit en volgens de wens van het volk maakt gij ook deel uit van een regeringscomitee, dan is de vraag: wat zal op politiek zowel als op economisch gebied uw eerste werk zijn?" Maar Marx heeft er genoeg van en antwoordt niet meer. Later schrijft hij aan zijn vriend Friedrich Engels: "Als ich an das Hollandische Pfafflein schrieb war mir alles gewartig..."

VU-MAGAZINE—DECEMBER 1988

19

Linoleumsnede van Domela Nieuwenhuis, gemaakt door zijn zoon César in 1924.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 473

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's