GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 187

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 187

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

gestegen, maar toch weer voornamelijk op een traditionele wijze: vrouwen als specialist voor de zogenaamde zachte of verzorgende sectoren, maar zelden voor de sociaal-economische driehoek waar de belangrijkste beslissingen vallen. Aan de positie van mannen was nagenoeg niets veranderd. Rond de maatschappelijke tafel stonden nu gewoon wat stoelen méér, anders niets.

E

en herbezinning op het vraagstuk van de emancipatie leidde tot de conclusie dat, zoals de regering het verwoordt in haar doelstellingen van het emancipatiebeleid, gestreefd dient te worden naar "het bereiken van structurele veranderingen waardoor sekseverschil niet langer een van de pijlers van de maatschappelijke organisatie vormt". Als centrale doelstelling voor dit beleid geldt: "het bevorderen van de ontwikkeHng van de huidige maatschappij, waarin het sekseverschil nog in zo grote mate geïnstitutionaliseerd is, naar een pluriforme maatschappij, waarin ieder ongeacht sekse of burgerlijke staat de mogelijkheid heeft een zelfstandig bestaan te verwerven en waarin vrouwen en mannen gelijke rechten, kansen en vrijheden en verantwoordelijkheden kunnen realiseren." Als meest concrete voorwaarde voor VU-MAGAZINE—MEI 1S

het voeren van een zelfstandig bestaan geldt daarbij de beschikking over een eigen inkomen, dat bij voorkeur voortkomt uit eigen arbeid. Wanneer die arbeid niet voorhanden is, zou een uitkering beschikbaar moeten worden gesteld. Hoe het met de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt is gesteld, is algemeen bekend: in de afgelopen vijftien jaar is het percentage vrouwen met betaalde baan ongeveer verdubbeld (van twintig a vijfentwintig procent tot veertig a vijfenveertig procent). Bij nader inzien blijkt dit met name verklaard te worden door het feit dat meer en meer gehuwde vrouwen veelal in deeltijd een baan zoeken. Maar deelname aan het arbeidsproces betekent nog geen carrière. Om van een baantje een loopbaan te maken dien je, naast een specifieke opleiding, meestal een ononderbroken arbeidspatroon te hebben en bovendien full-time beschikbaar te zijn voor de organisatie.

V

eel vrouwen hebben momenteel betaald werk, een secundaire functie binnen een arbeidsorganisatie, en veelal op parttime basis, terwijl ze bovendien vaak een onderbreking in hun arbeidspatroon hebben of dreigen te krijgen, vanwege tijdelijke terugtreding in verband met zwangerschap en bevaüing. In Nederland houden mo-

menteel drie van de vier vrouwen na de bevalling van hun eerste kind op met werken. Het merendeel van deze vrouwen heeft dus wel een baan maar geen loopbaan. Voor hen is een echt zelfstandig bestaan dan ook in de regel niet weggelegd; hun inkomen uit arbeid is daarvoor te klein, de taak in het huishouden en de kinderopvoeding te groot. Van de vrouwen die zich bewust op de eigen carrière richten, zien velen af van het krijgen van kinderen, en vaak ook van het hebben van een vaste partner, teneinde zo optimaal mogelijk te voldoen aan de eisen die de organisatie aan beschikbaarheid van personeel in primaire functies stelt. Wanneer de politiek de emancipatie even serieus neemt als de vrouwenbeweging dat doet, is een toekomstgericht emancipatiebeleid onontkoombaar. Het bereiken van een zelfstandig bestaan voor mannen én vrouwen zal daarin centraal moeten staan. Noodzakelijke 'tussenstations' voor het bereiken van dit einddoel zijn: herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid tussen mannen en vrouwen én het creëren van randvoorwaarden waaronder het mogelijk wordt dat individuen betaalde én onbetaalde arbeid combineren. Bij de uitwerking van dit beleid gaat het vooral om twee categorieën vrouwen. Dat zijn in de eerste plaats de zogenaamde herinstreedsters: vrouwen die de arbeidsmarkt verlieten in verband met de zorg voor de

Gelijke verdeling van betaalde arbeid, zou ook tot een herstructurering van huishoudelijk werk moeten leiden. Wordt de huisman gemeengoed? Foto ANP

In Nederland houden momenteel drie van de vier vrouwen na de bevalling van hun eerste kind op met werken. kinderen, maar die naar verloop van tijd weer een betaalde baan willen; zij hebben in de regel een lage opleiding, vaak ook nog in een richting die niet meer zo actueel is, terwijl hun beroepservaring gering is of gedateerd. De tweede categorie wordt gevormd door de huidige generatie meisjes en jonge vrouwen, de zogeheten 1990-generatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 187

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's