GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 301

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 301

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De alchemistische praktijk was gefundeerd op de kennistheorie van Aristoteles. Die had gezegd dat alle materie bestaat uit bijzondere combinaties van de vier elementen: water, aarde, lucht en vuur. Die combinaties, was de gedachte, kun je ontbinden in hun samenstellende delen en vervolgens op een andere manier weer samenvoegen. Zo iets bijzonders is dat nu ook weer niet, dachten de alchemisten, want het goud dat in de grond gevonden werd was in een grijs verleden ooit lood geweest. De veredeling der metalen kon dus begrepen worden als een natuurlijk proces en door enkele kunstmatige ingrepen slaagt de alchemist erin dat proces te versnellen. Voor een succesvolle transmutatie was echter een bijzondere substantie onontbeerlijk: de Steen der Wijzen. Wie deze mysterieuze substantie in zijn bezit had, zou de metalen in een handomdraai kunnen veredelen. Aan die steen schreven sommigen nog andere magische kwaliteiten toe: hij zou een panacee bevatten, een middel tegen alle kwalen, en een levenselixer dat onsterfelijk maakt. De alchemist had zo een geduchte potentiële macht: hij kan niet alleen de tijd versnellen, maar ook vertragen en volledig stilleggen. Wie de Steen der Wijzen bezit heeft dus een volledige controle over de tijd en is niet langer afhankelijk van zich onvermijdelijk voltrekkende natuurprocessen. Hij heeft de vergankelijkheid en sterfelijkheid bedwongen. Geen wonder dat de gehele geschiedenis van de alchemie in het teken staat van een grote speurtocht naar dit felbegeerde kleinood.

O

p de tentoonstelhng is een uit de derde eeuw stammende papyrusrol te zien met in het Grieks geschreven alchemistische aanwijzingen. Zo rond die tijd begon de alchemie voor het eerst opgang te maken en omstreeks de tiende eeuw zijn vanuit Arabië alchemistische teksten tot Europa doorgedrongen; waar de kruistochten al niet goed voor zijn geweest! In de late Middeleeuwen bereikte de alchemie het toppunt van haar invloed, maar het zou nog tot diep in de achttiende eeuw duren voordat zij als een verouderd fenomeen beschouwd kon worden. In al die eeuVU-MAGAZiNE—JULI/AUG. 1989

wen is de alchemie steeds omstreden geweest. Niettemin kon zij bij niet de geringste lieden op een zekere sympathie rekenen. Zo getuigde een typische Verlichtingsfilosoof als Diderot in de 'Encyclopedie' nog van zijn respect voor de alchemie. Het blijft opmerkelijk. Hoe is het mogelijk dat mensen vele eeuwen lang hardnekkig bleven geloven in het evident onmogelijke? Dat de alchemisten belang hadden bij de mythe is verklaarbaar: wie eenmaal al zijn bezit en zijn hele leven geïnvesteerd heeft in de alchemie, zal niet snel naderhand toegeven dat een en ander slechts op een vergissing berustte, ledere beroepsgroep hamert op de eigen onmisbaarheid; men hoeft geen middeleeuwer te zijn om dat te weten. Het kan echter niet alleen de mystificerende houding van de beroepsgroep geweest zijn waardoor de alchemie zo lang geliefd is gebleven.

de alchemisten. Ter rechtvaardiging van deze praktijk werd, letterlijk en figuurlijk, een valsemunterstheorie in het leven geroepen. Kenmerkend voor de alchemie is een hang naar het bovennatuurlijke, die op gespannen voet stond met de principes van de nog maar net ontluikende moderne chemie en fysica; daarin was alleen voor natuurlijke oorzaken een plaats, voor rationeel verklaarbare samenhangen. Voor de alchemisten was de natuur nu juist niet door de menselijke geest, door redelijk nadenken, te bevatten. Inzicht kon slechts door een enkele uitverkorene bereikt worden en vond plaats door openbaring. Die kennis overkwam je als het ware, het inzicht brak als een plotsehnge lichtflits door bij een zeldzame enkeling en kon aan niet-ingewijden niet uitgelegd worden. Dat is nog eens wat anders dan het het moeizame geploeter van zintuiglijke waar-

Er bestond in de late middeleeuwen een maatschappelijk klimaat waarin die mystificaties goed gedijden. Dit stelt de Franse onderzoekster Barbara Obrist in een artikel, geschreven voor het eerste wetenschappelijke congres over alchemie, dat in 1984 werd gehouden. Rond 1300 begonnen vorsten namelijk te rommelen met de geldvoorraad, ze zorgden ervoor dat veel minderwaardig geld in omloop kwam. Bij deze valsemunterspraktijk werd gretig gebruik gemaakt van de nuttige diensten van

neming en abstractie, dat door meer moderne wetenschappers voorgestaan wordt. Deze theorie moest volgens Barbara Obrist verhullen dat de keizer geen kleren droeg. Ten koste van alles moest voorkomen worden dat de veredeling tot goud aan een controleerbare test werd onderworpen. Dan zou immers blijken dat de munten niet goud maar zwart geworden waren, geblakerd in het vuur van de oven. Daarom werd zo benadrukt dat alchemie niet iets was 35

Een houtsnede uit de vijftiende eeuw waarop alchemisten in hun laboratorium aan het werk zijn: grensverliggende nieuwsgierigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's