GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 327

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 327

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1839 reisde men nog per trekschuit of diligence. Hildebrand, nom de plume van Nicolaas Beets, ontmoette er onderweg schoolopzieners, paardenkopers, dichters, verlegen meisjes met hun tantes, en koopvaardijkapiteins met lange Curacaose sigaren. Een wereld die gedoemd was te verdwijnen, tot verdriet van Hildebrand. "Maar komt! komt! heerlijke spoorwegen!", jubelde hij sarcastisch. "Daalt als een tralienet neder op onze provinciën!" Toch hield hij de vooruitgang niet tegen, hoe populair zijn verhalen ook werden, en de spoorwegen vieren dit jaar net als de Camera Obscura hun 150-jarig jubileum, zelfs met meer geraas.

ie zich de wereld van de Camera Obscura nog nauwkeurig voor de geest wil halen, raakt al snel in de problemen. Wat voor sigaar had die koopvaardijkapitein ook al weer in zijn mond? De HBS-leraar J.M. Acket, die begin deze eeuw vele edities van de de Camera verzorgde, meende nog precies te weten hoe de Curacaose sigaar eruit zag. In een annotatie (een voetnoot of aantekening) schrijft hij: "Sigaren zonder punt, aan beide uiteinden omwikkeld met een heel dun snoertje, van ruwe zware Havanna-tabak, zwart van kleur; ze werden geïmporteerd." Maar inmiddels heeft een nieuwe generatie f/7o/ogen het van Acket overgenomen. En deze academisch gevormde generatie is kritisch. Henk Eijssens maakt een langgerekt gebaar, dat bij zijn lippen begint, "Je ziet die sigaar haast voof je. Acket zal waarschijnlijk ook wel gelijk hebben, maar vind er maar eens een bewijsplaats voor. In een wetenschappelijke uitgave moeten annotaties controleerbaar zijn en dat is bij Acket ten enenmale niet het geval. De rekeningen van middenstanders uit die tijd, dus ook die van de sigarenhandel, zijn in rook opgegaan. Ik ben naar een gespecialiseerde sigarenzaak in Den Haag geweest, maar die konden me ook niet verder helpen. Dus moet ik nu in de archieven van de sigarenfabrikanten gaan zoeken. En dat zal veel tijd kosten." Hij vervolgt: "Als je een boek begint te annoteren, gaat het eerste gedeelte altijd in een razend tempo. Je legt de fiches, waar je problemen op staan, op alfabetische volgorde en je gaat achter het WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal, JdK) zitten. Zo los je vijftig procent op. Maar dan komen de ellendige dingen, zoals die Curacaose sigaar." Dick Welsink: "Of de kapelaansrotting van de student Dolf van Brammen in 'De familie Stastok'. Dat een rotting een wandelstok is, staat in het woordenboek, maar wat een kapelaansrotting is niet." Ook Jelle van der Meulen geeft een voorbeeld. "Aan het begin van de dorpsnovelle Teun de Jager', die ook in de Camera is opgenomen, staat dat voor de instandhouding van de 'beroemde' VU-MAGAZINE—SEPTEMBER 1989

Hondsbossche Zeewering veel paalwerk en veel maaltijden nodig zijn. Acket geeft als uitleg dat er nergens zo lekker werd gegeten en zo goed gedronken als na afloop van de vergaderingen van het polderbestuur aan de Hondsbossche. Ik heb nu allerlei artikelen over de Hondsbossche Zeewering gelezen. Vooral over de technische details, hoeveel palen er in de grond gingen, is behoorlijk wat geschreven. Maar over de maaltijden ben ik niets tegengekomen. Ik heb nog niet in de archieven van het hoogheemraadschap gekeken, maar daar zal ik nog wel naartoe moeten."

J

e kunt het muggenzifterij noemen, maar ook monnikenwerk. Van de inspanningen zie je, als de uitgave eenmaal klaar is, ontzettend weinig terug, zegt Eijssens. Toch wil het gezelschap niet zielig doen. "Het is ontzettend leuk werk!," roept de één. "Je komt overal!," juicht de ander. Maar de stemming had dit avondje vrolijker kunnen zijn. We zitten in de huiskamer van Dick Welsink. Op tafel liggen verschillende edities van de Camera Obscura, zelfs een Roemeense vertaling. In totaal zijn er in Nederland 91 edities verschenen, en het aantal exemplaren bedraagt meer dan een miljoen. Hoe mooi zou het niet zijn geweest als er hier op tafel een goede wetenschappelijke editie zou liggen?

"Dat een rotting een wandelstok is, staat in het woordenboek, maar wat een kapelaansrotting is niet." Al in 1983 realiseerde een groepje neerlandici zich dat de Camera honderdvijftig jaar oud zou worden. Een jaar later ging men negen man sterk aan de slag. Het Bureau Basisvoorziening Tekstedities was nog niet opgericht en het werk moest onbezoldigd worden gedaan. Toen het jaar 1989 dichterbij kwam vielen er mensen af, zodat er een klein groepje overbleef, waarvan het aanwezige gezelschap de kern uitmaakt. Dit gezelschap bestaat uit drie ex-studenten van Marita Mathijssen van de Universiteit van Amsterdam, die de afgelopen jaren de belangstelling voor zowel het annoteren van teksten als voor de negentiendeeeuwse literatuur bevorderde. Over negentiende-eeuwse auteurs, inclusief Beets, wordt graag beweerd dat zij na hun studentenjaren niets van belang meer presteerden vanwege de verantwoordelijkheden en verplichtingen die de Hollandse samenleving hen oplegde. Geldt hetzelfde voor de twintigste-eeuwse tekstbezorgers? Henk Eijssens is in het dage17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 327

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's