GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 483

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 483

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

beurt. Of, zoals Karen De Young van de Washington Post het uitdrukt: "Het verhaal is wel waar, maar het is het verkeerde verhaal." De visuele oorlogsverslaggeving sinds Vietnam laat dit mechanisme duidelijk zien: tijdens Vietnam deed men de ervaring op dat analyse en achtergrondinformatie het op televisie minder goed 'doen' dan aktie en opmerkelijke gebeurtenissen. 'BangBang stories' hebben de grootste kans het nieuws te halen. Oorlogsfotografen en cameraploegen gaan dan ook op zoek naar visueel 'aantrekkelijk' materiaal. Een cynische verslaggever in Vietnam wist maar al te goed voor welk beeldmateriaal het meest betaald werd: 'People dying in action'. Het belang van spectaculair beeldmateriaal voor de televisie heeft tot gevolg dat wat als 'nieuws' wordt gepresenteerd in reaHteit alleen de meest sensationele samenvatting is van de gebeurtenissen die in aanwezigheid van de pers hebben plaatsgevonden. Ook de televisie schept duidelijk haar eigen realisme en in die eigenschap is sinds Vietnam geen verandering gekomen. Op een colloquium over oorlogsjournalistiek dat in 1984 aan de Universiteit van Georgetown werd gehouden betwijfelde Don Critchfield van NBC News dan ook of het grootscheepse gebruik van satellieten, waardoor het mogelijk zal zijn om 'live' reportages van de gevechten in de huiskamers te krijgen, het journalistieke ideaal om een algemeen overzicht van de gebeurtenissen te geven naderbij zal brengen. Voor Nick Downie, een free-lancer die sinds Vietnam over de hele wereld oorlogen versloeg, is die vraag allang beantwoord. Hij zegt dat de totale chaos van gevechtssituaties onvergelijkbaar is met de schietende poppetjes die op een beeldbuis heen en weer rennen terwijl een two-inch speaker op beschaafd volume de geluiden weergeeft. Downie vat zijn kritiek op de oorlogsjournalistiek samen in één zin die zijn geldigheid ook in een tijdperk waarin satellieten ter beschikking staan nog niet lijkt te hebben verloren: 'Het is allemaal zo ver van de reahteit.' D

Dirk Kagenaar en Jos de Putter zijn germanisten en free lance journalisten.

VU-MAGAZINE—DECEMBER 1988

ijn kat zeurt. Zolang ik sta of rondloop miauwt ze klaaglijk, ze is pas tevreden als ik zit en dus een Schoot bied. Het is altijd al een tut geweest en met het klimmen der jaren (ze is nu 17) wordt dat niet beter. Maar sinds de dood van haar broer en levensgezel is de behoefte aan Schoot onverzadigbaar geworden. Door de katten kwam ik in aanraking met de dierenarts. Ik hoefde er maar zelden heen: de gebruikelijke ingrepen om het nageslacht te beperken en toen, jaren later, tandsteenverwijdehng onder narcose. De kater had een wratje op zijn oor dat weleens bloedde. De dierenarts wilde het voor onderzoek opsturen naar het Anthoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Verbouwereerd stemde ik hiermee in. Een week later belde hij me op een vrijdagavond thuis op. Zoals dat hoort bij een 'slechtnieuwsgesprek' viel hij meteen met de boodschap in huis: het knobbeltje was een melanoom (een vaak kwaadaardig gezwel) en zou op den duur weleens kunnen gaan uitzaaien. Of ik elke drie maanden met de kater op controle wilde komen? Daar zag ik weinig heil in, het beest mankeerde zo te zien niets, eventuele uitzaaiingen waren toch niet te behandelen en ik deed het beest zeker geen plezier met deze bezoeken. Jaren is het goed gegaan, tot de kater geleidelijk begon te vermageren ondanks een toenemende eetlust. Medicijnen hielpen niet. De dierenarts constateerde een gezwel dat vermoedelijk van zijn darmen uitging. Hij gaf me wat adviezen en wenste me sterkte: het kon weken, maar ook nog wel maanden duren. We spraken ook al over de mogelijkhe-

IM

den van een 'spuitje'. Het leek wel of alle energie van de kat ging zitten in de strijd om te overleven. Hij at steeds meer, maar werd steeds magerder. Het was net of de tumor hem van binnen uit opvrat. Het beest had vreselijke diarree, hij sleepte zijn magere lijf door het huis, maar de kattebak haalde hij vaak niet. Als ik hem optilde was ik bang dat hij doormidden zou breken. Hoe lang kon dit nog doorgaan? Had hij pijn? Was dit 'ondraaglijk lijden'? Had dit bestaan

in mijn beslissing om hem uit zijn lijden te laten 'verlossen'. De dierenarts beloofde mij met die beslissing te helpen. Ik maakte een afspraak om de volgende dag langs te komen. Die ochtend vroeg overleed het dier. Hij had zich naar mijn kamer gesleept en stierf een paar uur later op een kussen naast mijn bed. 's Middags bracht ik hem weg naar het Dieren Uitvaart Centrum. Een mevrouw in een stemmig mantelpakje leidde mij rond. Een schuur

De diereri' arts

nog zin? Moest ik er een eind aan laten maken? Hoe kon ik dat beoordelen? Het was soms niet meer om aan te zien, maar er waren ook momenten dat hij overdag in een streepje zon ging liggen en dan kon je hem heel zachtjes nog horen spinnen. Ik was blij dat ik met de dierenarts kon overleggen. Mijn eigen oordeel vertrouwde ik niet helemaal, want het zieke beest gaf ook een hoop overlast. Als ik van mijn werk thuis kwam was ik elke dag wel een uur bezig met soppen en boenen in de omgeving van de kattebak. Ik durfde niet met vakantie te gaan omdat het me teveel leek om de verzorging aan een anderover te laten. Misschien speelde eigenbelang wel mee

van de boerderij was verbouwd tot crematohum en er was ook een klein kerkhof. Ik kon kiezen tussen begraven met of zonder grafsteen, individueel cremeren of groepscremeren. Het werd het laatste. De dokter heb ik afgebeld. De poes heeft twee weken lang onrustig door het huis gelopen en hartverscheurend gekrijst. Ik werd er tureluurs van want ik was ook verdrietig. Nu zeurt ze alleen nog maar, ik denk dat ze hem vergeten is. En ik wacht af hoe het straks met haar zal gaan. Dit Is de laatste column van Thea Dukkers van Emden.

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 483

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's