GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 228

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 228

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

articuliere spieren. Eén spier kan tegelijkertijd bijdragen aan een strekking van het heupgewricht en een buiging van de knie. Een beweging kan dan niet verklaard worden uit een optelsom van de bewegingen in de afzonderlijke gewrichten, realiseert men zich nu. Het onderzoek naar bewegingen, de biomechanica, heeft na de Tweede Wereldoorlog een hoge vlucht genomen. De Amerikaanse regering stelde indertijd geld beschikbaar voor de ontwikkeHng van goede prothesen voor oorlogsinvaliden. Daarvoor moest men eerst nauwkeurig weten hoe mensen lopen. Om daar achter te komen werd een methode ontwikkeld, die het mogelijk maakte om bij proefpersonen tijdens het lopen de spieractiviteit te meten. Die

Nog steeds kan de anatoom zich er niet toe beperken kennis te nemen van wat zijn voorgangers iiebben waargenomen. Foto Peter Wolters - AVC/VU

methode werd later ook toegepast op bewegingen in de sport. Aan de VU hebben bewegingswe-

tenschappers onderzoek gedaan naar de afzet bij springen. Daaruit blijkt dat de bi-articuliere spieren een onmisbare rol spelen. In de doorgaans nuchtere rapportage van het onderzoek wordt zelfs enthousiast gesproken van een unieke vondst van de natuur. Ook blijkt dat de activiteiten van de verschillende spieren nauwkeurig op elkaar worden afgestemd door het centraal zenuwstelsel. De kracht die vanuit het enkelgewricht naar beneden toe wordt uitgeoefend, kan daardoor drie keer zo groot zijn als de kracht die de spieren van het enkelgewricht zelf kunnen leveren. Tenslotte is niet onbelangrijk dat de kracht van de afzet niet alleen door samentrekking van de spieren blijkt te worden veroorzaakt, maar eveneens door de elastische werking van de pezen. Wat is de bijdrage van de anatomie aan dergelijk onderzoek? Prof.dr. R.H. Rozendal werkt als funktioneel anatoom bij de faculteit bewegingswetenschappen. "Als je alleen naar de buitenkant kijkt kun je tot veronderstellingen komen," zegt hij. "Maar op een bepaald ogenblik wil je weten of datgene wat je aan de buitenkant meet, wordt veroorzaakt door een grote pees - waar vanwege de elasticiteit veel energie in kan worden opgeslagen - of doordat een

bepaalde spier vlug kan reageren. Dat kan een spier bijvoorbeeld als hij lange vezels heeft. Dus dan ga ik naar de snijzaal toe en dan ga ik die spier opzoeken en kijken hoe hij is opgebouwd. Dan blijkt er niet één spier te zitten, maar zijn het er drie naast elkaar. Zodat je je weer kunt gaan afvragen waarom het er drie zijn. Kun je je bewegingen voorstellen waarvoor de één belangrijker zou zijn dan de andere?" Aanleiding voor het onderzoek naar springen was dat de anatomen van mening verschilden over de functie van een bepaalde pees in de kuit. De resultaten hadden niet enkel betrekking op de kuit, maar op het hele been. Ze werden aangevuld door onderzoek naar hardlopen, schaatsen, fietsen en zwemmen. Aangezien je tijdens het zwemmen niet alleen je benen gebruikt, riep dit onderzoek ook vragen op over de armen. Onderzoek naar het aandrijven van rolstoelen - vanzelfsprekend gericht op het verbeteren van rolstoelen - riep eveneens vragen op over de armen en de schouders. Werken de armen net zoals de benen? vraagt Rozendal zich nu af "Er is daarom een groot project gestart op de snijzaal, waarbij we van zeven individuen alle relevante spieren van de armen en de schouders, en de botten en gewrichten opnieuw hebben beschreven. Daaruit blijkt dat de detaillering die in de standaardboeken over anatomie staat, volstrekt onvoldoende is om te begrijpen hoe iemand een rolstoel aandrijft."

T

erug naar de snijzaal dus. Nog steeds kan de anatoom zich er niet toe beperken kennis te nemen van wat zijn voorgangers met het ontleedmes in de hand hebben waargenomen. Omdat het moeilijk blijft om je de werking van het kniegewricht precies voor te stellen, keert ook de journalist nog eenmaal terug. Ditmaal zonder koudwatervrees. Er is net een practicum aan de gang. Zo'n vijftig studenten staan in groepjes over verschillende tafels gebogen. Boven de één is een hoofd opgehangen, ergens anders liggen twee strottehoofden. Poliacu Prosé haalt een blad met twee kniegewrichten en demonstreert hoe de kniebanden lopen. Een ingenieuze vondst van de natuur?!!!

6

VU-MAGAZINE—JUNI 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 228

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's