GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 122

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 122

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

E

Solanum tuberosum, oftewel de aardappelplant, zoals in 1620 afgebeeld door zijn naamgever Gaspard Bauhin.

has beschrijft in zijn werk hoe de eetgewoonten in de loop der tijden steeds 'beschaafder' zijn geworden. Een opvallend voorbeeld van zo'n beschaafder wordende eetgewoonte is de verandering in het eten van soep. Aan het einde van de middeleeuwen was het nog heel gewoon om te eten uit één grote pan, waaruit de mensen beurtelings een schep namen met een gemeenschappelijke lepel. Een paar eeuwen later wordt in alle maatschappelijke milieu's de soep op een heel andere manier gegeten: elke eter heeft zijn eigen bord en bestek en er wordt een speciale soeplepel gebruikt om de soep vanuit de pan op de borden te scheppen. Nu kan men denken dat die ontwikkeling een volstrekt vanzelfsprekende is: zijn de mensen zich niet steeds meer bewust geworden van het belang van hygiënische maatregelen? Ehas beklemtoont echter dat hygiënische argumenten beslist geen doorslaggevende rol speelden, die zijn er later pas aan toegevoegd. Wat er in de visie van Elias heeft plaatsgevonden is een verhoging van de 'pijnlijkheidsdrempel', een ver-

'Bij haar kwam niemand tekort. In haar ketels was altijd genoeg voor een extra portie.' sterking van het gevoel van schaamte. Iemand met de handen zien eten of het gezamenlijk eten uit een pan, roept gevoelens van afkeer op. Zoiets doet men niet. Dat is onbeschaafd. Wat volgens Elias achter dit beschavingsproces verscholen zit is een weerzin tegen al datgene wat aan het dierlijke in de mens herinnert. Die weerzin strekt zich ook uit naar de dierlijke gewoonte om vlees te eten. In vroeger tijden was het niet ongebruikelijk om voor het etensmaal bestemde dieren ter plekke aan tafel aan stukken te snijden en ieder zijn portie te geven. Gaandeweg wordt die handehng echter verplaatst naar de coulissen waar gespeciahseerd personeel die klus voor zijn rekening neemt. Het 32

vlees wordt ook op een dusdanige wijze gesneden en toebereid dat de eters nauwelijks nog het idee kunnen krijgen dat ze een dier aan het verorberen zijn. Dat voorkomt maar hinderlijke pijnlijkheidsgevoelens. Om de pijnlijke aanblik van vieze, vettige vingers te vermijden worden vork en mes geïntroduceerd. Maar vooral het gebruik van een mes impliceert enkele potentiële gevaren. Voor de 'primitieve' mens heeft het mes immers in de eerste plaats als steekwapen gediend, en ten koste van alles moet voorkomen worden dat de etende mens tijdens de maaltijd ten prooi valt aan een geestelijke regressie. Rondom het mes worden daarom een aantal zorgvuldige voorschriften opgesteld. Zo mag het mes niet naar de mond worden gebracht. In contact gebracht met het eigen Hchaam zou dit eetgerei gevaarlijk kunnen uitschieten. Eveneens mag een mes nooit met de scherpe kant vooruit aan een ander worden overhandigd. Dat zou het genadeloze duiveltje in iemand wakker kunnen maken, dat die ander onverhoeds wil neersteken. De geschiedenis van het voedsel kan bij iemand als Ehas ook gelezen worden als een speurtocht naar de verborgen angsten in de samenleving. Datgene wat karakteristiek is voor een samenleving, zoekt hij niet in eerste instantie op het niveau van de 'hoge' politiek maar op dat van het dagelijks leven, in dit geval op het niveau van het voedsel. Elias is daarmee een van de grondleggers van een inmiddels zeer populair geworden vorm van geschiedschrijving, die zich sterk interesseert voor de levens van eenvoudigen van geest die er ogenschijnlijk niets aan hebben bijgedragen de geschiedenis een radicaal andere wending te geven.

M

aar ook die geschiedenis kent blinde vlekken. Hoe is het immers mogelijk om een geschiedenis van het voedsel te schrijven zonder de positie van de belangrijkste bereiders van het voedsel, de vrouwen, ook maar één keer aan de orde te stellen? Toch gebeurt dat. Ook bij Elias blijven de vrouwen achter de kookpotten nagenoeg onzichtbaar. In een welwillende verklaring zou men kunnen opperen dat hier geen

sprake is van boze opzet maar van een onvermijdelijke lacune. Juist zo'n geschiedschrijving van het alledaagse leven heeft namelijk te kampen met een ernstig te kort aan documentatiemateriaal op grond waarvan een beeld van dat leven geconstrueerd kan worden. De bronnen die er bestaan, zijn bovendien meestal afkomstig uit de hogere klassen die doorgaans met een iet-

wat gekleurde bril een blik naar beneden werpen. Over het alledaagse leven van vrouwen is, vermoedelijk nog sterker dan bij mannen het geval is, maar weinig bekend. Wat te doen in zo'n situatie? Een mogelijk antwoord luidt: je er een voorstelling van maken, erover fantaseren. Die weg is door Günter Grass bewandeld in zijn roman De bot. Hij schrijft daarin een hteraire geschiedenis van het voedsel, en het beeld dat daaruit oprijst, staat in een aantal opzichten diametraal ten opzichte van het beeld van Elias. Waar de laatste met behulp van brochures en etiquetteboekjes een ontwikkeling waarneemt van een om zich heen grijpende oppassendheid en beschaafdheid, beschrijft Grass met grote gretigheid de mateloze VU-MAGAZiNE—MAART 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 122

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's