GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 350

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 350

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

zich uitsluitend hoort af te spelen op het terrein van de onwerkelijkheid. Venijniger uitgedrukt: ze staan tegenover elkaar als Waarheid en Leugen; de literatuur heeft de vrijheid om te liegen. En dat kan bij tijd en wijle heel leuk en onderhoudend zijn maar wie zal er nu echt, als het er op aankomt, bij volle bewustzijn kiezen voor de onwerkelijkheid en de leugen? Plato en Socrates - die algemeen gezien worden als de grote aanstichters van de tweedeling tussen wetenschap en literatuur - hadden dan ook een niet erg hoge dunk van dichters. En voor de Sofisten, die zich respectloos betoonden ten aanzien van de arbeidsdeling, koester-

Nu heeft dat ideaaltypische onderscheid tussen wetenschap en Uteratuur van meet af aan onbevredigend gefunctioneerd.

Plato (links) en Socrates: grote aanstichters van de tweedeling tussen wetenschap en literatuur.

den zij helemaal een diepe minachting. Nee, zulke mensen zijn stevig vastgeketend in de Grot, zoals het in de beroemde mythe van Plato luidt; wat zij geprojecteerd op de muur tegenover zich zien, dat zijn de schaduwen van datgene wat er buiten de Grot gebeurt. De dichters en andere gewone stervelingen ontwaren en beschrijven alleen maar de valse schijn van de zichtbare werkelijkheid. Slechts voor een bevoorrechte enkeling - laten we zeggen: een filosoof - is het weggelegd om de buiten de Grot gelegen Onsterfelijke Waarheid te ontdekken: de ware werkelijkheid die verborgen ligt achter datgene wat met de zintuigen waargenomen en met de taal beschreven kan worden.

N

u heeft dat ideaaltypische onderscheid tussen wetenschap en literatuur van meet af aan onbevredigend gefunctioneerd. De gemaakte afspraken werden door veel schrijvers en kunstenaars met voeten getreden: zij weigerden om vrijwillig plaats te nemen in de hoek van de vrijblijvende esthetiek. Daar hebben we werken aan te danken die een subtiliteit en 28

nuance bezitten waar heel wat sociologische standaardwerken niet aan kunnen tippen. Wie enig inzicht in de moderne samenleving wil verwerven, zo erkennen tegenwoordig ook veel academici, kan niet om het werk van schrijvers als Kajka, Flaubert of Proust heen - om maar enkele van de meest klassieke spraakmakers eventjes uit de kast te trekken. Wie in dat verband nog spreekt over literatuur als een louter particuliere verbeelding, als iets dat onwerkelijk en leugenachtig is, die weet, mild uitgedrukt, niet waar hij het over heeft. Vanuit de andere partij, die van de wetenschap, is de weerstand om kennis ook als een vorm van esthetiek te zien, altijd veel groter geweest, Het liefst wilde men de taal zo neutraal en eenvoudig mogelijk houden. Men realiseerde zich heel goed dat de taal een onuitputtelijke bron van dubbelzinnigheid is; en dat kan een bron van vermaak zijn voor de literatuur maar wordt dat niet geacht te zijn voor de wetenschap.

werkelijkheid onophefbaar is en dat iedere vorm van kennis op wankele wijze gefundeerd wordt door een dubbelzinnige taal. Volgens de traditionele opvatting dient een theorie getoetst te worden aan de feiten, aan de werkelijkheid. Maar een wetenschapssocioloog als bijvoorbeeld Bruno Latour heeft daar tegenover aangevoerd dat de academicus niet weet hoe de werkelijkheid er uit ziet en daar juist door middel van onderzoek probeert achter te komen. Hoe de werkelijkheid er uit ziet is, als we deze benadering volgen, niet iets wat we van te voren weten en waar we onze theorieën aan toetsen en falsifiëren, het is geen uitgangs-

D

e veronderstelling luidde lange tijd dat de natuur zelf op een ondubbelzinnige, exacte wijze georganiseerd was en de gehanteerde taal, bij voorkeur die van de wiskundige symbolen, moest daar een getrouwe weerspiegeling van zijn. Je moest de taal dusdanig hanteren dat je hem bijna niet zag en er zo min mogelijk last van had. Maar de gedachte dat we geregeerd worden door strakke, eenduidige wetten is tegenwoordig ernstig aan slijtage onderhevig. Niet alleen in de maatschappij worden de politieke en wetenschappelijke wetten op grote schaal aan talloze laarzen gelapt, zelfs in de natuurwetten lijkt aardig de klad te zijn gekomen; burgerlijke ongehoorzaamheid blijkt ook daar geen ongewoon verschijnsel te zijn. De door de wetenschap gehanteerde schijnbaar neutrale taal, de vastgestelde wetmatigheden, de verklaringsmodellen met overzichtelijk uit elkaar gehouden oorzaken en gevolgen, zouden misschien zelf wel eens een vorm van fictie kunnen zijn waar al te lang in geloofd is; een produkt van de menselijke verbeeldingskracht en fantasie. Veelfilosofenbeweren tegenwoordig dan ook dat de kloof tussen taal en

punt maar resultaat van wetenschappelijk onderzoek. Met behulp van de taal, van theorieën en methoden, vormen we ons altijd een beeld van de werkelijkheid; wetenschap dus niet als 'ontdekking' van wat eigenlijk altijd al op ons lag te wachten, maar veel eerder als vormgeving, beeldhouwwerk, kunst als het ware. Vormgeving op die manier begrepen, is niet iets wat er achteraf als smaakstof aan toegevoegd wordt, om de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek ook verteerVU-MAGAZINE—SEPTEMBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 350

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's