GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 325

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 325

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

tonio, die razendsnel zijn kunstbeen heeft afgedaan, en de andere leden van het gezelschap. Steeds meer zeehonden zwemmen om ons heen. "Daar gaat een pinguin", roept Uzi. De vogel beweegt zich als een sierlijke zwaluw door het water. Harry probeert een plaatje van het tafereel te schieten, glibbert in zijn enthousiasme van een rots af, maar blijft ongedeerd. Inez vindt een zeldzaam fossiel: een 'Moneda del Mar', ik heb er toevallig één in een winkel zien liggen met een prijskaartje van 50 dollar ernaast. Onze gids heeft het gezien en dringt er op aan dat ze het terug in zee zal gooien, want het verzamelen van schelpen en fossielen is verboden. Even later zie ik de gids pootje badend rondkijken op de plaats waar Inez het fossiel in het water heeft laten zakken. Die middag bezoeken we nog twee andere eilandjes. De Blauwvoetige Jan van Genten zien er inderdaad uit alsof ze net uit een badje met blauwe ecoline komen wandelen. We bezichtigen fregatvogels (de mannetjes hebben in de paartijd een grote rode ballon onder hun krop, waardoor het lijkt alsof er in hun broedgebied een kinderfeestje aan de gang is), reuzeschildpadden (hun lichaamsgewicht kan oplopen tot 300 kilogram) en nog tientallen andere diersoorten die nergens anders op de wereld voorkomen. Als we terugkomen bij Hotel 'Zon en Zee' zit Edith nog onder de parasol, geflankeerd door een zeehond die volgens de manager elke middag een dutje komt doen op het terras. De iguana's verdwijnen een voor een in de golven voor hun avondmaal: de iguana met de geamputeerde staart als laatste. Hij houdt zijn pootjes stijf tegen het lichaam gedrukt en beweegt zijn stompje, niet zonder elegance, als een slang. Antonio en Inez gaan op weg om souvenirs te kopen. Uzi en ik bestellen een pilsje. "Het is hier zo vredig", zegt Uzi, en begint aan een lang verhaal over zijn belevenissen op de westelijke Jordaanoever. IH

Geraadpleegde literatuur: Kurt Vonnegut; Galapagos. Penguin, 1984. The Galapagos Marine Resources Reserve. Oceanus: The International Magazine of Marine Science and Policy, 1987, Vol 30: no. 2. Paraiso amenazado por civilizacion. El Comercio, 25-5-1989, Quito. Ecuador.

VU-MAGAZINE—SEPTEMBER 1989

^

ater begin juni is geschied op het plein dat ten onrechte "van de Hemelse Vrede" heet tart beschrijving. De hoop van een generatie is er in bloed gesmoord. De berichtgeving over deze gebeurtenissen op het NOSJournaal sprak van Beidzjing als de plek van het onheil. Sommige kranten deden mee en schreven Beijing. Maar volgens mij gaat het om PEKING. Een stad in China. Dat dametje met het Beidzjinese schoothondje al gezien? Staat er bij de chinees Beijing-eend op het menu? Waarom laten wij ons toch altijd door buitenlanders koeieneren? Al sinds vier eeuwen, sinds we ze ontdekt hebben, noemen we die stad Peking. Trouwens het woord China is westers maaksel. Ook veranderen? Als we zo doorgaan kunnen we elkaar straks helemaal niet meer verstaan. Waarom plotseling een ander woord gebruiken? En nog wel in een spelling die voor ons tot een verkeerde uitspraak leidt. Het schijnt dat de machthebbers ginds dat geëist hebben. Eén spelling en uitspraak van hun plaatsnamen! Maar ik zie niet in waarom we ons aan de eis van juist deze machthebbers zouden moeten conformeren.

Wi

Toen ik de schijn wekte dat ik bij de NOS wat te zeggen had heb ik me daarover eens tot de Journaal-redactie gewend, schroomvallig natuurlijk, want bestuurderen mogen zich alleen met programma's bemoeien wanneer de programma-makers hen nodig hebben, bijvoorbeeld om geld te krijgen voor het Jeugdjournaal of voor het beginnen meteen publieke dienst die Teletekst is gaan heten. Waarom, zo vroeg ik, zeggen jullie toch voortdu-

rend Gdansk? Al sinds de dertiende eeuw noemen we die stad Dantzig. De psychiater van die naam wordt door Piet Grijs dan ook conseguent Van Poolse Havenstad genoemd. Waarom zeggen wij Dantzig? Omdat een woord als Gdansk moeilijk uitte spreken is. Daarom zeiden onze middeleeuwers ook Kantelberg voor Canterbury, Plijmuiden voor Pymouth, Parijs voor Paris, Moskou voor Moskva, co LU

CD

cc cc

Luik voor Liegeen gazo maar door. Engelsen zeggen Leghorn voor Livorno, Italianan Stoccarda voor Stuttgart, Fransen La Haye voor Den Haag, Duitsers Nimwegen voor Nijmegen. Mogen ze even? Geven wij oekases uit hoe ze onze steden moeten noemen? Bij ons alleen de PTT: die praat nog van 's-Gravenhageen 's-Hertogenbosch, terwijl de graaf en de hertog door niemand meergenoemd worden. Moeten wij ons dan wel aan die buitenlanders aanpassen? Het antwoord van de toenmalige Journaalhoofdredacteur Ed van Westerio destijds: als je Dantzig zegt neem je een politiek standpunt in, namelijk alsof je Duitse aanspraken op die stad erkent. Ja, ja, en dan is die prachtige roman van Günter Grass, Der Blechtrommel, die uitdrukkelijk in Dantzig is gesitueerd, zeker een blijk van WestDuits revanchisme? Wij moeten ons verzetten tegen hersenspoelingen vanwege onze media-ma-

kers, Peking heet voor mij - e n voor elke rechtgeaarde vaderlander- Peking en niet Beidzjing, Ik laat me door een stel fascistoleninisten met mao-pakken die bloedbaden aanrichten onder ongewapende demonstranten niks vertellen. Zeker niet dat ik de naam van de Grote Roerganger voortaan als Mao Zedong moet spellen. Zijn ze nou helemaal gek geworden? Die ontwaarding der

Ik blijf PEKING zeggen! waarden vindt in eigen land ook al lang plaats. Ga ik naar een heren-klerenwinkel (nou ja, heren) en vraag ik om een broek, dan zeggen ze "een pantalon, meneer?". Ik herhaal dat ik een broek moet hebben. Of een pak, en geen kostuum. Alsjevolhoudt win je, de klant is koning. Als ik nu binnenkom bieden ze me meteen het nieuwste aan broeken en pakken aan. Is mijn ijskast op, dan willen ze me een koelkast verkopen. Niks koelkast, roep ik, ijskast. Ja, ik weet dat de tijd van mijn jeugd voorbij is, toen tweemaal in de week een groot blok ijs bovenin de goed geïsoleerde ijs-kast werd gelegd. En dat het nu met dat ozon-verpestende gas gebeurt. Maar een ijskast heet ijskast. Niet koelkast. Ik weet het, woorden raken in onbruik. Wie gebruikt er nog een kwispedoor, een mof, cikorei, of een scheermes? Wie gaat er trouwens nog naar Peking? Volgens het Journaal en de bladen kan dat niet meer. Afgeschaft Dan maar naar Dantzig.

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 325

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's