GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 303

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 303

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

leuze praktijken. In die theorie werden veel vergelijkingen getrokken met de godsdienst. Zo is gewezen op de overeenkomst van de Steen der Wijzen met Christus. Terwijl Christus de mensen uit hun zonden verloste, zou de Steen der Wijzen de metalen uit hun onedele toestand kunnen bevrijden. Evenals het lichaam van Christus moesten de metalen daarvoor eerst sterven, verbranden in de alchemistische oven.

om vervolgens uit het niets de opstanding en verrijzenis op een gouden niveau te beleven. Het betreft hier geen verhullende, anti-wetenschappelijke retoriek, verkondigde de godsdiensthistoricus Karl Hoheisel op het alchemiecongres van 1984. Hij meent dat die religieuze metaforen ervoor bedoeld zijn het objectiverende natuuronderzoek een hogere waardigheid te verlenen. Het natuurkundig onderzoek wordt, zoals ook later Newton beklemtoonde, een weg om God te vinden, iets waarbij een geestelijke loutering van de alchemistische onderzoeker plaatsvindt. Die religieuze dimensie is, zo zou men kunnen stellen, trouwens allerminst uit het hedendaagse natuurwetenschappelijk onderzoek verdwenen. De speurtocht naar de Steen der Wijzen is niet zomaar een eigenaardige bezigheid van alchemisten geweest, het betreft veeleer een cultuurhistorische constante. Dat besef dringt door bij het lezen van de VU-MAGAZINE—JULI/AUG. 1989

volgende definitie: 'De Steen der Wijzen vinden was het ontdekken van het Absolute, de wezenlijke bestaansreden van alles wat bestaat, het bezitten van de volmaakte Kennis.'

B

ehalve voor de alchemie vormt zo'n definitie ook een perfecte omschrijving van de drijfveren achter het DNA-onderzoek en het onderzoek naar het oneindig kleine in de quantummechanica en het oneindig grote in de kosmologie. Deze sleutel die zou passen op al wat bestaat, deze Goddelijke vorm van kennis, is heden ten dage omgedoopt tot Grand Unified Theory, de alomvattende en allesverklarende theorie. Volgens de vermaarde astronoom Stephen Hawking bestaat er zelfs een kans van vijftig procent dat die theorie, in de vorm van één enkele wiskundige formule, vóór het jaar 2000 gevonden wordt. Een wiskundige formule als Steen der Wijzen! Daar zouden de oude alchemisten van opgekeken hebben. Gespannen wachten we het komende decennium af of de grote speurtocht eindelijk zijn bekroning vindt. Maar niemand zal beweren dat de natuurwetenschap niets voorstelt, als mocht blijken dat dit doel niet bereikt is. Ook al laat de 'definitieve verlossing' wellicht nog even op zich wachten, dan nog zijn op weg daarheen enkele aardige ontdekkingen gedaan; over veel natuurverschijnselen is men in ieder geval iets meer te weten gekomen. Wanneer op die manier enkele parallellen tussen alchemie en natuurwetenschap getrokken worden, blijven echter de beelden van de tentoonstelling op mijn netvlies achter. Zag dat laboratorium er niet uit als een obscurantistisch toverhol? Gaven de tentoongestelde prenten niet te zien dat de alchemistische magiër niets anders was dan een dolende dwaas? In de roman 'Het hermetisch zwart' (een titel ontleend aan een alchemistische formule) van Marguerite Yourcenar wordt een verklaring aangereikt voor die soms vijandige bejegening: "Door de gewone kudde werd de magiër tegelijkertijd vereerd en gehaat om zijn vermogens die men voor onmetelijk hield: ook daar kwam afgunst om de hoek kijken." De hoofdpersoon in deze roman is

Zeno, een middeleeuwse arts, filosoof en alchemist, iemand die voortdurend verdacht wordt van ketterse ideeën. Voor hem bestond het universum uit een geheel van elkaar aantrekkende en afstotende krachten die op min of meer rationele wijze doorgrond konden worden. Voor Zeno, schrijft Yourcenar, was in zekere zin alles magie: de kennis van de kruiden die het de arts mogelijk maakt om invloed uit te oefenen

Hoe is het mogelijk dat mensen vele eeuwen lang hardnekkig bleven geloven in het evident onmogelijke? op de ziekte, de macht van muzikale klanken die de geest kunnen kalmeren of verontrusten, maar ook de verheven bekoring die vorsten en kerkelijke plechtigheden omgeven. Al dit soort zaken werden door de alchemist onderzocht. En Yourcenar schrijft: "De mechanische wetenschappen, waarmee Zeno zich intensief had beziggehouden, waren verwant aan deze onderzoekingen in die zin dat zij trachtten de kennis der dingen om te zetten in macht over de dingen, en indirect over de mens." Als de kennis der dingen leidt tot macht óver de dingen is het niet vreemd dat de alchemist vereerd maar vooral ook gehaat werd. Hij was iemand die zijn macht ten goede, maar waarschijnlijker nog ten kwade kon aanwenden; de beoefenaar van een vervloekte kunst, een duivelskunstenaar. En daar houdt de parallel met de hedendaagse kunstenaar en geleerde op. Wanneer iemand zich tegenwoordig alchemist of duivelskunstenaar laat noemen is dat een eretitel, bedoeld om de bewondering voor de bijzondere vermogens van de betrokkene te vergroten. Veel middeleeuwse alchemisten werkten echter in het geniep. En Zeno werd om zijn opvattingen zelfs ter dood veroordeeld. D De tentoonstelling 'Het is niet alles goud: alchemistische praktijk en filosofie' is tot 28 juli te zien in het Overijsselse provinciehuis te Zwolle.

37

Theophrastus Bombastus von Hohenheim, alias meestermagiër Paracelsus (1493-1541), was een Zwitserse arts. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de alchemie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's