GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 293

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 293

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Z

oals ook vóór de grote vulkaanuitbarsting op Santorini - toen 'Stronghyle' (het ronde eiland) genoemd - bleef ook na de catastrofe vulkanische activiteit bestaan. Wie het eiland nu bezoekt, wordt vooral geconfronteerd met de gevolgen van de aardbeving die op 9 juli 1956 plaatsvond. Overal ziet men ruïnes van huizen en restanten van funderingen, die hun oorspronkelijke grijze kleur hebben teruggekregen. Omdat een groot deel van de bevolking tijdens de aardbeving bezig was met de tomatenoogst - naast wijn een belangrijke bron van inkomsten -, bleef het dodental beperkt tot 52, maar in Phira stortte veertig procent van de huizen in en van het noordelijker gelegen Oia bleef nog minder overeind. Bertus Aatjes bezocht het eiland ruim een jaar na deze ramp en beschrijft in zijn boek 'Goden en eilanden' een ontmoeting met een eilandbewoner, die zich nog precies kon herinneren, dat Nederland als eerste hulpgoederen zond, waaronder zeshonderd paar handschoenen. "Kijk," reageerde Aatjes, "...een Santorijn in juli handschoenen sturen is hetzelfde als een Zeeuw na de februariramp een zwembroekje sturen." Ook Den Doolaard deed het eiland kort na de aardbeving aan. En net als iedereen verwonderde hij zich over het feit, dat zo kort na deze gebeurtenis al weer nieuwe huizen werden gebouwd op de rand van de afgrond. Maar het geheim hiervan werd hem al spoedig duidelijk: de bewoners, die niet naar elders in Griekenland zijn verhuisd, personifiëren het fatalisme en maken zich nergens meer druk om. Dat bleek ook toen de auteur in het hotel aankwam. De "vage manspersoon", die achter de lessenaar in de hal zat en die "er zo oud en perkamentig uitzag en toch weer zo onversleten", toonde geen enkele interesse voor zijn nieuwe gast. Ook op de vraag of men in het hotel kon eten, reageerde de man onverschillig. A. den Doolaard: "'U kunt hier eten, of u kunt in de stad eten,' zei hij effen. Het was de eerste maal op al mijn Griekse reizen dat een Griek de gelegenheid om winst te maken onverschillig voorbij liet gaan; en dus begon ik opnieuw aan zijn bestaan te twijfelen... Hij hoorde bij het vulkaaneiland; hij was de portier van de onderwereld, waarvan dit luchtige hotel de bedrieglijk hooggelegen voorhal vormde. Opeens wist ik het zeker: wanneer ik morgenochtend wakker werd zou ik niet tegen de morgenwitte zee aankijken, maar tegen zwarte lava." Wellicht is het niet helemaal toevallig dat, naar het schijnt, op Santorini opvallend veel psychische stoornissen voorkomen.,.

D

e bus, die ons van het strand bij Kamari naar Phira terugbrengt, is overvol en bij elke halte proppen, door beide deuren, zich toch nog mensen naar binnen. Ik zit voorin en krijg halverwege de reis een Griekse kleu.ter in 26

^

'

en hij raakte zo vervuld van deze vrouw, dat hij het restaurant naar haar noemde, We besluiten om elders Griekse koffie te drinken, maar krijgen hiervan al spoedig spijt. De smalle winkelstraatjes van Phira vormen nu het domein van discogangers. Van alle kanten waait de keiharde muziek je tegemoet; de Madonna-golf heeft ook Griekenland overspoeld. De meeste winkels zijn gesloten, alleen een groot aantal juweliers blijft tot laat in de avond geopend. De drukte neemt allengs toe; er heerst een kermisachtige sfeer. Ik herinner mij het eiland nog goed van het vorige bezoek en bemerk met schrik, hoe snel het toerisme hier om zich heengrijpt. Tot onze verbijstering kunnen we nergens meer Griekse koffie krijgen, wel Irish koffie of een andere 'koffie-cocktail'.

'

Hij hoorde bij het vulkaaneiland; hij was de portier van de onderwereld, waarvan dit luchtige hotel de bedrieglijk hooggelegen voorhal vormde.

W ^

^^ss mijn handen gedrukt, een prachtig kind maar het verspreidt een walgelijke geur Spoedig valt het jongetje in slaap. Zijn vader heeft duidelijk teveel wijn op en houdt een emotionele monoloog tegen de chauffeur, die zich hiervan weinig aantrekt. Af en toe wil de zatte man bijsturen. We houden ons hart vast. VU-MAGAZINE—JULI/AUG. 1989

's Avonds dineren wij in 'Camille Stéphani', waar de beste salades van Santorini worden geserveerd. Het restaurant is een geschenk van de schatrijke reder Evangelos Nomikos - die ook de kabelbaan bekostigde - aan een vriend, de huidige eigenaar. Ooit 2ag Nomikos in één van de Parijse cabarets Camille Stép/ian/op het podium VU-MAGAZINE—JULI/AUG, 1989

y ƒ aar wanneer we de volgende ochtend \ / worden gewekt door de stem van een V oude, in zwarte kleren gehulde vrouw die de opkomende zon toezingt, en later op de dag in Oia getuige zijn van een klein dorpsfeest, waarbij onze aanwezigheid op geen enkele wijze als storend wordt ervaren, besef ik dat de verloedering beperkt is tot enkele plaatsen op het eiland, en dan vooral in het hoogseizoen. Nauwelijks buiten Phira vergeet men de beklemmende drukte en komt al snel dat bijna onbeschrijfelijke gevoel weer naar boven, dat je in verrukking brengt en tegelijk angst inboezemt: enerzijds de intense vreugde over één van de mooiste panorama's ter wereld met binnen handbereik de tastbare bewijzen van een sterk tot de verbeelding sprekende beschaving. Anderzijds de nog altijd aanwezige dreiging van onvoorspelbare natuurkrachten uit het binnenste van de aardbol, en overal rondom de sporen van verwoesting en verdriet. Pas dan dringt tot je door, waarom Santorini in de Griekse mythologie nooit als een aards paradijs is beschouwd, en waarom zelfs de goden er liever niet kwamen! Nogmaals Den Doolaard: "Tot het laatst toe zou Santorini zijn hekserijen blijven vertonen. De stoomfluit langs de geel-blauwe schoorsteen gaf drie hartverscheurende kreten en meteen zag ik duidelijk dat het eiland zich in beweging zette. Het was niet de 'Moschanti' die wegvoer over de volgelopen kraterholte, maar het was de kraterwand, die wegdreef met stenen trappen en al. Het schip lag vastgenageld in zee... We voeren zuidwaarts, recht op de zon aan; en ik herinnerde me stellig dat we bij onze aankomst de kraterholte vanuit het noorden waren binnengevaren. De hotelhouder had gelijk: alle boten varen de verkeerde kant op. Ook deze 'Moschanti'; want hij voer van een eiland vandaan dat ik de rest van mijn levens als een heimwee met mij mee moest dragen."D Ignace Schretlen studeerde medicijnen en filosofie, en is als huisarts in 's-Herfogenbosch werkzaam. Hij houdt zich al jaren intensief bezig met de cultuur op de Cycladen.

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 293

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's