GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 78

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 78

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

den, betoogt Van het Reve. Dit soort dingen wordt zwijgend afgeraden. Zo gaat het ook met een corpus. Soms wordt het bewust ingezet om erachter te komen waar men een gesprekspartner moet plaatsen. Dan is er sprake van 'corpus dropping', net zoiets als 'name dropping'. Men praat over de Ilias en kijkt of de ander reageert zonder dat het nodig is hem verder uit te leggen wat de Ilias is. Het beheersen van een corpus biedt onmiskenbaar sociale voordelen. Het is net zoiets als tafelmanieren hebben, de juiste kleding dragen en,

Van het Reve vertelt hoe hij eens voor gek stond omdat hij niet wist wie Michael Jackson was. in sommige gevallen, een aardappel in je keel hebben. De heer-van-stand aan het begin van dit artikel was zich ervan bewust hoe belangrijk het is om het corpus op een onopvallende, vanzelfsprekende wijze te kunnen hanteren. Strikt genomen zijn er nauwelijks praktische voordelen aan verbonden. Wie niet weet wat de Ilias is, kan dat opzoeken in de encyclopedie als hij de kennis nodig heeft en dan weet hij het binnen enkele minuten.

D

e Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen vond het vraagstuk van het beheersen van het corpus en de heel andere taal die bèta's spreken, belangrijk genoeg om hieraan een studiedag te wijden. Alfabetisme was de korte titel van het congres. De Academie was ook degene die Karel van het Reve verzocht het hierboven geciteerde essay te schrijven. Veel werd tijdens de studiedag gesproken over de boeken van twee Amerikanen, namelijk Cultural Literacy van E.D. Hirsch jr. en The Closing of the American Mind van A. Bloom. Beiden maken zich zorgen over het verdwijnen van de geletterdheid onder de jeugd. Persoonlijk vraag ik mij af of er niet eerder sprake is van een verandering van het corpus. Van het Reve vertelt in zijn essay hoe hij eens voor gek stond doordat 32

hij niet wist wie Michael Jackson was. (Teken van zijn geletterdheid of beschaving is overigens dat hij wel onmiddellijk begreep datje over deze persoon niet kon vragen: "Die Jackson, is dat eigenlijk een muzikant?") Bloom daarentegen ziet het als de ondergang van de cultuur dat studenten op de campus van de universiteit waar hij-werkt tegenwoordig niet meer luisteren naar Beethoven, maar naar popmuziek. Van het Reve kan het niet laten op te merken dat het hem niet zou verbazen als het aantal studenten dat Beethoven speelt en beluistert niet altijd al een minderheid is geweest. Zowel Hirsch als Bloom geven in hun boeken lijsten van zaken die iedereen die zich beschaafd zou willen noemen, moet weten en boeken die hij gelezen moet hebben. Zij gaan daarmee niet alleen voorbij aan het feit dat algemeen ontwikkeld zijn per land en per periode om andere kennis en een ander corpus vraagt, maar ook aan de genoemde zwijgende overeenkomst tussen diegenen die dit corpus beheersen. Bloom begrijpt trouwens ook het verschil niet tussen 'het corpus beheersen' (weten wat de Ilias is) en kennis hebben van iets (de Ilias gelezen hebben). Dat laatste is niet nodig. Het is ook onmogelijk om alle boeken gelezen te hebben waarvan men gehoord moet hebben om als geletterd mee te draaien. Het blijft een codetaal waarin ook de ijdelheid een niet onbelangrijke rol speelt.

Z

ou men toch proberen een lijst te maken van alle dingen waar iemand die in Nederland als beschaafd te boek wil staan over 'mee moet kunnen praten', dan zal men opmerken dat daarin veel meer begrippen uit de letteren en de zogenaamde menswetenschappen voorkomen dan uit de wiskunde en de natuurwetenschappen. Dat is eigenlijk een opmerkelijk feit. Het zijn toch vooral de bèta's die onze moderne wereld zijn huidige vorm hebben gegeven en die ook een stevige greep lijken te hebben op onze toekomst. Veel ingenieurs en andere technici beheersen het corpus dan ook niet of slechts gedeeltelijk. Dit euvel is ongetwijfeld nog toegenomen doordat de mensen die een B-pakket kiezen op de middelbare scholen tegen-

woordig de gelegenheid wordt geboden zich voor het grootste deel van de tijd bezig te houden met de exacte vakken. Zij moeten niet meer, zoals vroeger, ook examen doen in alle talen, aardrijkskunde en geschiedenis. Aan de andere kant ontbreekt het alfa's aan de kennis om te kunnen begrijpen wat bèta's eigenlijk aan het doen zijn. Alfa's en bèta's spreken niet dezelfde taal en verstaan elkaar niet. Sommigen in onze samenleving maken zich daar zorgen over. Tot die groep behoort kennelijk een gedeelte van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Academie. Van het Reve citeert een gedeelte van de opdracht die hij van de geleerde dames en heren kreeg om het essay Zie ook onder Mozes te schrijven. "Moderne technologische samenlevingen met hun ongekende culturele en structurele veelvormigheid", luidde een deel van de uitleg bij de opdracht, "verlangen een intense communicatie. De technologische mogelijkheden daartoe hebben zich snel ontwikkeld en zullen nog verder toenemen. Duidelijk wordt dat het een groeiend deel van de bevolking ontbreekt aan de kennis en de vaardigheid om deze middelen doeltreffend te gebruiken. Men is weliswaar alfabeet in de letterlijke betekenis van het woord, maar de gemeenschappelijke vorming, die voor werkelijke communicatie noodzakelijk is, ontbreekt."

V

an het Reve zegt niet veel begrip te kunnen opbrengen voor dergelijke tirades. Hijzelf maakt gebruik van een tekstverwerker en rijdt in een auto, zonder dat hij het nodig vindt zich diepgaand te verdiepen in de informatica of een opleiding te volgen tot automonteur. Hij kan per vliegtuig reizen zonder dat hij de leerboeken van de piloot doorneemt en hij moet eisen dat de piloot zijn boeken heeft gelezen. Wil er echter werkelijke communicatie zijn tussen de twee over hun vakgebieden, dan zou het echter onontbeerlijk zijn dat zij elkaars vak leren. Al het andere geklets over betere communicatie is onzin, vindt Karel van het Reve. Er zijn alfa's, er zijn bèta's en er zijn enkele mensen voor wie die verdeling van de wetenschappen helemaal niet opgaat. Zo is en zo zal het blijVU-MAGAZINE—FEBRUARI 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's