GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 246

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 246

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beperkte studieduur is één van de factoren die ertoe hebben geleid dat het hoge gemiddelde niveau in de letterenstudies is verdwenen. Prof.dr. M.H. Schenkeveld herinnert zich dat het vroeger anders was. Een boekenlijst met zeshonderd titels - kom daar nog eens om!

M.H. Schenkeveld ö >

o Ö

9

Niet alle beoefenaren van de alfawetenschappen worden beter als ze ouder worden, maar de goeden wel. Absoluut. Dat is een groot verschil met de bèta's, die het net als voetballers al op jonge leeftijd gemaakt moeten hebben. In de alfawetenschappen is het - zeker als het over literatuur gaat - belangrijk om ervaring te hebben, maar je moet er ook bij na blijven denken. Als je alleen maar leest, gebeurt er ook niets. In mijn eigen geval wil ik niet zeggen dat ik beter ben geworden, maar ik heb wel het gevoel dat ik meer overzicht heb gekregen en een heel klein beetje meer ben gaan weten dan toen ik begon. Hoewel ik, althans in dit opzicht, nog een goede opleiding heb gehad. Er werd een grote belezenheid vereist. Bij het tentamen Uteratuurgeschiedenis dat ik voor het kandidaatsexamen moest doen, hoorde een boekenlijst met 450 titels. Voor het doctoraal werd die lijst nog eens uitgebreid, zodat je uiteindelijk over een basiskennis beschikte van zeshonderd titels uit de Nederlandse literatuur. Daar is nu geen sprake meer van. Men leest veel minder. In de tijd dat ik hoogleraar was heb ik steeds iets van de eisen moeten afdoen. De studieduur is veel korter.

24

Je komt erin en over vier jaar moetje eruit. O, dat is zo jammer!

V

roeger had je, naast de studenten met een uitgesproken wetenschappelijke belangstelling, vooral mensen die leraar werden. Maar daar kon je behoor-

lijke eisen aan stellen. Docenten in het middelbaar onderwijs hadden door hun opleiding een hoog gemiddeld niveau. Dat was bewonderenswaardig. Nu komen er studenten aan die op de middelbare school al met alle mogelijke dingen hebben kennisgemaakt, maar juist niet

thuis zijn op gebieden die voor een letterenfaculteit belangrijk zijn, zoals geschiedenis. En ze kiezen vaak minder bewust voor een letterenstudie dan vroeger. Het is een soort vervolgopleiding geworden. Toch moetje altijd nog beoefenaren van de weten-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's