GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 195

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 195

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tientallen sterrenkundigen nemen elke zomer weer deel aan de race. Wie vindt de meest rode quasarl Elk jaar wordt wel weer een wereldrecord gebroken. Een exemplaar dat net weer iets verder naar het rood 'verschoven' is. De gelukkige ontdekker mag telkens rekenen op een eervolle vermelding in vakbladen en ruime aandacht in de krant. De Universiteit van Cambridge scoort al jarenlang goed. De astronomen van deze universiteit doen hun waarnemingen in Australië, met een vrij kleine telescoop. De lange donkere nachten op het zuidelijk halfrond benutten zij om de hemel af zoeken op quasars: mysterieuze, hemellichamen waarvan men het fijne nog lang niet weet, en die zich vooral onderscheiden door hun ongewoon grote verkleuring naar het rood. Ze onderzoeken of er misschien aspirant-recordhouders tussen zitten. De meest belovende

objecten worden voor nader onderzoek doorgegeven aan collega's op een grotere sterrenwacht. Na strenge selectie worden uiteindelijk enkele exemplaren uitgezonden naar de gerenommeerde La-Silla-sterrenwacht in Chih. Daar worden ze nachten-

^niiinterstellaire meetkunde De jacht naar de verste uithoeken van de kosmos is tegelijkertijd een speurtocht naar het vroegste verleden; een afstand van twaalfmiljard lichtjaar betekent immers dat het licht van van het betreffende stelsel ook daadwerkelijk twaalfmiljard jaren onderweg is geweest om ons te bereiken. De quasars die men nü ontdekt, moeten daarom hun licht naar ons hebben uitgestraald, betrekkelijk kort nadat - volgens de laatste berekeningen, het heelal na de oerknal ontstond. Men heeft de leeftijd van' het heelal ruwweg geschat op veertienmiljard jaar. Worden er echter quasars ontdekt, die nóg meer lichtjaren van ons zijn verwijderd, en waarvan het hcht dat tot ons komt dus ouder moet zijn dan veertienmiljard jaar, dan komen de huidige theorieën over de geboorte van het heelal danig in de knel. Hubble's wet is in de interstellaire meetkunde telkens weer de spil waarom alles draait. Toch is deze wetmatigheid niet boven alle twijfel verheven. Is het legitiem de wet tot in de verste uithoeken van het universum onverkort toe te passen? Sommige sterrenkundigen geloven dat roodverschuiving van sterren en sterrenstelsels, behalve de snelheid waarmee deze zich van ons verwijderen, nog wel een andere oorzaak zou kunnen hebben. De roodverschuiving van quasars zou, naar hun mening, óók een oorzaak kunnen vinden, in bijvoorbeeld een afwijkende samenstelling van hun materie. En wellicht zou roodverschuiving zelfs kunnen ontstaan doordat het licht, door nog onbekende oorzaak, energie verliest op zijn lange weg door de interstellaire ruimte. Zijn de laatste theorieën juist, dan zou roodverschuiving van een sterrenstelsel als maatstaf, wel eens een sterk overdreven indruk kunnen geven van de werkelijke afstand. In dat geval zou het heelal aanmerkelijk kleiner zijn dan we geneigd zijn geweest te denken. D

VU-MAGAZINE—MEI 1989

lang geobserveerd. Aan één quasar worden twee nachten gewijd.

Een met speciale opnametechniek vervaardigde weergave van het aarom deze curieuze wed- Melkwegstelsel; het loop? Een eervolle ver- sterrenstelsel waarvan ons eigen melding in het Guinness zonnestelsel er één records'} In werkelijkheid uit velen is.

W

book of staat er veel meer op het spel: ons wereldbeeld. Het is in de sterrenkunde een lang gekoesterd uitgangspunt dat de kleur van een hemellichaam iets zegt over zijn afstand ten opzichte van de waarnemer; hoe roder hoe verder. Het betreft hier een eigenaardige vorm van gezichtsbedrog: in de verre uithoeken van het heelal doen de sterren zich roder aan ons voor dan ze werkelijk zijn. Althans dat gelooft men. Op dit principe is de moderne astronomie voor een belangrijk deel gebaseerd: theorieën zoals die over de oerknal, de vorming van sterrenstelsels en de leeftijd van het heelal. Toch is de mate van roodverschuiving als astronomische afstandsmaat, omstreden. De dissidenten zijn wellicht niet talrijk maar hun tegenwerpingen zijn hardnekkig; misschien klopt het principe van de kleurverschuiving niet helemaal of zelfs helemaal niet en bevindt de sterrenkunde zich op drijfzand. In dat geval is het heelal minder groot dan we denken en was er misschien zelfs nooit een oerknal. Degenen die dit beweren worden door hun collega's meestal alleen serieus genomen aan de borreltafel. Maar onderzoekers zoals de Amerikaan Arp en de Britse uitvinderpublicist Jones houden al jaren voet bij stuk. Over het thema worden zelfs congressen georganiseerd. Het 17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 195

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's