GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 407

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 407

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nucleaire wapens voor de korte afstand. Deze opstelHng blokkeerde zijn militaire carrière geenszins, al werd hij wel eens op het matje geroepen voor een 'gesprek van vriend tot vriend'. Begin jaren '70 ging de generaal-inspe zich meer en meer verdiepen in wapenbeheersing en -vermindering. Begonnen als beleidsmedewerker bij het bureau Ontwapeningsaangelegenheden van het Ministerie van Defensie ontwikkelde hij zich tot een ervaren onderhandelaar. Zo maakte hij na vele jaren van vruchteloos praten de grote doorbraken in de wapenbeheersing van nabij mee. Het begon aarzelend met de Conferenties over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), waaraan alle Europese landen plus de Verenigde Staten, Canada en de Sovjetunie deelnamen. In de Slotakte van Helsinki (1975) werd een begin gemaakt met de opbouw van 'vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen'. De 35 staten namen zich voor om onderling informatie uit te wisselen over de activiteiten van de landstrijdkrachten in Europa. "Het gebeurde wel op vrijwillige basis, maar toch lag hier de kiem van een inspectieregime voor conventionele wapens," aldus Van der Graaf.

T

ijdens de CVSE-conferentie in Stockholm (1986) kwam de sensationele omslag. De Sovjet-onderhandelaars gingen akkoord met het recht om inspecties op eikaars grondgebied uit te voeren. "Dit was voor ons een volslagen verrassing," stelt de toenmalige onderhandelaar. "Tot dan toe wilden de Sovjets niets weten van inspecties op hun grondgebied. Het was een reusachtige koersverlegging. Namens de NAVO heb ik toen deel uitgemaakt van de kleine groep die samen met het Warschaupact het eerste verificatiesysteem uitwerkte. Een boeiende ervaring: na twee jaar van plichtsgetrouwe speeches raakten de onderhandelingen plots in een stroomversnelling. De grootste blokkade voor verificatie-afspraken was weggenomen." Het pakket 'vertrouwenwekkende maatregelen' werd danig uitgebreid met afspraken als het vooraf aankondigen van grote oefeningen en VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1989

de plicht om bij oefeningen met meer dan 17.000 manschappen waarnemers uit te nodigen. Indien een land activiteiten ontwikkelt die argwaan oproepen, hebben andere landen het recht om een inspectie uit te voeren. Tot op heden zijn er 22 inspecties geweest, gelijkelijk verdeeld over Warschaupact en NAVO. Van der Graaf benadrukt het belang: "Dit was geen bevestiging van onderling wantrouwen, maar juist van vertrouwen. Landen gaven elkaar de mogelijkheid om een kijkje te komen nemen. Zo kan men als het ware al aan elkaar wennen. Zelf heb ik als waarnemer een Sovjet-oefening in Hongarije bijgewoond. Ik vond het opmerkelijk om te zien hoe het Warschaupact met dezelfde problemen kampt als de NAVO. De Sovjets hebben dezelfde logistieke problemen als wij. De Russische soldaten balen er net zo goed van dat ze ver van huis zijn. Ik dacht bij mezelf: als je die jongens nou eens een Nederlandse helm opzet, in plaats van dat grote, rare Russische ding, dan merk je - althans uiterlijk nauwelijks nog verschil."

O

ntspanning is meer dan wapenbeheersing, stelt hij. De interdependentie van de Europese staten is zeker zo belangrijk. Een groeiende samenwerking tussen Oost en West, op economisch, sociaal en cultureel gebied, is de beste garantie voor een vreedzame coëxistentie. "Hoe meer je met elkaar verknoopt raakt des te kleiner is de behoefte om vijandelijkheden te beginnen. We zullen nieuwe technologieën moeten uitwisselen. Mensenrechten moeten een bespreekbaar onderwerp worden. Die bereidheid begint nu te komen. Als de huidige internationale processen doorzetten, kan er een dramatische wending komen in de Europese veiligheidssituatie. De aanwezigheid van Amerikaanse en Sovjet-troepen buiten hun grenzen is immers een anomalie. Dat is niet tot ver in de volgende eeuw vol te houden." De bal is eindelijk aan het rollen, constateert Van der Graaf met genoegen. Hij spreekt van historische kansen om de ontspanning tussen Oost en West te verwezenlijken, maar signaleert tegelijkertijd de nodige haken en ogen. Er zijn dan wel

heldere afspraken over de naleving van wapenbeheersings- en ontwapeningsafspraken, maar hoe bereik je een adequate controle? Het INF-verdrag over nucleaire korte-afstandsraketten en het Stockholm-akkoord bevatten pagina's vol afspraken over verificatie en inspectie. En ook in het kader van de CFE-onderhandelingen (Conventional Forces in Europe), die dit voorjaar in Wenen startten, is een lijst

'Bij non-provocatieve defensie zitten in de eerste zeventig kilometer van de frontlinie alleen maar Duitsers. Is dat aanvaardbaar?' 'vertrouwenwekkende maatregelen' te verwachten. Er dreigen zo verschillende verificatieregimes te ontstaan. Aan de wetenschap de taak om op korte termijn orde te scheppen in deze warboel. Van der Graaf bepleit een totaalsysteem en stelt dat dit onder de paraplu van de CFE-onderhandelingen gerealiseerd kan worden. Alleen dringt de tijd. President Bush wil al binnen een halfjaar een akkoord in Wenen bereiken, waarvan de uitvoering in 1992 rond moet zijn. "Een onhaalbare optie, ingegeven door politieke motieven", relativeert Van der Graaf. "Maar er is wel een zekere tijdsdruk. Wanneer troepenreducties in het gebied van de Atlantische Oceaan tot de Oeral worden afgesproken is een alomvattend verificatiesysteem nodig dat alle fasen van het reductieproces kan bestrijken." In de pre-reductiefase die nu eigenlijk al is begonnen, is informatie-uitwissehng over de wederzijdse troepensterkte nodig. Deze gegevens zullen via steekproeven ter plaatse gecontroleerd moeten worden. Tijdens de periode van daadwerkelijke reductie, die al gauw een paar jaar in beslag neemt, zullen inspecteurs ter plaatse de uitvoering moeten volgen. En er moeten agentschappen in Oost en West komen die de naleving van de verdragen zorgvuldig begeleiden en de informatie stroomlijnen. Is de wapenvermindering eenmaal 9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 407

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's